Het project Indische Winterkers – kankerroest aan de Universiteit Antwerpen is een therapie in ontwikkeling die kanker letterlijk laat wegroesten. Deze kankerroesttherapie wordt in tegenstelling tot de gekende immuuntherapie, waarbij het immuunsysteem helpt om kanker te bestrijden, nog niet toegepast in ziekenhuizen. Maar door de veelbelovende resultaten uit preklinische studies wordt er momenteel sterk geïnvesteerd in de ontwikkeling van roestinducerende drugs. De broers Wim en Tom Vanden Berghe liggen mee aan de basis van deze ontdekking dat therapieresistente kankers kan laten wegroesten. Beiden met een eigen insteek. Wim focust op het gebruik van actieve bestanddelen uit medicinale planten die roest induceren, terwijl Tom innovatieve roestbommetjes ontwikkelt in een nano-verpakking zodat deze correct bij de tumor worden afgeleverd. Zelf maakten de broers van dichtbij mee wat kanker met een mens kan doen: Tom leeft nog dankzij een doelgerichte therapie ontwikkeld door de biomedische sector.
Waarom we doen wat we doen
“Wanneer kanker een gezicht krijgt in je directe omgeving in de familie, bij vrienden of collega’s, ben je extra gemotiveerd om te blijven doorzetten en oplossingen te zoeken voor problemen of tegenslagen in het onderzoek”, beamen Tom en Wim.
“Ons onderzoek is gebaseerd op waarnemingen uit de traditionele plantengeneeskunde in India, Azië en Latijns-America die we in een modern jasje steken. In het labo testten we een twintigtal veelgebruikte “geneeskrachtige” plantenextracten uit, op zoek naar nieuwe actieve kankerdodende bestanddelen. Vooral de Indische Winterkers (Withania somnifera) bleek zeer effectief. Deze plant wordt ook al 1000 jaar gebruikt in India in de Ayurvedische geneeskunde voor behandeling van huidzweren”, zegt Wim.
Tom vult nog aan: “De interesse in niet-patenteerbare natuurproducten als antikankertherapie is echter heel beperkt bij de klassieke farmaceutische industrie. Daarom proberen wij in mijn labo ook de focus te leggen op het ontwikkelen van roesttherapieën die gemakkelijker kunnen vertaald worden naar klinische studies.”
Het financiële plaatje
“Natuurlijke plantenstoffen liggen aan de basis van verschillende hedendaagse kankermedicijnen, bijvoorbeeld taxol, vinblastine en camptothecine. Het is een feit dat de natuur een uniek laboratorium vormt. Enerzijds voor het evolutionair selecteren van biologisch werkzame metabolieten tegen kankerdoelwitten en anderzijds voor mogelijke nieuwe basisstructuren voor synthetische analogen met verbeterde farmaceutische eigenschappen. Het kan nieuwe toepassingen alleen maar ten goede komen. Maar dat er meer financiële steun nodig is, staat buiten kijf.”
“De ontwikkeling van roesttherapieën groeit enorm snel, hierbij hoort natuurlijk een financieel kostenplaatje. In vergelijking met Amerika is een financiële inhaalbeweging nodig in Europa om roesttherapieën te vertalen naar ziekenhuizen. We werken daarom ook nauw samen met start-up bedrijven om dit proces zo snel mogelijk te laten verlopen. Echter is de academische financiering de start van dit hele proces. En deze middelen zijn eerder beperkt.”
Een onderzoek van lange adem
Wim vertelt ons het volgende: “Na een onderzoek van vier jaar slaagden we erin dat ene cruciale kankerdodende bestanddeel eindelijk te isoleren en te identificeren: Withaferine A. Eigenaardig genoeg bleek Withaferine A kankercellen niet te doden zoals klassieke kankergeneesmiddelen (chemotherapeutica). Op dit moment schakelde ik de expertise van mijn broer Tom in, die gespecialiseerd is in het ophelderen van kankerceldood mechanismen. In deze periode ontdekten Tom en zijn team namelijk een nieuw type kankertherapie via ijzerafhankelijke celdood: “ferroptose” of celdood door biologisch roesten. Hierbij sterven aan ijzer verslaafde kankercellen sneller af dan normale cellen door roestgaten in het celmembraan, die de kankercel finaal doen uiteenvallen. Het onderzoek kwam in een stroomversnelling toen bleek dat Withaferine A in staat was om de roestbescherming van de kankercel uit te schakelen en zo agressieve therapieresistente tumoren toch op de knieën te krijgen door het stimuleren van “ferroptose.”
De testfase en nieuwe ontwikkelingen
“We zijn ondertussen op het punt gekomen waarbij we de werkzaamheid van Withaferine A reeds via muizen hebben aangetoond. Om de neveneffecten zo veel mogelijk te beperken, camoufleren we Withaferine A in kleine vetbolletjes of nanodruppeltjes die via “lekkende” bloedvaten in de tumor terechtkomen en bij aankomst de agressieve tumorcellen uitschakelen door een roestlawine.
Naast de verschillende kankertherapeutische toepassingen met Withaferine A uit Indische Winterkers werden recent ook veelbelovende resultaten bekomen met Mangiferine uit de mangoboom (Mangifera Indica) en Thalassioline B uit de mariene zeewierplant (Thalassia Testudinum). Hiervoor werken we samen met diverse (inter)nationale labo’s in Cuba en de Universiteit Antwerpen met de nodige kennis in pharmacognosie en farmaceutische geneesmiddeltechnologie. Expertise samenbrengen is de enige manier om stappen vooruit te zetten.
Bovendien gebruiken we die kennis uit de natuur nu om nieuwe mogelijke medicijnen te ontdekken die een grotere kans maken om in klinische studies terecht te komen. Verdere verbetering van de nano-verpakking is ook cruciaal om doelgericht door de tumor opgenomen te worden en zo bijwerkingen te minimaliseren.
Het is een doolhof waar je soms de weg moet vragen om oplossingen te vinden. Op familiefeesten wordt dikwijls lachend gevraagd of er geen mol in ons labo zit die het kankeronderzoek saboteert, daar we kanker nog altijd niet definitief kunnen genezen. Gelukkig niet, maar dergelijk onderzoek vergt tijd en is gewoon niet vanzelfsprekend. We zijn er nog niet, maar wie weet volgt er snel een doorbraak!”