Gidsprincipes voor klimaatbestendige stedenbouw
Steden worden algemeen beschouwd als oorzaak van vele sociale én ecologische problemen. Kunnen steden in de toekomst ook een bron van oplossingen worden? In deze lezing worden een aantal spraakmakende en inspirerende voorbeelden besproken van ecologische woonwijken uit Europese dorpen en steden. De traditioneel concentrisch uitbreidende steden, maar ook tuinsteden blijken tal van ecologische nadelen te hebben. Erik Rombaut argumenteert dat ecologisch gefundeerde stedelijke uitbreiding beter gebeurt volgens het zogenaamde lobbenstad model: hoogdynamische stadslobben worden er van elkaar gescheiden door blauwgroene vingers en netwerken met daarin laagdynamische functies.
Erik Rombaut
Erik Rombaut is Master in de Biologie (UGent 1977). Als wetenschappelijk medewerker aan de UGent was hij betrokken bij het wetenschappelijk onderzoek naar integraal waterbeheer en de biologische waarderingskaart van België. Hij werkte aan landschapsecologische studies van beekvalleien in Vlaanderen ten behoeve van de (vroegere) Landelijke Waterdienst en hij was betrokken bij de opmaak van enkele van de eerste landschapsplannen van ruilverkavelingen voor de vroegere Nationale nu Vlaamse Landmaatschappij.
Vandaag doceert hij ecologie, milieukunde, ruimtelijke planning en ecologische stedenbouw aan het Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas te Gent en Brussel en doceert hij milieukunde aan de Hogeschool Sint-Lieven/Gent. Zijn academische interesse gaat vooral naar ecologisch verantwoorde stedelijke ontwikkeling, met het concept van de lobbenstad als gidsprincipe. Zijn onderzoek houdt zich onder meer bezig met de voordelen van blauwgroene netwerken in urbane omgeving (met een doordachte public-private gradiënt) inzake herstel van sociale en biodiversiteit, voor het oplossen van mobiliteits-, energie- en waterproblemen en voor de strijd tegen het stedelijk hitte-eiland effect.