Songs of the city: invloed van lawaai op het vogelleven in de stad
In steden leven mensen maar ook dieren. Vooral vogels springen in het oog en zijn vaak geliefd of gehaat om hun vocale aanwezigheid. Er is echter meer lawaai in een stad door menselijke activiteiten dan door zingende of roepende dieren. Niet alleen mensen maar ook dieren kunnen last hebben van die langsrazende auto’s, ronkende motoren of ratelende machines. Zogenaamde antropogene geluiden kunnen bijvoorbeeld de communicatie van stadsvogels belemmeren en reproductief gedrag verstoren. Er zijn echter vogelsoorten die uitermate succesvol blijven in het stadse milieu. Wat is het geheim van deze urban survivors? Dit is een lezing over zang en seks, ongehoord vreemdgaan, lawaai-overlast voor dieren, maar geen zwanenzang voor vogels in de stad.
Hans Slabbekoorn
Hans Slabbekoorn studeerde biologie aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1998 aan de Universiteit Leiden. Daarna werkte hij vier jaar als post-doctoraalonderzoeker in de Verenigde Staten aan de California Academy of Sciences en San Francisco State University. Vervolgens keerde hij terug naar Leiden, waar hij sinds 2004 assistent professor is verbonden aan het Institute Biology Leiden. Hans Slabbekoorn is gefascineerd door de evolutie van akoestische signalen. Hij bestudeerde o.m. Afrikaanse en Noord-Amerikaanse zangvogels om de invloed van zang op soortvorming te onderzoeken. De afgelopen 10 jaar specialiseerde hij zich in het onderzoek naar de impact van menselijke activiteit op het gedrag van vogels. Hij was de eerste onderzoeker die aantoonde dat de zang van vogels kan veranderen onder invloed van geluid veroorzaakt door menselijke activiteit in een stedelijke omgeving. Zijn publicatie in Nature in 2003 gaf aanleiding tot verschillende vervolgonderzoeken over heel de wereld. Meer recent breidde hij zijn onderzoek uit naar de impact van geluid op het aquatische leven.