I.s.m. Stien Bervoets & Isabelle Vloeberghs (Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding, UAntwerpen)

Hoogbegaafdheid is een vaak verkeerd begrepen term in ons (hoger) onderwijs en in de bredere maatschappij. De term wordt geassocieerd met ‘geniale mensen’, ‘uitzonderlijke resultaten op school’ of ‘de perfecte carrière’. De werkelijkheid ziet er echter veel complexer uit. Enkele van de meest voorkomende misvattingen over hoogbegaafdheid zijn:

  • “Hoogbegaafde studenten zijn eigenwijs, ultraslim, betweterig en lui.”
  • “Hoogbegaafd? Dan heeft de studente hoge punten. Zo niet, dan zal zij wel niet hoogbegaafd zijn.”
  • “Hoogbegaafden lopen sociaal achter.”
  • “Studenten die hoogbegaafd zijn, hebben geen instructie nodig. Het zijn plantrekkers.”

Vaak wordt hoogbegaafdheid gezien als een luxeprobleem, overbodig om aandacht aan te geven. Jammer genoeg is dit een foutieve opvatting en houdt hoogbegaafdheid veel meer in dan alleen een hoog IQ-cijfer. Het interuniversitaire project Talent (KULeuven, UGent & UAntwerpen, 2017-2021) bracht aan het licht dat maar liefst vier op de tien cognitief sterk begaafde studenten studievertraging oploopt. Het is dus belangrijk om deze studenten gericht te ondersteunen, zodat ze hun potentieel zo optimaal mogelijk (kunnen) benutten. Deze ECHO-tip geeft daartoe de nodige achtergrond en concrete tips, toegespitst op de context van het hoger onderwijs.

Wat is hoogbegaafdheid?

Dé hoogbegaafde bestaat niet. Hoogbegaafdheid is een complex kluwen van meerdere factoren, wat maakt dat het vele gezichten heeft. Ieder hoogbegaafd individu gaat er ook op een eigen manier mee om.

Kooijman-van Thiel (2008) definieerde hoogbegaafdheid als volgt:

“Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”

In deze definitie komt zowel de cognitieve begaafdheid als een ‘zijnsluik’ aan bod.

Cognitieve begaafdheid

Cognitieve begaafdheid en hoogbegaafdheid worden bij kinderen en jongeren gemeten met een IQ-test, waarin o.a. snelheid van informatieverwerking een grote rol speelt. Een gemiddeld IQ is 100; 70% van de bevolking scoort tussen de 85 en 115. De meest gebruikte drempelwaarde voor hoogbegaafdheid ligt op 130. Op basis van deze waarde is slechts 2,3 % van de bevolking hoogbegaafd. Het interuniversitaire project Talent (KULeuven, UGent & UAntwerpen, 2017-2021) legde de drempelwaarde op 120 en definieerde zo 10% van de bevolking als cognitief sterk functionerend.

Voor onderzoeksdoeleinden zijn deze IQ-bepalingen interessant, maar voor het onderwijs zijn ze minder relevant. De grenzen zijn (te) rigoureus en meetfouten zijn onvermijdelijk. Bovendien lijkt een IQ een onveranderlijk gegeven, terwijl kennis en vaardigheden voortdurend in ontwikkeling zijn.

Anders zijn

Over dit ‘zijns-luik’ van hoogbegaafdheid werd reeds heel wat onderzoek gedaan, met uiteenlopende resultaten die het zijnsluik niet altijd bevestigen. Toch blijkt in de (klinische) praktijk dat veel hoogbegaafde kinderen, jongeren en volwassenen zich ‘anders’ voelen. Ze zouden een groot rechtvaardigheidsgevoel hebben, gevoelig zijn en bijzonder kritisch ingesteld. Verder zouden ze de lat onbewust erg hoog leggen voor zichzelf en soms ook voor hun omgeving.

Meer dan alleen IQ

Hoogbegaafdheid is in ieder geval meer dan alleen IQ. Er bestaan verschillende modellen om hoogbegaafdheid te benaderen. Zij hebben volgende kenmerken gemeenschappelijk:

1. Multi dimensioneel

Begaafdheid wordt multi dimensioneel bepaald. Begaafdheid verwijst naar kennis en vaardigheden op verschillende domeinen, zoals het cognitieve, maar ook het creatieve en/of sociale domein. Het cognitieve domein is het meest onderzochte: hoogbegaafden blijken snelle denkers te zijn, leren vlot, hebben een voorkeur voor abstracte en complexe materie, hebben een sterk geheugen en zijn creatieve probleemoplossers. Het is echter evenzeer mogelijk dat een hoogbegaafde uitblinkt op sociaal vlak of in een bepaalde vaardigheid zoals artistiek creëren.

2. Ontwikkelingsgericht

Kennis en vaardigheden zijn voortdurend in ontwikkeling; prestaties komen niet automatisch. Het is belangrijk dat hoogbegaafden toegang hebben tot leer- en trainingsmogelijkheden die passen bij hun behoeften.

3. Contextueel

De context (zoals de socio-economische situatie) waarbinnen een hoogbegaafde opgroeit/functioneert kan diens ontwikkeling belemmeren of faciliteren. Zo zal een jongere die veel stimulatie kreeg/krijgt op diens niveau vaak vlotter de overgang naar het hoger onderwijs maken dan een jongere bij wie de cognitieve begaafdheid onder de radar bleef/blijft.

In dit kader is ook de visie van de hoger onderwijsinstelling op hoogbegaafdheid van belang. Biedt de instelling hulp bij lacunes in studiemethoden? Worden verbreding en verdieping voorzien waar dit zinvol is? In welke mate wordt leerstof indien nodig flexibel aangeboden?

Uitdagingen bij de overgang naar hoger onderwijs

Bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs ervaren sterk cognitief functionerende studenten (extra) uitdagingen op verschillende vlakken.

Uitdagingen op cognitief vlak

Zoals eerder vermeld zijn hoogbegaafde studenten snelle en creatieve denkers. (Enkel) als er beroep gedaan wordt op hun cognitieve begaafdheid, voelen ze zich aangesproken. Wanneer leerinhouden niet voldoende uitdagend zijn, worden ze snel verveeld en neigen ze af te haken.

Voor veel hoogbegaafde studenten kostte studeren in het secundair onderwijs weinig moeite. Ze deden dan ook weinig ervaring op wat betreft plannen, het hanteren van een studiemethodiek of zichzelf organiseren. Ze zijn het niet gewend dat het soms nodig is om zich langdurig en intensief in te zetten om iets te bereiken en studeren te snel en/of oppervlakkig. Ze belanden met andere woorden in het hoger onderwijs met een zogenaamde ‘lege toolbox’. Gerichte ondersteuning bij het aanleren van studievaardigheden is dan nodig.

Studenten die cognitief sterk zijn op uiteenlopende domeinen hebben het vaak moeilijk om een concrete studiekeuze te maken of prioriteiten te stellen. Ze lijken als het ware wel over ‘teveel competenties’ te beschikken.

Uitdagingen op vlak van persoonlijkheid

Ook niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken zoals faalangst en/of perfectionisme zijn medebepalend voor het welzijn en de leerresultaten van cognitief sterk functionerende studenten. De confrontatie met een (eerste) faalervaring in het hoger onderwijs kan een negatief academisch zelfconcept in de hand werken: men gaat verwachten dat men zwakke resultaten behaalt en handelt hiernaar of, erger nog, geeft de studie (al te) snel op.

Hoewel uit onderzoek blijkt dat hoogbegaafden niet minder sociaal zijn dan hun niet-hoogbegaafde leeftijdsgenoten, hebben ze wel vaak het gevoel een buitenbeentje te zijn. Ze denken anders, voelen zich soms onbegrepen en zoeken vaker naar een diepgaande connectie met anderen. Veel cognitief sterk functionerende studenten willen niet opvallen en verbergen (zowel voor zichzelf als voor anderen) de uitzonderlijke talenten die ze bezitten. Bij de begeleiding van hoogbegaafde studenten is het essentieel om ook voor dit aspect aandacht te hebben.

Vijf principes & tips voor lesgevers

Opdat hoogbegaafden hun potentieel ten volle zouden kunnen benutten, moeten zij leren omgaan met de uitdagingen die hun hoogbegaafdheid met zich meebrengt. Zoals al vermeld speelt de ondersteuning vanuit de omgeving daarbij een belangrijke rol. Vijf principes, onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek, zijn richtinggevend en hebben een positief effect op de motivatie, het leren en het presteren van cognitief sterke studenten (Van Hees et al., 2024).

1. Stimuleer zelfsturend leren

Zelfsturend leren verwijst naar het zelf plannen, beoordelen en aanpassen van het eigen leerproces, met het oog op het zelfstandig bereiken van vooropgestelde doelen (zie ook ECHO-onderwijstip, 2025).

  • TIP: Maak voldoende duidelijk waar je verwachtingen liggen als docent: wat is uit het hoofd te kennen en wat niet, wat is belangrijk, wat is illustratief. Voorzie voldoende oefenmateriaal (hoogbegaafde studenten maken geen twee keer dezelfde oefeningen want herinneren zich vaak na een keer al de oplossing) en geef voorbeeldexamens. Zo anticipeer je op perfectionisme en/of gebrek aan studievaardigheden.
  • TIP: Stel waar mogelijk extra leermateriaal ter beschikking dat studenten op vrijwillige basis en op eigen tempo kunnen doornemen en dat een verdieping en/of verbreding van de leerinhoud stimuleert.
  • TIP: Een flexibel onderwijsaanbod met mogelijkheden tot geïndividualiseerde trajecten is een cruciaal aspect van talentontwikkeling. Denken we maar aan honours-programma’s waarbij studenten extra uitgedaagd worden en begeleid in zelfstudie en creatieve opdrachten. Ook het ad hoc aanbieden van een bijkomende taak of uitdagend project kan hoogbegaafde studenten motiveren om hun potentieel verder te ontwikkelen.

2. Maak werk van een ABC-ondersteunende onderwijsleeromgeving

Het bevorderen van Autonomie, verBondenheid en Competentie heeft een positieve invloed op de motivatie van hoogbegaafde studenten. Een combinatie van inspraak geven en een warme, zorgzame omgeving bieden enerzijds en anderzijds de nodige structuur en houvast voorzien, is cruciaal.

  • TIP: Soms stellen hoogbegaafde studenten erg veel vragen. Maak afspraken over wanneer en hoe vragen kunnen worden gesteld, zodat het als positief en verrijkend ervaren wordt voor de hoogbegaafde én andere studenten evenals voor jou als lesgever.
  • TIP: Bij groepswerk is het belangrijk om het samenwerkingsproces goed op te volgen. Soms kunnen hoogbegaafde studenten zo enthousiast zijn over een onderwerp en zo snel denken dat ze ‘solo gaan’. Bied hulp bij het afstemmen van ideeën binnen de hele groep en bij het maken van een evenwichtige verdeling van de taken onder de groepsleden.
  • TIP: Reageer ondersteunend en positief als een student zijn of haar hoogbegaafdheid ter sprake brengt, ook als het gaat om een student die zwakke resultaten behaalt.

3. Zet in op probleemgestuurd leren

Probleemgestuurd en onderzoekend leren worden vaak ingezet in honours-programma’s.

  • TIP: Geef hoogbegaafde studenten de kans om het leerproces te starten bij een probleemomschrijving, zodat ze zich uitgenodigd voelen om na te denken. Dit verhoogt de betrokkenheid en motivatie.
  • TIP: Geef studenten regelmatig de rol van onderzoeker, en laat hen participeren in een onderzoek-cyclus. Dit biedt extra leerkansen aan alle studenten, maar zeker ook aan hoogbegaafde studenten.

4. Differentieer

Speel in op verschillen tussen studenten en bied waar mogelijk een aangepast traject aan op basis van de verschillen (zie ook ECHO-onderwijstip, 2021).

  • TIP: ‘Compacten’ (het schrappen van onnodige instructie- en oefentijd) kan extra tijd geven voor het aanbieden van uitdagende leerstof.
  • TIP: Geef cognitief sterke studenten de kans om te versnellen, om sneller in te stromen aan de universiteit of om opleidingsonderdelen of opleidingen met elkaar te combineren.
  • TIP: Ook het verdiepen en verbreden van leerinhouden, eventueel vak- of opleiding- overschrijdend, kan erg motiverend werken.

5. Bied gerichte ondersteuning en/of verwijs door

Zorg voor de nodige ondersteuning van studenten in hun leren, niet enkel inhoudelijk maar ook procesmatig.

  • TIP: Bied hulp aan bij de studiekeuze wanneer men het moeilijk vindt om te kiezen uit een groot aantal interesses of als men onvoldoende zicht heeft op de verwachtingen die vanuit een bepaalde opleiding gesteld worden.
  • TIP: Geef procesgerichte i.p.v. persoonsgerichte feedback, zodat jongeren meer gaan geloven in hun groeipotentieel.
  •   TIP: Motiveer studenten om studiebegeleiding te volgen, zodat ze methodieken van studieplanning, het onderscheiden van hoofd- en bijzaken en leerstrategieën makkelijker onder de knie krijgen.
  • TIP: Geef aandacht aan eventuele psychosociale moeilijkheden. Het gevoel van anders zijn, geen aansluiting vinden bij peers en/of frustraties door leermoeilijkheden kunnen veel onzekerheid en verdriet veroorzaken. Een verwijzing naar een studentenpsycholoog kan dan erg helpend zijn.

Meer weten?

Screencasts & ECHO-sessie ‘Cognitief sterk functioneren en hoogbegaafdheid’ (2025)

ECHO-onderwijstips

Interuniversitair project Talent (KULeuven, UGent & UAntwerpen, 2017-2021)

https://www.projecttalent.be/thema/leren-en-motivatie/artikel/193-hoogbegaafd-en-toch-loop-je-vast-bij-het-studeren

Kieboom, T., & Venderickx, K. (2017). Meer dan intelligent, de vele gezichten van hoogbegaafdheid bij jongeren en volwassenen. Lannoo.

Kooijman-van Thiel, M.B.G.M. (Red., 2008). Hoogbegaafd. Dat zie je zo! Over zelfbeeld en imago van hoogbegaafden. OYA Productions.

Lavrijsen, J. (2023). Buitengewoon intelligent! Over het ontwikkelen van cognitief talent bij jongeren. KULeuven, Expertisecentrum Talent.

Nauta, N., & van de Ven, R. (Red., 2019). Hoogbegaafde volwassenen. Zet je gaven intelligent en positief in. Utrecht: BigBusinessPublishers.

Van den Muijsenberg, E. (2020). Hoogbegaafde jongeren aan de universiteit. Ontwikkeling van een aanbod voor studie-ondersteuning. KULeuven, Master’s thesis.

Van Hees, V., Ramos, A., Stokx, R., & Verschueren, K. (2024). Cognitief sterk functioneren: Richtlijnen voor een inclusief beleid in (de transitie naar) het hoger onderwijs. Gent: Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs.