i.s.m. Indra Wolfaert (Opleidingshoofd specifieke lerarenopleiding beeldende kunsten, Koninklijke Academie voor Schone Kusten, AP Hogeschool Antwerpen)

Bij een kwalitatieve stagebegeleiding hoort constructieve feedback met ruimte voor reflectie door de student zelf. De student moet zelfstandig met de feedback aan de slag kunnen en die tijdens een volgende ervaring omzetten in een nieuw leermoment.  Het feedbackgesprek na een stagemoment is dus een cruciale stap in het leerproces van de student. Om dat gesprek zo efficiënt mogelijk te houden, kunnen de volgende tips van pas komen:

  • Neem voldoende tijd voor het feedbackgesprek. Een goed gesprek, waarbij de student zelf tot inzichten komt, neemt al snel een uur in beslag. Geef dus niet snel tijdens een pauze feedback, want dan gaat veel van de feedback verloren.
  • Zorg voor een een-op-eengesprek tussen jezelf en de student. Zo krijgt de student de ruimte om eventueel gevoelige zaken over de stageplaats aan te kaarten.
  • Start het gesprek bijvoorbeeld volgens de reflectiemethode van Fred Korthagen: vraag hoe de student zich voelt of reageer op een – verbale of non-verbale – uitlating van de student. Je kan bijvoorbeeld starten met een van de volgende vragen: Vanwaar die zucht? Hoe heb je deze stage ervaren? Je hebt een glimlach op je gezicht, wat maakt je blij? Door het gesprek te starten vanuit een gevoel, merkt de student vaak zelf op waarom de stage chaotisch was of vlot is verlopen. Als begeleider kan je hier en daar bijsturen door vragen te stellen of opmerkingen toe te voegen.
  • Vaak zal de student zelf eerst het negatieve benoemen, en zal het nodig zijn om tijdens het gesprek expliciet te vragen naar positieve ervaringen: Wat vind jij zelf het sterkste aan je stage en waarom? Leg daarbij de nadruk op het handelen van de student zelf, en vraag hoe de student dat positieve element mee tot stand heeft gebracht en hoe die dat nog meer wil inzetten in de toekomst. Benoem de kwaliteit(en) van de student expliciet.
  • Wijs ook zelf voldoende op positieve aspecten. “Reflecteren vertrekt van het positieve, anders werkt het niet”, aldus Fred Korthagen. We zijn te vaak geneigd om te focussen op het negatieve, maar in het leerproces van de student is het zeker even belangrijk om de kwaliteiten te herkennen. Zo kan de student die in de toekomst inzetten.
  • Terwijl je met de student de verschillende fases van het reflectiemodel doorloopt, moet de student voldoende tijd krijgen en mag je dus niet voortdurend zelf het woord willen nemen. Als begeleider beperk je je bijdrage tot vragen stellen en een eindconclusie formuleren (zie ook Vijftig Onderwijstips: tip 7: Effectief vragen stellen en omgaan met vragen van studenten).
  • Als leidraad voor het gesprek kan het helpen om een zestal kernwoorden te noteren.
  • Geef maximaal drie verbeterpunten, zodat het motiverend en haalbaar blijft voor de student om te reflecteren en zijn/haar handelen aan te passen. Benoem minstens even veel kwaliteiten van de student (bijvoorbeeld: enthousiasme, leergierig, stiptheid, of vakkennis). Zorg dat je de mondelinge feedback ook neerschrijft voor de student, zodat die alles later nog eens rustig kan nalezen. Daarbij is het belangrijk om de negatieve feedback in het schriftelijke document nog meer te onderbouwen en er constructieve suggesties aan te koppelen. Vermeld echter geen nieuwe negatieve punten, die je tijdens het gesprek niet hebt besproken.
  • Geef expliciet aan dat je nadien bereikbaar bent voor verdere verduidelijking: soms heeft een student wat tijd nodig om alles te laten bezinken en komen vragen dan ook later.

Meer weten?

Luttenberg, J. (2002). Doceren en reflecterenVELON: Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 23, 20-28.

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Academische Initiële Lerarenopleiding (d.n.), Leidraad voor het leren reflecteren.

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (2013). Vijftig onderwijstips. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. (Voor personeelsleden UAntwerpen hier online raadpleegbaar):

  • Tip 7: Effectief vragen stellen en omgaan met vragen van studenten

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO): onderwijstips:

 

(Onderwijstip mei 2017)