i.s.m. Tom Smits (UAntwerpen, Antwerp School of Education & Departement Taalkunde)
Studenten
kunnen op allerlei manieren verschillen van elkaar: ze hebben
verschillende leeftijden, hebben een diverse socio-economische achtergrond,
zijn etnisch-cultureel verschillend, hebben uiteenlopende seksuele voorkeuren,
… maar evengoed hebben ze diverse voorkennis, interesses en de manier waarop ze
studeren verschilt ook. Diversiteit is dus niet weg te denken, en gaat om meer
dan etnisch-culturele verschillen. De complexiteit van de samenleving kan en
mag dan ook niet buiten de onderwijscontext worden gehouden. De uitdaging is om
diversiteit te erkennen en te benutten in ons onderwijs, en er op in te
spelen via differentiërend lesgeven zodat alle studenten voldoende kansen
krijgen om hun talenten optimaal te ontwikkelen.
Differentiatie: wat is het (niet)?
Differentiatie staat niet gelijk aan gepersonaliseerd onderwijs, aangezien het geen verschillende aanpak voor elke student afzonderlijk impliceert. Differentiatie legt de nadruk op zinvolle activiteiten voor alle studenten en dus niet alleen voor studenten met specifieke leernoden. Doordat differentiatie gezien wordt als een verzameling van alle maatregelen die genomen worden in de omgang met verschillen tussen studenten, is het een mindset of beroepshouding, eerder dan louter een methode of recept. Naast deze ‘growth mindset’, zijn ook hoge verwachtingen ten aanzien van alle studenten belangrijk. Differentiatie is niet de lat lager leggen, maar zorgen voor hulpmiddelen of tussenstapjes zodat het voor alle studenten haalbaar is om de lat te halen én die eventueel ook te overtreffen.
Differentiatie: waarom, ook in het hoger onderwijs?
Opdat studenten kunnen leren, moeten lesgevers voorzien in uitdagingen en succeservaringen. Dit voorzien kan enkel en alleen als de verschillen tussen studenten niet genegeerd worden en door een flexibele onderwijsaanpak te hanteren.
Differentiatie is bevorderlijk voor de leerprestaties en leerefficiëntie van studenten. Daarnaast verhoogt het de motivatie en het welbevinden van studenten, en bijgevolg ook van de lesgever. Het is door gericht aandacht te geven aan verschillen tussen studenten, die verschillen in te zetten als een meerwaarde (bv. via heterogene groeperingsvormen) en er m.a.w. proactief op in te spelen, dat alle studenten een eerlijke kans krijgen om aan zet te komen en de vooropgestelde competenties te behalen.
Differentiatie: hoe?
Lesgevers hebben op veel studentkenmerken geen vat. Toch zijn er een aantal factoren zoals de leerstatus (i.c., voorkennis en attitudes tegenover leren), interesses en het leerprofiel (i.c., hoe studenten leren) waarop lesgevers wel invloed kunnen uitoefenen en waarin zij het verschil kunnen maken. We lichten enkel strategieën toe die je als lesgever kan toepassen.
Ben je geïnteresseerd in meer en in concrete voorbeelden? Lees dan de volledige onderwijstip!
Pre-assessment
Een voorwaarde om te kunnen inspelen op de verschillen tussen studenten is dat de aanwezige verschillen gezien en geaccepteerd worden. Hoe vanzelfsprekend dit ook klinkt, het is het niet. Verschillende onderzoekers geven echter aan dat inzicht hebben in studentkenmerken vanaf het begin van de opleiding onmiskenbaar is. Dit wordt benoemd als ‘pre-assessment’. Hierbij maakt de lesgever een inschatting van de beginsituatie van studenten. Bij een kleine studentengroep kan dit eenvoudigweg via een gesprek; zo ervaren studenten ook meteen interesse vanuit de lesgever in …. Bij grotere studentengroepen kan het handig zijn om gebruik te maken van een formulier of vragenlijst waarin een aantal aspecten bevraagd worden.
Pre-teaching
Wanneer van een opleidingsonderdeel geweten is dat (een bepaalde groep) studenten van bij de start moeilijkheden ervaren die ze moeizaam zelfstandig kunnen aanpakken, of wanneer uit een pre-assessment bepaalde tekortkomingen in voorkennis naar boven komen, kan het zinvol zijn om aan pre-teaching te doen. Pre-teaching is een manier om proactief in te spelen op verschillen tussen studenten, in dit geval voornamelijk in leerstatus. Pre-teaching vindt niet plaats tijdens de les, maar is bedoeld om studenten voor het begin van de formele lessen voor te bereiden op de leerinhouden die aan bod zullen komen. Bij pre-teaching worden hoofdzakelijk (korte) instructiemomenten gegeven waarin een aantal basisregels aangebracht worden. Op deze manier worden leerinhouden opgefrist en kunnen studenten zich een beter beeld vormen van wat er juist verwacht wordt aan voorkennis. Pre-teaching heeft als voordeel dat het relatief makkelijk kan georganiseerd worden, zelfs van thuis uit (bijvoorbeeld door middel van zelfstudiepakketten).
Individuele taken
Ook na pre-teaching blijven verschillen tussen studenten een feit. Werken met individuele leertaken kan helpen om deze verschillen in (voornamelijk) leerstatus te ondervangen. Om effectief in te spelen op de verschillen, kan het Basis-, Herhalings- en Verdiepingsmodel (BHV-model) mogelijkheden bieden. De basisleerstof moeten alle studenten zich eigen maken. De herhalingsleerstof is gericht op studenten die bepaalde moeilijkheden ervaren. De verdiepingsleerstof daarentegen is voor studenten die extra uitdaging aankunnen.
Meer achtergrond over het BHV-model vind je in de uitgebreide versie (zie onderaan deze pagina).
Peer assisted learning
Ook medestudenten (‘peers’) kunnen ingeschakeld worden om te differentiëren. Dit wordt in de literatuur benoemd als ‘peer assisted learning’ of ‘PAL’. Het komt erop neer dat er tutors en tutees worden aangewezen die elkaar ondersteunen bij het leren. Peers die ingeschakeld worden om andere en vaak zwakkere studenten te helpen, hoeven niet de allersterkste studenten te zijn. Er moet een goede balans zijn tussen studenten die helpen en studenten die geholpen worden.
Meer weten over PAL, groeperingsvormen (heterogeen en homogeen) of een concreet voorbeeld lezen? Bekijken dan de uitgebreide versie (zie onderaan deze pagina).
Flipped classroom
Flipped classroom is een veelbesproken manier om verschillen tussen studenten op te vangen. Typerend aan deze strategie is dat er tijd wordt vrijgemaakt om studenten zelf kennis te laten verwerven, analyseren en evalueren aan de hand van (een door technologie ondersteunde) voorbereiding thuis. De lesgever stelt leermateriaal ter beschikking dat studenten zelfstandig doornemen voorafgaand aan een contactmoment. Flipped classroom als differentiatiestrategie is vooral zinvol bij studenten met een verschillende leerstatus en/of een ander werktempo.
Keuzevrijheid bieden
Door studenten keuzevrijheid te bieden, kan gedifferentieerd worden in het leerproduct (i.c., de manier waarop studenten aantonen in welke mate ze de competenties bereikt hebben). Hierdoor vindt er een betere aansluiting bij de interesses van studenten plaats. Bijgevolg wakkert dit de motivatie aan. Studenten(groepen) kunnen bijvoorbeeld keuzevrijheid krijgen in hoe ze hun (groeps)werk presenteren (bv. in de vorm van een PowerPoint-presentatie, aan de hand van een filmpje, met behulp van een poster, …). Deze manier van differentiatie kan nog een stapje verder gaan door studenten de kans te geven om zelf de keuzemogelijkheden voor te stellen. Het is dan aan de lesgever om de keuzemogelijkheden te beoordelen. Ongeacht de mate waarin studenten keuzevrijheid krijgen, is het stellen van duidelijke beoordelingscriteria belangrijk. Studenten moeten goed weten wat er van hen verwacht wordt aan de hand van concrete doelstellingen die een duidelijke link leggen met de gewenste resultaten.
Formatieve toetsing
Formatieve toetsing is een vorm van toetsing die gericht is op de opvolging van het leerproces van studenten. Het legt de sterktes en zwaktes van studenten bloot en biedt inzichten om de onderwijs- en leeractiviteiten gaandeweg bij te sturen. Onderzoek toont duidelijk aan dat het belangrijk is om in te zetten op formatieve toetsing, dit zowel voor de student om de vooropgestelde competenties te bereiken, maar evengoed voor de docent om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken.
Opdat studenten iets kunnen leren uit formatieve toetsing, is feedback onmisbaar. Effectieve feedback geeft studenten niet alleen inzicht in waar ze op een gegeven moment staan (‘feed back’), maar zegt ook iets over het niveau dat ze dienen te bereiken (‘feed up’) en hoe ze het verwachte niveau kunnen bereiken (‘feed forward’).
Meer weten?
Ben je geïnteresseerd in meer en benieuwd naar concrete praktijkvoorbeelden? Lees dan de volledige onderwijstip!