Nederlands leren voor een betere toekomst
Linguapolis, het taalinstituut van de Universiteit Antwerpen, ontvangt ruim 50 anderstalige studenten die in Antwerpen het voorbereidend jaar Nederlands komen volgen. De studenten komen uit bijna alle continenten. Ook negen Oekraïense vluchtelingen starten aan het uitdagende traject om in één jaar tijd Nederlands te leren. Sinds deze week zijn ze student aan UAntwerpen.
Het Taaljaar Nederlands is een intensief studieprogramma. Linguapolis leidt hiermee jonge anderstaligen op die in België willen verder studeren. Op korte tijd leren ze Nederlands, véél Nederlands, en krijgen ook andere vakken zoals academische vaardigheden. Wie slaagt voor de taaltest op het einde van het jaar, kan volgend academiejaar een Nederlandstalige studie aan een hogeschool of universiteit aanvatten.
Sabine Steemans, Linguapolis-coördinator NT2: “Ik noem dit programma wel eens de Olympische Spelen van onze taalcursussen. De lat ligt hoog en de tijd is kort. Deze studenten leveren een krachttoer door op één academiejaar een nieuwe taal te leren en er vervolgens in te gaan studeren. Chapeau!”
Ambitieuze student-vluchtelingen
De taaljaarstudenten komen van overal in de wereld, van Albanië tot Kameroen, en van Colombia tot Zuid-Korea. Een aantal van hen komen ook uit oorlogsgebied of zijn om andere redenen hun land ontvlucht. Zeven jonge vluchtelingen met studieperspectief werden geselecteerd voor het beursprogramma dat in samenwerking met het Universiteitsfonds Antwerpen donaties voor hun inschrijvingsgeld verzamelt.
Ze komen uit Palestina, Syrië, Georgië en Oekraïne, en ook zij leren op negen maanden tijd het Nederlands tot het hoge niveau van de toelatingstest Nederlands voor het hoger onderwijs. De ambitie bij alle student-vluchtelingen om hier verder te studeren of hun diploma en talenten in te zetten is groot. Zo is de Syrische Naya nog maar net in België, en toch start ze deze week al aan haar droom om haar studie farmaceutische wetenschappen te vervolmaken.
Jonge student-vluchtelingen uit Oekraïne
De taaljaarstudenten komen opnieuw van overal: ze vertegenwoordigen maar liefst 25 verschillende nationaliteiten. Dit jaar komt de grootste afvaardiging uit Oekraïne. De gemiddelde leeftijd van deze studenten is 22 jaar. Mariia is met haar 18 jaar de jongste van de groep, voor haar is het Taaljaar meteen ook de eerste kennismaking met het hoger onderwijs en het studentenleven.
Mariia Nikolaichuk
Mariia Nikolaichuk (18) uit Oekraïne is sinds maart dit jaar in België, maar volgde bij aankomst meteen enkele lessen Nederlands met haar ouders. “Wij woonden maar een paar kilometer van de Russische grens, de universiteit waar ik wilde studeren werd gebombardeerd. Een paar dagen na mijn achttiende verjaardag moesten we vluchten. Ik had niet heel veel verwachtingen, maar wist wel dat ik mijn kansen om te studeren niet kwijt wilde raken. Ik ben echt gemotiveerd om te studeren, ik wil een goede ingenieur worden en ben heel geïnteresseerd in fysica en technologie. Ik ben heel dankbaar voor de ondersteuning die ik hier van vele goede mensen krijg waardoor ik aan mijn toekomst kan werken.”
Ook humane wetenschappen populair
De motivatie bij alle student-vluchtelingen om hun talenten in te zetten voor de maatschappij is groot. Hoewel er altijd veel interesse is geweest in de ingenieursrichtingen, valt het dit jaar op dat ook vele andere richtingen zoals psychologie en taal- en letterkunde populair zijn. Zo wil de Oekraïense Nika Sardarova (21) klinisch psychologe worden in Vlaanderen.
Nika Sardarova
Nika is sinds maart in Antwerpen samen met haar moeder en grootouders, haar vader bleef in Oekraïne. Ze kozen voor Antwerpen omdat een tante hier al woont. “Ik voelde altijd al de nood om anderen te helpen, ik hoop dat hier ook te kunnen doen en wil daarom mijn studies afwerken. Ik wil hier de masteropleiding klinische psychologie volgen en mensen in het Nederlands begeleiden. Al van in Oekraïne is het mijn droom om me te specialiseren in het werken met kinderen met speciale noden.”
Christine Engelen, directeur Linguapolis: “Dit jaar is het nog duidelijker dan anders dat een nieuwe taal naar een nieuwe toekomst kan leiden, en dat jonge student-vluchtelingen een toekomstperspectief voor meerdere jaren uitzetten. Sinds het voorjaar zijn er meer en meer Oekraïense vluchtelingen in Antwerpen en ook zij willen de taal leren. Dat is een keuze die je niet zomaar maakt als je recht uit de oorlog komt. Elk jaar kijken we met bewondering naar die jonge studenten, en we zijn blij dat we hen kunnen ondersteunen in hun zoektocht naar een nieuwe toekomst.”