De kunst van het tellen

Maandag 24 november 2014

Korte omschrijving van de lezing

Tellen is een fundamenteel natuurlijk fenomeen, aanwezig in alle culturen en bij talrijke diersoorten. Zelfs mieren tellen hun stappen om de weg naar het nest terug te vinden. Voor de mens vormt het tellen de basis voor het getalconcept, het rekenen, wiskunde en wetenschap, maar ook voor zijn sociale groepsvaardigheden.

Maar de mens zou de mens niet zijn als hij niet een culturele marge voorzag bij wat evolutionair nuttig is, waarbij het tellen "ontaardde" tot het bestuderen van oneindige sommen, het bedenken van vernuftige combinatorische technieken of het ontwikkelen van kanstheoretische en statistische redeneringen. Zelfs het ontstaan van de meetkunde kan beschouwd worden als een gevolg van het visualiseren van het tellen.

Het tellen gebeurt met (de natuurlijke) getallen die op hun beurt als bouwstenen de priemgetallen hebben. Zoals wel vaker in de wiskunde leidde dit eenvoudige – overigens duizenden jaren oude – concept van een priemgetal dadelijk tot allerlei vragen die al honderden jaren onopgelost op ons bord liggen. De vraag of er oneindig veel ‘priemtweelingen’ zijn is hier een actueel voorbeeld van. 
De eerste onvolledigheidsstelling van Kurt Gödel, die in essentie zegt dat er in elk wiskundig systeem waarin je kan tellen, ware uitspraken zullen zijn die toch niet bewezen kunnen worden, helpt ook niet echt om de zaken voor de wiskundigen eenvoudiger te maken, vermits bewijzen net de logische bouwstenen zijn van de wiskunde.

In deze lezing presenteren we deze fundamenten en bouwstenen op exemplarische, speelse en uitdagende wijze, zodat zelfs de grootste criticaster de wiskundige in zichzelf ontdekken zal.


Paul Levrie & Rudi Penne

Paul Levrie (°1959, links op de foto) geeft wiskunde aan de faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen van de Universiteit Antwerpen. In 1987 doctoreerde hij als wiskundige aan het departement Computerwetenschappen (afdeling numerieke analyse)  van de KU Leuven waar hij nog steeds deeltijds werkt als onderzoeker. Sinds 1988 geeft hij in Antwerpen les aan industrieel ingenieurs in spe, eerst aan de KIHA, dan aan de Karel de Grote-Hogeschool, en nu dus aan de Universiteit Antwerpen.
Paul Levrie is in het bijzonder geboeid door de didactiek en de geschiedenis van de wiskunde. Hij is tevens redacteur van Pythagoras, het Nederlands wiskundetijdschrift voor jongeren.

Rudi Penne (°1964, rechts op de foto) werd als wiskundige gevormd in de Universiteit Antwerpen. Daar doctoreerde hij in 1992 in een schemerzone tussen zuivere wiskunde en mechanische toepassing. Het leek dan ook een voor de hand liggende keuze om zich daarna als wiskundige nuttig te maken in de Antwerpse ingenieursopleiding (eerst Karel de Grote-Hogeschool, nu Universiteit Antwerpen). 
Als tegengewicht voor de onmiskenbare realiteit van wiskunde waagt Rudi Penne zich ook aan het schrijven van fictie. Van zijn hand werden twee romans en een bundel kortverhalen uitgegeven.

Paul Levrie en Rudi Penne schreven recent samen een boek over priemgetallen. Sinds 2008 bloggen ze voor het maandblad Eos en geven samen populariserende lezingen om de passie voor hun vak met anderen te delen en hen te overtuigen dat wiskunde best sexy kan zijn.

Foto: Koen Broos