Meerkeuzevragen en meer bepaald wanneer deze worden gekoppeld aan giscorrectie, hebben de voorbije jaren heel wat stof tot discussie geleverd in het hoger onderwijs. Hoewel giscorrectie de kans op slagen van studenten door te gokken moet minimaliseren en daarom door veel docenten ook als evident wordt beschouwd, heeft deze methode ook een keerzijde en veroorzaakt ze vaak onzekerheid bij studenten.
Verhoogde cesuur versus giscorrectie
Bij een systeem van giscorrectie bij meerkeuzevragen worden studenten gepenaliseerd voor een foutief antwoord, i.c. er wordt een negatieve score aan toegekend; een correct antwoord levert een positieve score op, een blanco antwoord een nulscore.
Bij een systeem van hogere cesuur is er geen penalisatie voor foutieve antwoorden. Zowel een blanco als een foutief antwoord geven een nulscore. Studenten worden gestimuleerd om alle vragen te beantwoorden en geen enkele vraag open te laten. Studenten gaan zich niet bezighouden met het uitdenken van antwoordstrategieën en kunnen zich volledig concentreren op het ten volle tonen van hun kennen en kunnen.
Werken met een verhoogde cesuur
Door een verhoogde, preferentiële cesuur te hanteren wordt de impact van gokken statistisch evenveel gecompenseerd als bij een klassieke giscorrectie, terwijl de negatieve effecten van onzekerheid bij studenten tijdens het examen (‘zou ik deze vraag best beantwoorden of openlaten’) verdwijnen. Hoe u deze preferentiële cesuur kan berekenen, alsook de gecorrigeerde eindscores leest u in de volledige versie van deze onderwijstip.
Het is belangrijk om studenten goed en tijdig (i.c. ten laatste voor het eigenlijke examenmoment, maar liefst -ook- vooraf) te informeren over de verhoogde cesuur die gehanteerd zal worden.
Kwaliteitsvolle meerkeuzevragen
- stel een examen op uitgaande van een toetsmatrijs;
- hanteer het minimaal-4-ogen-principe;
- wees uiterst voorzichtig met het elimineren van vragen na afname van het examen.