i.s.m. Wannes Gijsels (Domeincoördinator Dienst Internationale Samenwerking, UAntwerpen), Bianca Roseaux (Domeincoördinator-diensthoofd Onderwijsbeleid en organisatie, UAntwerpen), Sebastian Van Hoeck (Global Engagement Officer, UAntwerpen) en Prof. dr. Tom De Herdt (Voorzitter Werkgroep & Bureau Global Engagement, UAntwerpen)

Investeren in de internationalisering van opleidingen is geen doel op zich. Wel kan het een hefboom zijn om studenten internationale, interculturele en wereldburgerschapscompetenties te laten ontwikkelen, opdat zij optimaal kunnen functioneren in een geglobaliseerde context en kunnen bijdragen aan complexe globale uitdagingen. Hoe stimuleer je nu zo’n competenties bij élke student? Wanneer je op een doelgerichte manier internationale en interculturele dimensies integreert in het formele en informele curriculum voor alle studenten (Beelen & Jones, 2015), zorg je voor een internationale ervaring at home waar alle studenten baat bij hebben. Je biedt studenten met andere woorden internationale leerervaringen aan binnen je eigen instelling en laat hen zo profiteren van de rijke diversiteit en kennis van de globale gemeenschap (Manning & Marku, 2024).

Hoewel de European Association for International Education (EAIE) meldt dat 64% van de Europese universiteiten zegt betrokken te zijn bij internationalisation at home, vragen veel universiteiten zich nog steeds af wat er precies bedoeld wordt met de term en hoe deze kan worden geïmplementeerd (Jones & Reiffenrath, 2018). Gaat het om een andere onderwijstaal uitproberen in je opleidingsonderdeel? Een gastcollege aanbieden? In interactie treden met de Erasmusstudenten in je lokaal? Onder andere, maar de reikwijdte van internationalisation at home is ruimer: “Internationalisation at Home is the purposeful integration of international and intercultural dimensions into the formal and informal curriculum for all students within domestic learning environments” (Beelen & Jones, 2015). Internationale competenties helpen studenten om binnen een specifieke discipline te functioneren in uiteenlopende nationale contexten en regionale settings wereldwijd. Interculturele competenties stellen studenten in staat om culturen te waarderen zonder te oordelen en effectief en gepast te communiceren en samen te werken met mensen van alle culturen (CeQuint, 2017). In deze onderwijstip geven we je graag concrete voorbeelden van hoe je in je opleiding(sonderdeel) kan werken aan deze competenties bij alle studenten.

Een aspect van Internationalisation at home is het aanbrengen van andere perspectieven: “elders ter wereld gaat het er anders aan toe dan hier” (Beelen in Yoo, 2021). Maar het gaat ook over eigen perspectieven, referentiekaders en kennissystemen kritisch in vraag stellen en aftoetsen aan deze van de rest van de wereld. Het gaat dus in essentie om het binnenbrengen van multiperspectiviteit in je opleiding(sonderdeel), waarbij verschillende stemmen aan bod komen en waarbij debat tussen die stemmen mogelijk is. Professor Van Hecken (Instituut voor Ontwikkelingsbeleid, UAntwerpen) formuleert het als volgt (in Deckers, 2024): “Het betekent dat we openstaan voor verschillende manieren om naar de wereld te kijken. Daarbij is het belangrijk dat we ook de dominante waarden binnen onze eigen maatschappij in vraag durven te stellen. […].” Multiperspectiviteit stelt de studenten in staat om complexe globale uitdagingen vanuit diverse invalshoeken te benaderen en zo naar een oplossing toe te werken.

Aanpak voor het bevorderen van internationale competenties

Wil je studenten vertrouwd maken met multiperspectiviteit en hun internationale competenties aanscherpen? Dan investeer je best in een veilige leeromgeving waarbij je culturele diversiteit erkent en waardeert (De Leersnyder et al., 2021) en zet je bij voorkeur in op drie fronten: (1) het formele curriculum, (2) het informele curriculum en (3) het verborgen curriculum.  Hoe je hier concreet mee aan de slag kan, lees je in wat volgt.

(1)    Formele curriculum

Het formele curriculum verwijst volgens Gregersen-Hermans et al. (2024) naar opleidingsonderdelen of initiatieven die studiepunten opleveren. Daarnaast omvat het de beoogde eindcompetenties, de bijbehorende onderwijs- en leeractiviteiten en de beoordeling van het leren van de studenten. Het gaat met andere woorden om de competenties die docenten studenten expliciet aanleren.

Hieronder vind je tips en voorbeelden om internationalisering en multiperspectiviteit in het formele curriculum te integreren.

Verwijs naar vakinhoudelijke kennis in een globale context

Benader je vakgebied vanuit een breed, globaal perspectief. Duid de relevantie van de leerstof op internationaal/intercultureel niveau en integreer waar mogelijk internationale benaderingen/vergelijkingen van het vakgebied en ga hierover in interactie met de studenten. Hoe doet men bijvoorbeeld onderzoek naar milieugerelateerde gezondheidskwesties in andere delen van de wereld? Worden de ethische implicaties van AI verschillend benaderd naargelang de regio? Hoe gaan verschillende landen om met euthanasie in hun wetgeving? Hoe wordt dierenwelzijn in de wetgeving vertaald in bijvoorbeeld Australië versus Chili? In welke mate verschillen duurzame waterbeheerpraktijken wereldwijd afhankelijk van de geografische en economische omstandigheden?

Werk met globaal diverse literatuurlijsten, cursusinhoud, casestudies en gastcolleges

Gebruik wetenschappelijke literatuur van auteurs uit verschillende landen en culturen, met extra aandacht voor historische en huidige ondervertegenwoordigde stemmen uit het Globale Zuiden [1] (i.p.v. enkel Eurocentrische stemmen uit het Globale Noorden). Introduceer voorbeelden en casestudies uit verschillende landen en culturen. Hou bij de keuze voor gastcolleges en cursusinhoud het binnenbrengen van diverse en globale perspectieven in het achterhoofd. Moedig je studenten (als co-creërende partners) aan om zelf verschillende perspectieven/bronnen aan te leveren.

Belangrijke vragen die je jezelf en je studenten kan stellen tijdens een bronanalyse:

  1. Wat zouden de achterliggende doelstellingen, ideologieën en aannames van de auteur kunnen zijn?
  2. Welke mogelijke invloed heeft de achtergrond van een auteur (positionaliteit) op de productie en verspreiding van kennis?
  3. Welke stemmen en perspectieven worden in het curriculum centraal gesteld? Welke worden uitgesloten of gemarginaliseerd?
  4. Wordt er een diversiteit aan culturele, geografische en epistemologische achtergronden weerspiegeld in de selectie van auteurs?
  5. Welke vormen van kennis worden als valide beschouwd, en wie bepaalt wat als "belangrijke" of "academische" kennis geldt?

Het internationaliseren van het curriculum draait niet alleen om het toevoegen van stemmen die weinig of niet zichtbaar zijn in cursusinhouden, maar ook om het stellen van de volgende kritische vragen:

  • Wat voegen deze bijdragen precies toe aan het bestaande debat?
  • Waarom zijn deze stemmen nu pas toegevoegd?
  • Hoe dagen de identiteiten en ervaringen van de toegevoegde auteurs bestaande machtsstructuren uit of versterken ze deze?
  • Beschouwen we de nieuwe stemmen als gelijkwaardig aan de bestaande dominante stemmen, of zien we ze slechts als een kleine toevoeging?

Bekijk hoe het opleidingsonderdeel ‘Politieke geschiedenis van België’ gedoceerd door Prof. Van Goethem (Bacheloropleiding rechten, UAntwerpen) een evolutie heeft doorgemaakt op inhoudelijk vlak naar meer nadruk op mensenrechten en diversiteit, met Congo als casus.

[1] Globale Zuiden zijn landen die een gedeelde geschiedenis kennen van uitbuiting, onderdrukking en kolonisatie, en die vandaag de dag daar nog steeds op economisch, politiek, sociaal en milieu vlak daar de gevolgen van dragen.

Benut diversiteit in je lessen

Hou rekening met de opvattingen, ervaringen en behoeften van internationale studenten en studenten met een diverse achtergrond bij het plannen, uitvoeren en evalueren van je opleidingsonderdeel. Probeer op een actieve en bewuste manier interculturele competenties te ontwikkelen bij studenten door de diverse samenstelling van de studentenpopulatie te benutten.  Stimuleer bijvoorbeeld studenten, nationaal en internationaal, om samen te werken door ze bijvoorbeeld in heterogene groepen te verdelen. Wees je er wel van bewust dat het niet volstaat om de eigen studenten en de internationale studenten zomaar samen te zetten voor een adequate ontwikkeling van internationale en interculturele competenties (Leask, 2009; Zimitat, 2008). Om een echte international classroom te realiseren (zie ook Beleidsnota UAntwerpen 2019, enkel voor personeel UAntwerpen na log-in):

  • breng je de internationale dimensie doelbewust ter discussie
  • probeer je het welbevinden van de internationale en Vlaamse studenten te verhogen
  • maak je de studenten wederzijds bewust van culturele verschillen en ga je daarbij polarisering tegen
  • leer je studenten omgaan met eventuele moeilijkheden waar ‘studenten uit andere werelden ’ tegenaan lopen
  • streef je ernaar dat studenten elkaar/de wereld beter zouden verstaan door internationaal te vergelijken

In deze good practice Samen sterker: Peer learning (enkel voor personeel UAntwerpen na log-in) vind je voorbeelden van een international classroom, waarbij de socratische dialoog, intervisiegroepen, een paper workshop en de co-creatie van een les als voorbeelden voor peer learning in een internationale context naar voor worden geschoven. 

Zet in op taal-, interculturele en digitale vaardigheden

Opdat studenten optimaal zouden kunnen functioneren in diverse en internationale settings, hebben ze specifieke vaardigheden nodig die hen daartoe in staat stellen, zoals onder andere taal-, interculturele en digitale vaardigheden. Zo is een goede kennis van bijvoorbeeld het Engels vaak essentieel. Ook het leren van bepaalde andere talen, denk daarbij aan Frans of Spaans, kan in een bepaalde context zinvol zijn.  Moeten de studenten voor jouw opleidingsonderdeel binnenkort samenwerken met internationale collega’s? Dan kan je hen een voorbereidende opdracht laten maken waarbij ze bijvoorbeeld gebruik moeten maken van een online taalplatform (bv. Altissia).

Daarnaast is het essentieel dat studenten inzicht krijgen in wat interculturele communicatie inhoudt, welke uitdagingen daarbij komen kijken en hoe ze hiermee effectief kunnen omgaan. Ten slotte is het wellicht ook aangewezen dat de studenten vertrouwd worden met de werking van internationale communicatieplatforms, manieren van bestanden delen, data-analyse, etc.

Organiseer Collaborative Online International Learning projects (COIL)

COIL staat voor Collaborative Online International Learning en verwijst naar “online leren in een internationale omgeving, met interactieve betrokkenheid van studenten en docenten met verschillende internationale en interculturele achtergronden in en buiten het klaslokaal” (Leask, 2020). COIL-projecten brengen met andere woorden studenten van verschillende geografische locaties samen om via virtuele samenwerking inhoudelijk aan een groepstaak te werken, terwijl ze tegelijkertijd hun interculturele vaardigheden ontwikkelen. Ze kunnen worden opgezet binnen elke academische discipline en zelfs interdisciplinair zijn.

In het tweede jaar van de Bachelor in de rechten aan UAntwerpen wordt binnen het opleidingsonderdeel ‘Buitenlandse rechtstelsels en terminologie’ een COIL-project georganiseerd. Gedurende het semester ontmoeten de groepen elkaar tweemaal online om elkaar te leren kennen en om elkaars rechtssystemen te bespreken en kritisch te analyseren. Nadien volgt een plenaire sessie met alle 220 studenten waarbij de bevindingen van de verschillende landen worden vergeleken. Kom in deze good practice te weten hoe dit wordt georganiseerd en hoe de studenten worden voorbereid op deze internationalisation at home ervaring (enkel voor personeel UAntwerpen na log-in).

Overweeg Blended Intensive Programmes (BIP)

BIP’s combineren een virtuele samenwerking tussen studenten met een korte fysieke component. Deze fysieke mobiliteit van studenten is veelal korter dan bij een traditionele uitwisseling: minimum 5 dagen en maximaal 30 dagen. Aan deze programma’s, die plaatsvinden in het kader van Erasmus+, nemen studenten deel van minimaal 3 hogeronderwijsinstellingen uit Europese landen. Door nieuwe en flexibelere mobiliteitsformats mogelijk te maken, die fysieke mobiliteit combineren met een virtueel deel, wil de Europese Commissie (2024) via Blended Intensieve Programma's studenten van alle achtergronden, studierichtingen en cycli bereiken.

De opleiding Bouwkunde aan UAntwerpen initieerde een Blended Intensive Programme over ‘Sustainable and Resilient Infrastructure and Buildings’. In samenwerking met acht gerenommeerde buitenlandse partnerinstellingen werd een programma ontwikkeld waarbij studenten zich verdiepen in de nieuwste technologieën op het gebied van duurzaamheid.

Overweeg je zelf een Blended Intensive Programme uit te werken, dan kan deze handige toolkit, ontwikkeld in het kader van Erasmus+, je daarbij ondersteunen.  Wil je een BIP implementeren aan UAntwerpen, dan vind je alle relevante informatie op deze pagina (na log-in).

Organiseer een Summer of Winter school

Een Summer of Winter school is een intensief, kortdurend academisch programma tijdens de zomer- of wintermaanden. Thema’s van deze programma’s zijn altijd internationaal en vaak interdisciplinair van aard (bijvoorbeeld klimaatverandering, dierenrechten, duurzame mode, leiderschap, …). Probeer tijdens de school in te spelen op de diverse achtergronden van de deelnemende studenten door met casussen te werken, hen over hun ervaringen te laten vertellen in hun land van herkomst, te laten debatteren, in heterogene groepjes te werken, ... Om de eigen studenten aan te moedigen deel te nemen aan deze internationale leerervaringen aan de eigen instelling, en zo de internationale setting maximaal te benutten, wordt het aangeraden om deelname curriculair te erkennen. Deelnemers kunnen immers credits/studiepunten verdienen wanneer ze de Summer of Winter school succesvol afronden.

De Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie (UAntwerpen) organiseert verschillende zomer- en winterscholen in binnen- en buitenland. Studenten uit verschillende opleidingen hebben de mogelijkheid om hieraan deel te nemen, met erkenning van de behaalde credits in het curriculum. Om de interculturele uitwisseling te garanderen voor de programma’s wordt ingezet op interactieve les- en werkvormen. Ontdek het aanbod en de aanpak hier of hier.

(2)    Informele curriculum

Ook het informele curriculum speelt een niet te onderschatten rol bij het realiseren van internationale competenties bij alle studenten. Het gaat dan onder andere om extra-curriculaire activiteiten die het formele curriculum ondersteunen, maar waar geen studiepunten aan gekoppeld zijn binnen een bepaald studieprogramma (UUKi Outword Student Mobility Network, 2024). Voorbeelden van zo’n extra-curriculaire activiteiten zijn:

  • het bevorderen van betrokkenheid tussen studenten uit eigen land en internationale studenten door het opzetten van buddyprogramma's, welkomstevenementen of internationale studentenverenigingen (bv. facultaire buddywerking georganiseerd door de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie aan UAntwerpen – enkel toegankelijk voor personeel UAntwerpen na log-in)
  • activiteiten en cursussen op het gebied van intercultureel bewustzijn en wereldburgerschap (al kunnen deze ook opgenomen worden in het formele curriculum), bv. een conferentiedag met internationale sprekers en voor een internationaal publiek, uitwisselingen van studenten in het kader van ontwikkelingssamenwerking zie bv. USOS-exposures aan UAntwerpen. Wil je zelf iets organiseren aan UAntwerpen? Bekijk dan de Open Call Globaal Engagement, waar zowel personeel als studenten financiering kunnen aanvragen.
  • interculturele thema-evenementen, festivals en culturele uitwisseling (bv. activities for international students, Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie, UAntwerpen)
  • taalonderwijs waaraan geen studiepunten gekoppeld zijn (bv. Monitoraat op maat: Nederlands niet je eerste taal?)

(3)     Verborgen curriculum

Het verborgen curriculum ten slotte omvat de impliciete verwachtingen, aannames en normen die onbewust een rol spelen bij het vormgeven van een leeromgeving. De manier waarop je jouw onderwijs inricht, welke ongeschreven gedragscodes je hanteert, wat wel en niet mag in de aula, hoe je klasmanagement eruitziet, de mate waarin je autonomie verleent aan de studenten, de manier waarop je met hen communiceert…, reflecteren een bepaald mensbeeld, een bepaalde kijk en bepaalde waarden die impliciet worden doorgegeven (AP Hogeschool, 2022).

De algemene onderwijscultuur kan echter verschillen van land tot land, en binnenin landen. In sommige hoger onderwijsculturen nemen bijvoorbeeld kritisch denken, reflectie, debat en discussie een belangrijke plaats in. De afstand tussen lesgever en studenten is algemeen genomen eerder klein. Terwijl in andere landen of instellingen de focus eerder ligt op het verwerven van kennis waarbij voornamelijk van de studenten verwacht wordt dat ze luisteren. Zij zijn niet vertrouwd met actieve participatie en de afstand tussen lesgever en studenten is eerder groot. Belangrijk is om deze ongeschreven regels en verwachtingen als lesgever van bij de start te expliciteren en te investeren in activiteiten die dit verborgen curriculum blootleggen (zie ook ECHO-onderwijstip ‘Welzijn bij internationale studenten’, 2023). Neem je leerinhoud, leeractiviteiten en leermateriaal vooraf kritisch onder de loep en probeer waar mogelijk multiperspectiviteit te integreren (zie tips en voorbeelden hoger bij formeel curriculum). Vraag studenten eventueel hoe zij aankijken tegen de rol van respectievelijk student en docent (vanuit hun verschillende tradities), inclusief hun sociale interacties en posities, om zo het verborgen curriculum bloot te leggen.

Meer weten?

ECHO-Onderwijstips

Bronnen voor UAntwerpen-personeel:

Good practices:

Beleid:

Relevante literatuur