Activeren. Het lijkt wel de ‘conditio sine qua non’ van het (hoger) onderwijs. Er is al heel veel over geschreven. Alles is hier al over gezegd, niet? Toch maken we ons sterk dat we in deze tip nog enkele toevoegingen kunnen doen. Wist je, bijvoorbeeld, dat een onderzoek in Science (Deslauriers, Schelew & Wieman, 2011) aantoont dat een activerende didactiek leidt tot een groter leereffect bij studenten dan een meer ‘traditioneel’ ingericht hoorcollege (voor meer details over het onderzoek, zie de referentie onderaan)? Effectiever les geven is dus een mogelijke reden om met activering te beginnen.
Het implementeren van een activatiecultuur in ons onderwijs is dus belangrijk. Maar, wat is dat, een activatiecultuur en hoe bereik je deze? Dat behandelen we in deze tip.
De activatiecultuur
Een activatiecultuur is een onderwijscultuur waarin activatie de basis is en studenten het gewend zijn om geactiveerd te worden, zelf na te denken, te antwoorden,… .
Vooraleer we ingaan op een aantal implementatiemogelijkheden binnen jouw onderwijs, eerst een reality check. In de praktijk is het vaak quasi onmogelijk om iedere student te activeren én dit ook nog eens te controleren. Zo zijn er soms contextuele of motivationele factoren die wij niet of minder in de hand hebben, maar die er wel voor zorgen dat een student niet geactiveerd wordt of wil worden. Dit ontslaat ons echter niet van de verantwoordelijkheid om er alles aan te doen om onze studenten te activeren. Hen hierbij goed ondersteunen, voldoende kansen geven en motiveren is de basis. Maar uiteindelijk is het aan de student om in te gaan op het kader dat wij hen aanbieden en waarbinnen ze kunnen leren.
Hoe implementeer je een activatiecultuur?
Wat zijn nu onze mogelijkheden? Wat kunnen we ondernemen om een activatiecultuur te bereiken?
Het begint al van bij de start: studenten zo snel mogelijk confronteren met activatie en dus al in de eerste les activeren. Daarnaast voorzie je bij de eerste activatie best wat tender love and care, in de vorm van een introductie. Doe dit zeker als studenten in andere lessen of opleidingsonderdelen nog niet vertrouwd zijn met activatie. De volgende zaken kan je hierin opnemen:
- Wat is het doel van activatie? Waarom activeer je (bv. , activeren zorgt ervoor dat verschillende meningen naar boven komen)?
- Waarom vind je activatie belangrijk (bv., de antwoorden van studenten geven jouw een duidelijk beeld van wat er wel en nog niet begrepen is)?
- Wat zijn jouw concrete verwachtingen bij de activatie (bv. , iedereen wordt verwacht mee te werken)?
- Wat is de verhouding met examens (bv. , activering vraagt naar zelfde niveau, zelfde soort vragen,…)? Hoe bereidt de activatie studenten hierop voor?
- Wat zijn de verwachte (leer)effecten van activatie (bv., activatie zorgt voor een diepgaander inzicht in de leerstof)?
Vervolgens is het een kwestie om studenten vertrouwd te maken met de activatiecultuur en hen ervaring te laten opdoen met activatie. Dit kan op de volgende manieren:
- Creëer een bepaalde mate van voorspelbaarheid. Dit kan, bijvoorbeeld, door steeds op dezelfde manier de opdrachtinstructie te geven of door steeds op dezelfde manier aan te kondigen dat je de opdracht wil nabespreken.
- Begin klein. Als lesgever mag je in het begin best aanvaarden dat er slechts een kleine groep meewerkt. Probeer vervolgens stelselmatig meer en meer studenten te betrekken.
- Bouw activatie geleidelijk op. Introduceer eerst eenvoudige activerende werkvormen (bv. ECHO-tip 2014: Stemming) en ga geleidelijk over tot moeilijkere vormen (bv. jigsaw, zie ook tip 22 uit ’50 onderwijstips’). Zo geef je ook jezelf de kans om vertrouwd te geraken met het activeren. Daarnaast kan je studenten eerst laten oefenen met activering, door het geven van (inhoudelijk) eenvoudige opdrachten en het stellen van eenvoudige vragen. Eens ze vertrouwd zijn met activatie en met bepaalde activerende werkvormen, kunnen (inhoudelijk) moeilijkere vragen gesteld en opdrachten gegeven worden.
- Creëer succesverhalen rond activatie door studenten positieve ervaringen te geven. Dit kan, bijvoorbeeld, door in de eerste activatie van een contactmoment steeds te vragen naar een mening of een opdracht te geven waar iedereen aan kan meewerken. Dit resulteert hopelijk in een positieve buzz ten opzichte van activatie.
- Maak duidelijk dat fouten maken mag. Eventueel kan je dit idee ook communiceren bij de introductie van activatie. Probeer bijvoorbeeld studenten die fouten maken te ondersteunen door het geven van hints of tips (i.p.v. direct naar andere studenten te gaan voor een antwoord) of hen te blijven motiveren door uitspraken in de trend van ‘niet helemaal waar we naar zoeken, wel interessant’.
Eens studenten zich vertrouwd voelen met de activatiecultuur, is het een kwestie van studenten blijvend te motiveren voor activatie. Een belangrijke tool daarbij is variatie in activatie in te bouwen. Varieer in activerende werkvormen en probeer ook eens minder vertrouwde vormen uit (zie ‘meer weten’ voor extra input).
Meer weten?
Over het leereffect dat vasthangt aan een activerende didactiek
Deslauries, L., Schelew, E. , & Wiesman, C. (2011). Improved learning in a large-enrollment physics class.Science, 332, (862-864).
Over activeren en activerende werkvormen
ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO): Onderwijstips:
- De one minute paper (2015)
- Het onderwijsleergesprek (2016)
- De stemming (2014)
- De hink-stap-sprong (2015)
ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (2013). Vijftig onderwijstips. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. (Voor personeelsleden UAntwerpen hier online raadpleegbaar):
Idea paper 53: Active learning strategies in face-to-face courses.
ECHO-kennisclips over diverse activerende werkvormen (online beschikbaar)
Voor UAntwerpen-personeelsleden
Op het infocenter onderwijs vind je nog enkele good practices van activerend onderwijs aan de Universiteit Antwerpen.
Daarnaast vind je, ook op het infocenter onderwijs, nog enkele tips en tricks over activeren.
(Onderwijstip februari 2018)