Geschiedenis Stichtende Verenigingen
Alechia werd in 2004 opgericht door de alumniverenigingen van het voormalige RUCA en het voormalige UFSIA, in samenwerking met de toenmalige Faculteit TEW. Door de fusie van de faculteiten TEW tot één faculteit TEW was de logische stap om ook de alumniverenigingen te fusioneren. Sinds 2018 heet de Faculteit TEW Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie.
NSK Alumni
Voor de geïnteresseerden zijn er nog een beperkt aantal prachtig geïllustreerde boeken beschikbaar over de geschiedenis van het NSK voor de periode 1884-1984. Contacteer hiervoor het Alechia-secretariaat via info@alechia.be!
Het RUCA is gedeeltelijk uit het 'Hoger Handelsgesticht' of L'Institut Supérieur de Commerce' gegroeid. Dat instituut werd in 1852 opgericht na akkoord tussen het Antwerpse havenmilieu, het stadsbestuur en de regering.
De Nederlandsche Studentenkring werd opgericht op 15 december 1884 . Het epiteton Nederlands was doelbewust gekozen. Toendertijd zocht men in Vlaanderen beschutting tegen het alomtegenwoordige frans, dat op de Vlaamse studenten drukte van in het middelbaar onderwijs, over het hoger onderwijs tot in hun carriëre. Slechts in 1933 werd de eerste Nederlandstalige lichting (section à l'usage des flamands) ingeschreven in l'Institut Supérieur de Commerce. Een jaar later werd de naam van het 'Hoger Handelsgesticht' gewijzigd in Rijkshandelshogeschool Antwerpen (RHHSA) .
NSK werkte mee aan talloze congressen, herdenkingen, academische zittingen, colloquia en andere feesten. In 1892 richtte NSK in Antwerpen mee de grootse Peter Benoit feesten in. In 1910 richtte NSK eveneens in Antwerpen het eerste Algemeen Nederlands Studentencongres in. NSK is er steeds bijgeweest zowel voor WO I als in het interbellum als in de hersteljaren na WO II; zowel in de gay sixties als in de bewogen jaren na '68, evengoed in de crisisjaren '70 als in de no-nonsense jaren '80.
Het is wel opmerkenswaardig dat zo'n club is blijven bestaan, straks 120jaar. Jaren werd ze door de academische overheid in de marge gedrukt. Steeds kwamen haar leden uit alle lagen van de bevolking. Het waren mensen van uiteenlopende politieke komaf, er waren vrijzinnigen bij, katholieken, protestanten en joden; soms stonden ze ideologisch mijlen van elkaar in extreme polarizeringen (bv. tijdens de twee wereldoorlogen). Toch is NSK steeds aan de oppervlakte blijven drijven. Haar huidige leden stellen zich helemaal anders op dan de ouderen ons vertellen uit de 50er jaren of dan de speurders ons weten te berichten uit de kronieken van de vorige eeuw. Dit is maar goed ook : NSK is van alle tijden flexibel en krachtig genoeg om zich aan te passen.
Een treffend bewijs voor de levenskracht van NSK was de oprichting van de oudstudentenvereniging NSK-Senioren in 1953 . Het was meer dan tijd want er bewoog wat in postuniversitair economisch Vlaanderen. Het epicentrum van die beweging lag midden in de kringen van de grote Vlaamse economische faculteiten. Prof. Gaston Eyskens organizeerde in 1953 zijn eerste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres (VWEC) . Hij deed een beroep op afgestudeerden van de Vlaamse economische faculteiten. Met veel window-dressing hebben onze bestuursleden de eer kunnen redden en voorkomen dat we totaal afwezig waren. Vier jaar later in 1957 waren we dan al zo goed uitgebouwd en gestructureerd dat we samen met de Wikingssenioren het derde Congres in Antwerpen hebben georganizeerd. In dat jaar werd de Vereniging Voor Economie (VVE) opgericht. Bedoeld als koepelorganisatie, groepeert deze vereniging thans de zes oudstudentenverenigingen, die Vlaanderen kent: Economica-alumni (KUL), Voseko (UG), Wikingssenioren (UFSIA), Vehub (VUB), Liekos (LUC) en NSK-alumni (RUCA) . Deze vereniging richt de tweejaarlijkse Vlaamse Wetenschappelijke EconomischeCongressen en de Dag van de economie in. Dit gebeurt volgens een beurtrol afwisselend in elk universitair centrum en elke afgestudeerdenvereniging neemt in haar centrum de organisatie op zich. Het 25ste VWEC zal georganiseerd worden door Liekos van het Limburgs Universitair Centrum. Hiermee nemen ze als jonge vereniging voor de eerste maal deze beurtrol op.
Teneinde een opsplitsing te maken tussen in dagelijks bestuur 'NSK-Senioren' en het patrimonium van de vereniging werd in 1957 het Seniorenfonds opgericht. In 1963 onderging NSK-Senioren een grondige verjongingskuur. Als gevolg van de wet van april 1965 , die de legale basis legde voor de verruiming van het universitair onderwijs in Antwerpen, en uiteindelijk leidde tot de oprichting van het Rijksuniversitair Centrum (RUCA), werd op 3 februari 1967 NSK-Senioren omgevormd tot Vereniging Oudstudenten Economie RHHSA en Faculteit TEW van het RUCA (met een Raad van Bestuur en een Dagelijks Bestuur).
Na de 'verjonging' in 1990 met de naamsverandering in NSK-alumni en de start van een NSK-alumni-jongerencel , werd in 1998 MBA-alumni ondergebracht onder de koepel van NSK-alumni vzw. In 2000 traden 2 nieuwe ex-praessen toe tot de jongerencel. Nieuw bloed houdt de vereniging tijdloos en levenskrachtig.
Na meer dan een jaar van voorbereidende gesprekken en vergaderingen ging in september 2000 de nieuwe geïntegreerde faculteit TEW UFSIA-RUCA van start. De eerste kandidatuur is vanaf die datum binnen de nieuwe faculteit ingericht. Een belangrijke mijlpaal voor het universitair onderwijs in het Antwerpse.
En zo beweegt NSK sinds september 2000 in een reeds geïntegreerde TEW faculteit UFSIA-RUCA en in het uitdovende programma van de oude RUCA faculteit. Geen al te makkelijke situatie als je activiteiten verdeeld moeten worden over 2 campussen. Hetzelfde geldt voor de Wikings die natuurlijk het thuisvoordeel hebben aangezien de cursussen van de geïntegreerde faculteit momenteel op de UFSIA campus gegeven worden.
Toch blijft het een ambigüe situatie met nog steeds 2 faculteitskringen voor straks één TEW faculteit UA. Vandaar dat het belangrijk is dat dit jaar de bakens gezet worden voor de verkiezing in het voorjaar van 2003 van één nieuwe faculteitskring voor TEW. De eerste voorbereidende gesprekken hierover zijn reeds gestart.
Na de verkiezing van de nieuwe faculteitskring zullen ook de alumni het kader creëren voor één alumnivereniging voor de TEW faculteit UA. Op die wijze zullen de eerste afgestudeerden van de nieuwe faculteit in 2004 terecht kunnen in deze alumnivereniging.
Peter Clemens
Voorzitter NSK-alumni
Leo Segers
Ondervoorzitter NSK-Seniorenfonds
Wikingsalumni
Welke zichzelf respecterende Antwerpse student kent deze naam niet. Al 90 jaar zijn de Wikings de faculteitsclub van de TEW- en Handelsingenieurstudenten aan de UFSIA. De club heeft in die tijdspanne een rijk gevulde traditie opgebouwd, en genoot in het verleden meer den eens (inter)nationale faam. Het is niet gemakkelijk in enkele lijnen een volledige geschiedenis van Antwerpens grootste faculteitsclub te geven. Daarom enkele opvallende hoogtepunten.
De eerste decennia na de oprichting op 3 december 1910 door Stan Leurs kunnen het best omschreven worden als de catacombentijd. Samen met andere Vlaamse Verenigingen werd vooral geijverd voor een Vlaamse Hogeschool, wat niet altijd even gemakkelijk was : de academische overheid waakte zeer streng op iedere Vlaamse uiting. In 1928 moesten de Wikings hun werking zelfs officieel schorsen, maar deden ze officieus gelukkig des te sterker voort. Hun ijver voor Nederlandstalig hoger onderwijs werd in 1930 beloond met de oprichting van de Sint-Ignatius Hoogere Handelsschool, waarna de Wikings weer uit de clandestiniteit konden treden.
In 1945 ging de eerste "SNEK" te water, tot op heden het clubblad van de Wikings. De Snek is in de loop der jaren uitgegroeid tot een brok historie over het rijk gevariëerde Antwerpse studentenleven na de Tweede Wereldoorlog. Over de jaren heen onderging dit blad regelmatig een ingrijpende metamorfose, de laatste daarvan krijgt u nu vier keer per jaar.
De twee opvallendste gebeurtenissen uit de Wikingsgeschiedenis moesten dan nog komen. In het academiejaar `49-'50 roofden de Wikings "Opsinjoorke" uit het Mechels Museum. Deze studentengrap kostte hen bijna de cel, maar haalde wel wekenlang de krantekoppen en bracht letterlijk tienduizenden op de been, eerst in Antwerpen, enkele weken later in Mechelen. In buitenlandse kranten werd de menigte, die de overhandiging van Opsinjoorke aan het Antwerps Stadsbestuur bijwoonde, geraamd op 250.000(!) personen.
Nog grootser echter was de geslaagde ontvoering van Manneken Pis in de ijskoude vriesnacht van 16 op 17 januari 1963, één der spectaculairste studentengrappen uit de geschiedenis, waardoor de Wikings, zonder overdrijven, over heel de wereld de krantekoppen haalden. Wat talrijke Brusselse en Leuvense clubs voorheen niet lukte, was de Wikings wel gelukt. Omdat dit gebeuren gepaard ging met een sociale actie ten bate van de gehandicapten, werden de Wikings van gerechtelijke stappen bespaard. De hele actie bracht trouwens het in die tijd enorme bedrag van 80.000 BEF op.
Na de studentenrevoltes van 1968, waarin ook de Wikings zich natuurlijk ook actief moeiden, stond een nieuwe generatie op, niet meer zo idealistisch als voorheen, maar des te meer gebrand op studentenplezier. De basisingrediënten (cultuur, idealisme, trots, drank en muziek) zijn nog steeds dezelfde, maar zijn in de loop der jaren meer en meer verdeeld over de verschillende clubs. Iedere club doet waar ze het best in is en weet dat ze de andere ingrediënten bij haar 'zuster'-clubs kan vinden. Samenwerking, wederzijds respect en vooral de drang naar beestenplezier zijn de drijvende krachten achter het studentenleven van de huidige "club generation". Het is deze generatie waar wij nu ook nog deel van uitmaken en ons voor de volle 100% voor inzetten. Samen sturen we het studentenleven het nieuwe millennium in.
Bob De Rydt (Praeses 1999-2000)