Voorbereidingsprogramma taal- en letterkunde

Als je een academisch bachelor- of masterdiploma hebt dat je geen rechtstreekse toelating geeft tot de masteropleiding die je wil volgen, kan je soms toch instromen door eerst een voorbereidingsprogramma te volgen.

In het voorbereidingsprogramma leer je de opleidingsspecifieke kennis en (onderzoeks)vaardigheden die je nodig hebt om vlot te kunnen starten in de masteropleiding.

Als je slaagt voor het voorbereidingsprogramma behaal je geen diploma, maar een getuigschrift. Dit geeft je de toelating om in te schrijven voor de masteropleiding.

Lees grondig de toelatingsvoorwaarden en ontdek of je met jouw vooropleiding het voorbereidingsprogramma moet/mag volgen. Om het voorbereidingsprogramma te volgen, moet je altijd toelating aanvragen.

Het voorbereidingsprogramma geeft geen toelating tot de specialisatieoptie twee talen. Je kiest dus één taal uit het aanbod: Duits, Engels, Frans, Nederlands en Spaans.

Lees grondig de toelatingsvoorwaarden. Om het voorbereidingsprogramma te volgen, moet je altijd toelating aanvragen.

We verwachten dat je het taalbeheersingsniveau van het derde deel van het bachelortraject haalt.

In principe volg je in het voorbereidingsprogramma enkel het opleidingsonderdeel taalbeheersing uit het derde deel van het bachelortraject. Als je taalniveau echter niet voldoet, moet je ook het opleidingsonderdeel taalbeheersing op een lager niveau volgen (uit het eerste of tweede deel). Je kan de verschillende opleidingsonderdelen taalbeheersing uiteraard niet in één en hetzelfde jaar volgen. Daarom zal je in dit geval het voorbereidingsprogramma niet in één jaar kunnen afleggen.

Hoe je taalniveau bepalen? Contacteer de faculteit via de helpdesk en maak een afspraak met een docent die je taalniveau zal vaststellen. Voor Frans organiseren we standaard een taaltest om je taalbeheersingsniveau te bepalen.