Waarom ‘aandacht’ hebben na een beroerte van belang is voor je evenwicht
In België krijgen gemiddeld 52 mensen per dag een beroerte (of ook ‘CVA’ in de volksmond). Het merendeel, namelijk 50-80% van de patiënten, ervaart nadien krachtsverlies aan één lichaamszijde (hemiplegie) alsook evenwichts -en mobiliteitsproblemen. Gelukkig zien we hiervan bij de meeste patiënten herstel optreden doorheen de tijd. Echter weten we tot op de dag van vandaag nog steeds niet welke individuele factoren geassocieerd zijn met het herstel van het evenwicht na een beroerte.
Evenwicht
Evenwicht hebben lijkt iets simpel, maar is eigenlijk heel complex en wordt bepaald door heel wat factoren:
1. De taak die je moet uitvoeren (bijv. op 1 been staan),
2. De omgeving waarin je die taak uitvoert (bijv. op ijs) en
3. Het individu dat de taak in een bepaalde omgeving uitvoert
Het ‘individu’ wordt beïnvloed door de motoriek (beweging), sensoriek (zintuigelijke informatie, ‘voelen’) en cognitie. Cognitie bevat een tal van functies: geheugen, taal, tijd, concentratie, maar ook oriëntatie, aandacht en perceptie zoals oriëntatie in de ruimte en aandacht/perceptie voor de ruimte rondom ons.
Het is dus duidelijk dat jezelf kunnen oriënteren in de ruimte, alsook het hebben van aandacht voor deze ruimte en deze ruimte correct kunnen waarnemen, belangrijk zijn voor je evenwicht. Als gezonde persoon is dit vanzelfsprekend, maar deze cognitieve functies kunnen na een beroerte aangedaan zijn. Zo kan je last hebben van visuo-spatieel neglect.
“Visuo-watte”?
Visuo-spatieel neglect is een cognitieve aandoening die bij 30-50% van de beroertepatiënten voorkomt. De aandoening wordt gekarakteriseerd door een verminderde aandacht of verminderd besef voor visuele stimuli/prikkels in de ruimte. Bij de meeste patiënten komt het voor na een beroerte in de rechter hersenhelft, waardoor de patiënt visuo-spatieel neglect kan vertonen, en dus geen of minder aandacht kan hebben, voor de linkerzijde van de ruimte. Concreet lijkt deze zijde van de ruimte voor deze patiënten niet meer te bestaan, vaak zonder dat de patiënt dit beseft. Hierdoor kan de patiënt botsen tegen deurstijlen, slechts de helft van zijn/haar bord opeten, problemen vertonen bij het lezen van een boek…
Visuo-spatieel neglect vs. evenwicht
Visuo-spatieel neglect is dus gelinkt aan zo’n dagdagelijkse taken (wandelen, eten, lezen…). Maar het is ook gelinkt aan de motoriek, waaronder het evenwicht in zit en het evenwicht in stand.
Zittend evenwicht
In zit is visuospatieel neglect gelinkt aan een verminderd statisch (stilzitten) en dynamisch (beweging) evenwicht. Deze patiënten zijn ook vaker afhankelijk van anderen voor het zitten en gaan vaker een asymmetrisch zitpatroon vertonen waarbij ze ‘scheef’ zitten.
Staand evenwicht
In stand zien we dat visuospatieel neglect gelinkt is aan verhoogde gewichtsasymmetrie: patiënten met visuospatieel neglect zetten meer gewicht op hun niet-aangedane been dan op hun aangedane been, ten opzichte van patiënten zonder visuospatieel neglect. Ook is het gelinkt aan verhoogde instabiliteit in de mediolaterale richting (dit betekent: links-rechts richting).
Is alles dan al geweten over evenwicht bij visuo-spatieel neglect?
Neen, nog niet. Er is weinig tot geen onderzoek uitgevoerd naar het verband tussen visuo-spatieel neglect en het herstel van evenwicht doorheen de tijd. Vaak werd er onderzoek gedaan op één moment in de tijd, waardoor je helaas geen informatie krijgt hoe het herstel van visuo-spatieel neglect gelinkt kan worden aan het herstel van het evenwicht. Deze informatie is echter belangrijk voor clinici die werken met de patiënten, zodat zij weten wat ze kunnen verwachten van zulke patiënten en hun behandeling hierop kunnen afstellen.
Sooo… What’s next?
Momenteel onderzoek ik samen met Jonas Schröder en Charlotte van der Waal hoe patiënten hun evenwicht gaan terugvinden na een beroerte, en welke factoren dit herstel mee gaan bepalen. Ikzelf ga dieper in op visuo-spatieel neglect. Om hierin inzicht te krijgen gaan we vooral observeren hoe patiënten zich klinisch vertonen op verschillende tijdstippen, relatief ten opzichte van de beroertedatum. We kijken naar de kracht van het aangedane been, alsook naar het evenwicht (functioneel en biomechanisch) en de cognitieve aandachtsfuncties. Zo krijgen we een goed beeld van het herstel binnen de eerste 3 maanden na de beroerte. Dit onderzoek is nog in ‘the running’, resultaten in 2023!
Elissa Embrechts, PhD student (Research Group MOVANT, Department of Rehabilitation Sciences and Physiotherapy (REVAKI), University of Antwerp)