“Door het Taaljaar voel ik mij meer zelfzeker, als student en ook daarna”

Linguapolis, het taalinstituut van de Universiteit Antwerpen, biedt internationale studenten de uitdagende kans om in één jaar tijd Nederlands te leren. Zo worden deze jonge anderstaligen opgeleid om nadien in België verder te studeren. Op korte tijd leren ze Nederlands, véél Nederlands maar ze volgen ook lessen over cultuur, fonetiek en academische vaardigheden. Ook de 19-jarige Mariia Nikolaichuk uit Oekraïne is momenteel student aan de Universiteit Antwerpen in het Taaljaar. Haar beurs werd dankzij giften via het Universiteitsfonds Antwerpen gefinancierd.

De zoektocht naar een cursus Nederlands

De oorlog in Oekraïne dreef Mariia samen met haar familie op de vlucht. Sinds maart 2022 woont ze in België waar ze eerst heel wat administratieve problemen moesten overwinnen. Zodra het kon, ging ze samen met haar familie naar een taalschool voor een eerste cursus Nederlands.

Tijdens de zomer begon Mariia na te denken over haar toekomst. In Oekraïne had ze al één jaar aan de universiteit achter de rug: hoe kon ze haar studies verder zetten?. “Voor mij was het snel duidelijk dat ik voor een universitaire opleiding in België de Nederlandse taal op een hoog niveau zou moeten beheersen. Na wat opzoekwerk ontdekte ik het Taaljaar van Linguapolis aan de Universiteit Antwerpen. Na de schriftelijke testen werd ik uitgenodigd voor een interview. In augustus kreeg ik dan het verlossende telefoontje dat ik was toegelaten voor het Taaljaar met een beurs. Als gezin was het voor ons geen gemakkelijke periode, ook financieel niet. Dit was echt een oppepper.”

Het Taaljaar

In september 2022 startte Mariia in het Taaljaar, samen met 55 andere internationale studenten. Momenteel zit ze in niveau 5. “Het Taaljaar is heel intensief, er zijn veel tussentijdse testen waarvoor je moet slagen om naar een volgend niveau te gaan. Ik ben gelukkig voor alle tussenstappen geslaagd en volg nu het laatste niveau. Zonder Linguapolis weet ik niet hoe ik zo snel Nederlands zou kunnen leren. Het is zeker niet te onderschatten, je moet elke dag studeren, ook na je lessen. Je bent er voortdurend mee bezig. Dat ik al wat kennis heb van de Duitse taal heeft mij enorm geholpen met de grammatica, alleen het spreken blijft moeilijker."

Wat na het Taaljaar?

Binnenkort legt Mariia haar finale examen af: de ITNA met grammatica, schrijf-, lees- en luisteroefeningen. Als ze hiervoor slaagt volgt er nog een mondeling examen. “Zodra ik het Taaljaar heb afgerond, normaal gezien eind juni, wil ik graag mijn studies aan de Universiteit Antwerpen starten als ingenieur. Het zal niet gemakkelijk zijn, en in de zomer zal ik wiskunde moeten bijschaven, bijvoorbeeld om de Nederlandse termen goed te kennen.” Ook voor mijn ouders is het heel belangrijk dat ik verder kan studeren. Door het Taaljaar voel ik mij meer zelfzeker over mijn toekomst in België, als student en ook daarna.”

Mariia kan deze stap in haar studieloopbaan zetten dankzij donaties via het Universiteitsfonds Antwerpen. “Het is zo nobel van mensen om het Taaljaar te steunen, zij leven mee met de moeilijke situaties en problemen waardoor ik heel wat kansen krijg. Dat geeft hoop en motivatie. Ik ben heel dankbaar voor deze tweede kans in het leven.”