Ridicule is a test of truth
22 oktober 2015
Debat ingeleid door professor Herbert De Vriese, Universiteit Antwerpen, met als thema: het filosofisch gebruik van satire en persiflage als kritische strategie, en de epistemologische vooronderstelling waarop dat gebruik berust.
Een goede manier om de waarheid van iets te testen, is er de spot mee drijven. Wat de kritische procedure doorstaat van neergehaald en belachelijk gemaakt te worden, bewijst immers een solide inhoud en onwrikbare waarde te bezitten, en getuigt zo van een waarheid die boven elke verdenking verheven is. Op die manier kunnen we de betekenis weergeven van “ridicule, the test of truth” – een uitspraak die doorgaans wordt toegeschreven aan Anthony Ashley Cooper (1671-1713), 3rd Earl of Shaftesbury, op basis van een passage in zijn werk Characteristics of Men, Manners, Opinions, Times (1711). Het belang van die uitspraak overstijgt ruimschoots de context van Shaftesbury’s werk, want men kan de invloed ervan traceren tot in de Franse Verlichtingskritiek. In wezen gaat het om de filosofische verantwoording van ironie, satire en persiflage als kritische strategieën om tot de waarheid te komen: ridiculiseren is dan nooit gratuit, maar een weloverwogen zuiveringskuur die alles wat hol, hypocriet en vals is, in het niets oplost, en zo de ware kern tevoorschijn haalt.
Tijdens deze debatavond van filoSofa zullen we van gedachten wisselen over de zin en het effect van zo’n doelbewust filosofisch gebruik van ‘ridiculisering’. We staan stil bij de epistemologische vooronderstellingen waarop dat gebruik berust en gaan op zoek naar de grenzen van de toepasbaarheid ervan. Alle geïnteresseerden worden uitgenodigd om vooraf al eens na te denken over de kritische aanwending van ironie, satire en persiflage (of net de principiële afwijzing daarvan) bij hun favoriete filosofen of in hun favoriete filosofische teksten.