i.s.m. Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding (DSSB) & Team Diversiteit en Inclusie, UAntwerpen

Ook jongeren met een functiebeperking (ADHD, autisme, chronische ziekte, dyscalculie, stotteren, …) vinden -gelukkig- steeds meer hun weg naar het hoger onderwijs. Hun inclusie bevorderen en hen gelijke kansen geven op slagen vraagt echter de nodige aandacht. In deze onderwijstip gaan we achtereenvolgens in op het belang van extra ondersteuning & faciliteiten, toegankelijk leermateriaal, duidelijke communicatie, en feedback & oefenkansen. De suggesties die we daarbij meegeven komen ten goede aan alle studenten, niet alleen aan studenten met een functiebeperking.

Extra ondersteuning & faciliteiten

  • Op basis van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (2009) moet elke instelling hoger onderwijs ondersteuningsmaatregelen voorzien voor studenten met een functiebeperking. Zorg dat je op de hoogte bent van de ondersteuning die er binnen jouw instelling beschikbaar is en informeer ook je studenten erover. Maak bijvoorbeeld bij aanvang van het semester duidelijk aan je studenten waar ze terecht kunnen voor hulp. Dit is vooral essentieel als je lesgeeft aan eerstejaarsstudenten. Binnen UAntwerpen kan je studenten doorverwijzen naar het studenteninformatiepunt (STIP).
  • Studenten die nood hebben aan ondersteuning kunnen bijzondere faciliteiten aanvragen (voor personeelsleden UAntwerpen: zie deze Pintra-pagina, na inloggen). Dit zijn aanpassingen die nadelige gevolgen van een functiebeperking (deels) kunnen compenseren. Ze worden toegekend nadat studenten een strikte procedure hebben doorlopen en de juiste bewijsstukken kunnen voorleggen. Bij het toekennen van de faciliteiten wordt rekening gehouden met de haalbaarheid voor lesgevers en de opleiding. Waar nodig neemt de zorgcoördinator van de instelling contact op om de haalbaarheid van bepaalde faciliteiten in overleg te bekijken (zie ook ECHO-onderwijstip, 2019). Zorg dat je tijdig weet welke faciliteiten (bijvoorbeeld wat betreft examens) werden toegekend aan je studenten. Lesgevers UAntwerpen kunnen de aan hun studenten toegekende faciliteiten raadplegen via SisA.

Toegankelijk leermateriaal

  • Voorzie een variatie aan leermateriaal en gebruik diverse werk- en evaluatievormen. Iedere student heeft namelijk een unieke voorkeursmanier van kennis en vaardigheden verwerven respectievelijk aantonen. Door bewust te diversifiëren en keuzemogelijkheden te bieden speel je in op de verscheidenheid aan sterktes en behoeften van studenten.
  • Stel cursusmateriaal zo snel als mogelijk en online beschikbaar. Zo kunnen studenten die daaraan nood hebben reeds voorafgaand aan de les instructies laten voorlezen, moeilijke woorden opzoeken of de algemene structuur bekijken. Het online beschikbaar stellen van cursusmateriaal zorgt ervoor dat studenten dit kunnen aanpassen aan hun noden (bv. lettertype vergroten, kleuren aanpassen, laten voorlezen m.b.v. software, …).
  • Voorzie zoveel als mogelijk lesopnames. Dit maakt het studenten die niet fysiek aanwezig waren tijdens een les (omwille van bv. chronische ziekte, een doktersafspraak, …), gemakkelijk(er) om zich bij te werken. Ook studenten die wel aanwezig waren, voelen zich vaak geholpen door lesopnames. Zij kunnen bijvoorbeeld hun notities aanvullen indien nodig of moeilijke delen van de les herbekijken (zie ook ECHO-onderwijstip, 2023).
  • Breng een duidelijke structuur aan in je leermateriaal en online cursusomgeving. Voeg bijvoorbeeld bij de start van een hoofdstuk een inhoudstafel toe in je lespresentatie en maak gebruik van overzichtsslides die regelmatig terugkomen.
  • Beperk indien mogelijk het aantal verschillende cursusmaterialen en houd het bijvoorbeeld bij je lespresentaties in combinatie met één handboek. Zorg voor een overzicht van de inhoud (wat is waar te vinden) en leg linken door in je presentaties te verwijzen naar het betreffende hoofdstuk in het handboek.
  • Kijk na of je de toegankelijkheid van je cursusinhoud kan verbeteren via tools voorzien in de online leeromgeving van je instelling. Zo kan bijvoorbeeld Blackboard Ally tips en feedback geven om de vormelijke laagdrempeligheid te optimaliseren en andere versies van bestanden creëren. Op die manier kunnen studenten zelf het bestandstype (o.a. pdf, mp3 en braille) kiezen. Personeelsleden UAntwerpen vinden meer informatie terug op Blackboard in de organisatie Help BB ULTRA.
  • Informeer binnen je instelling of er technische hulpmiddelen zoals compenserende voorleessoftware (Sprint aan UAntwerpen) of een leesloep (Vocatex aan UAntwerpen) voorhanden zijn waarvan studenten gebruik kunnen maken.

Duidelijke communicatie

  • Geef vanaf de start van het academiejaar/semester de structuur van je lessenreeks mee aan de studenten. Denk daarbij aan een overzicht van alle contactmomenten met vermelding van start- en eindtijd en de eventueel verwachte voorbereiding, en van alle taken met hun (tussentijdse) deadlines. Indien de exacte eindtijd van contactmomenten (bv. practica) moeilijk te voorspellen valt, geef dan een interval mee (bv. eindtijd tussen 13u en 13u30).
  • Zet in op wayfinding door duidelijk te communiceren over de locatie van je lessen (campusligging en lokaal). Je kan bij het begin van je lessenreeks bijvoorbeeld de route naar het lokaal beschrijven en spontaan vermelden of het lokaal al dan niet fysiek eenvoudig toegankelijk is. Dit helpt studenten die (tijdelijke of permanente) noden hebben wat betreft fysieke toegankelijkheid, oriëntatievermogen, structuur, gemoedsrust, etc.
  • Zorg dat je bereikbaar bent voor studenten met vragen (zowel inhoudelijke als praktische) of bezorgdheden. Maak duidelijk hoe en wanneer men je kan contacteren: in het lokaal vanaf 30 minuten voor aanvang van de les, via mail die binnen 3 werkdagen wordt beantwoord, via het forum in de online leeromgeving dat wekelijks wordt bekeken, …. Geef studenten ook expliciet de kans om hun eventuele behoeften mee te delen door de vraag te stellen of er wensen zijn (op vlak van toegang, communicatie, materialen, …) waarmee je rekening kan houden om hen (volwaardig) aan je opleidingsonderdeel te laten deelnemen. Neem een open en uitnodigende houding aan die studenten aanmoedigt om hun noden met je te bespreken, zodat je ondersteuning kan bieden waar mogelijk en/of kan doorverwijzen.
  • Zorg voor duidelijke, ondubbelzinnige instructies die niet langer zijn dan nodig. Laat ze nalezen door een collega voor feedback, alvorens ze aan studenten te communiceren. Geef ze bij voorkeur zowel schriftelijk (of visueel) als mondeling en zo vroeg mogelijk. Studenten met dyslexie bijvoorbeeld hebben immers meer tijd nodig om een opdracht af te werken met veel lees- en schrijfwerk.
  • Wanneer je werkt met groepsopdrachten waak er dan over dat elke student verdeeld geraakt in een groep. Voor sommige studenten (bv. studenten die vaak afwezig zijn omwille van een chronische ziekte, studenten met autisme) is het immers minder evident om aansluiting te vinden bij anderen. Dit hoeft niet noodzakelijk te betekenen dat je als lesgever altijd zelf de groepen moet samenstellen. Studenten vrij laten kiezen heeft immers ook zijn voordelen. Zo zal een student met beperkte mobiliteit liefst samenwerken met studenten die in hetzelfde kotgebouw verblijven. Voor een andere student is het handig om te kunnen samenwerken met diens buddy. Zie de ECHO-tip ‘Wat maakt een groepsopdracht succesvol’ (2022) voor suggesties voor een weloverwogen groepssamenstelling.

Feedback & oefenkansen

  • Studenten met een functiebeperking zijn vaak vragende partij voor voldoende tussentijdse feedback. Aan de hand daarvan kunnen ze hun leerproces bijsturen indien/waar nodig (zie ECHO-onderwijstip, 2022 & ECHO-onderwijstip, 2023). Door studenten te laten aangeven waarop ze zeker (ook) feedback willen (taal, tekststructuur, samenhang, …), zorg je ervoor dat je kan inspelen op eventuele specifieke noden. Eventueel kan je voor tussentijdse feedback ook peers inschakelen (zie ECHO-onderwijstip, 2024).
  • Om goed voorbereid te zijn op een examen hebben (ook) studenten met een functiebeperking vaak baat bij het kunnen maken van een oefenexamen of oplossen van voorbeeldexamenvragen. Dit kan je zowel individueel als klassikaal organiseren, en tijdens of los van een contactmoment. Belangrijk is om niet enkel oefen-/voorbeeldvragen te geven, maar ook (voorbeelden van) juiste oplossingen of modelantwoorden, zodat studenten een duidelijk beeld krijgen van hoe ze moeten antwoorden.

Door als lesgever aandacht te geven aan bovenvermelde suggesties zet je in op het creëren van een onderwijsleeromgeving die een volwaardige participatie van studenten met een functiebeperking faciliteert. Sta open voor feedback van hen over hoe je eventueel nog inclusiever zou kunnen werken. (Alleen) samen kunnen we de drempels die nadelig zijn voor hun welzijn en/of leerprestaties verminderen.

Meer weten?

ECHO-onderwijstips

Tips voor docenten

Toegankelijk leermateriaal

Communicatie

Ondersteuning en faciliteiten UAntwerpen

Read this tip in English