Robots met gevoel voor humor
Robots vind je vandaag terug in fabrieken waar ze bijvoorbeeld onze auto’s assembleren. Ze worden gebruikt voor de 3D jobs: dull, dirty en dangerous. Als onze slaven werken ze, wat ook ineens de Tsjechische oorsprong van het woord “robot” verhult: namelijk werk of slaaf. Revolutionair was dan ook het idee om robots menselijke gelaatsuitdrukkingen te geven. Een robot die kan lachen, maar ook verdrietig of kwaad kan zijn. Sommige onderzoekers gaan zelfs heel ver en maken exacte robotkopieën van zichzelf. In deze lezing gaat Bram Vanderborgt dieper in op deze trend. Die past in de visie dat de nieuwe generatie robots gebruikt zal worden in onze dagdagelijkse omgeving, zoals in huis of op kantoor. Niet om ons te vervangen, maar om met ons samen te werken. Voor een goede samenwerking is een goede communicatie nodig. Vermits wij niet alleen spreken, maar ook non-verbaal communiceren met gelaatsuitdrukkingen en lichaamstaal, moeten robots dit ook kunnen. Dus af en toe een lach... De onderzoekstak die dit onderzoekt noemt men Human-Robot Interaction (HRI). Binnen de onderzoeksgroep wordt onder meer de Robot Assisted Therapy ontwikkeld voor autistische kinderen. De robot wordt gebruikt als facilitator om de kinderen te leren hoe te reageren in een sociale situatie en hoe ze emoties kunnen herkennen.