Publicatie - Seroprevalentie van IgG antilichamen tegen het SARS coronavirus 2 in België: een prospectieve cross-sectionele studie van reststalen

Seroprevalence of IgG antibodies against SARS coronavirus 2 in Belgium: a prospective cross-sectional study of residual samples

June 2020

DOI: 10.1101/2020.06.08.20125179

Abstract

Achtergrond Tijdens de eerste week van de COVID-19 epidemie in België werd er een nationale studie opgezet, waarbij herhaaldelijk serum werd verzameld, met als doel om leeftijdsgerelateerde blootstelling aan het virus vast te stellen door middel van de aanwezigheid van SARS-CoV-2 antilichamen. Het eerste doel was om de baseline seroprevalentie en sero-incidentie te beoordelen met behulp van seriële onderzoeksgegevens die betrekking hadden op het begin van een nationale lock-downperiode, welke van kracht was kort nadat de epidemie werd erkend.

Methoden De prospectieve seriële cross-sectionele landelijke seroprevalentie-studie, gestratificeerd naar leeftijd, geslacht en regio, bevat 3000-4000 stalen in elk van de vijf verzamelperiodes (april tot juni 2020). In residuele serumstalen, die buiten ziekenhuizen werden genomen en verzameld door diagnostische laboratoria, werden IgG-antilichamen tegen S1-eiwitten van SARS-CoV-2 gemeten door middel van een semi-kwantitatieve commerciële ELISA. De seropositiviteit (cumulatief, per leeftijdscategorie en geslacht) en de sero-incidentie over een periode van 3-4 weken werden voor de Belgische bevolking ingeschat.

Bevindingen De gewogen algehele seroprevalentie nam aanvankelijk toe van 2,9% (95% BI 2,3 tot 3,6) tot 6,0% (95% BI 5,1 tot 7,1), weerspiegeld in een sero-incidentie schatting van 3,1% (95% BI 1,9 tot 4,3) tussen de 1e en 2e collectie periode. Vervolgens stabiliseerde de seroprevalentie eerst en nam daarna af van de 3e naar de 5e periode van 6,9% (95% BI 5,9 tot 8,0) tot 4,5% (95% BI 3,7 tot 5,4).

Interpretatie Tijdens het begin van epidemische mitigatie door de lockdown vertoonde een kleine maar toenemende fractie van de Belgische bevolking serologisch detecteerbare tekenen van een blootstelling aan SARS-CoV-2. De afname die daarna werd waargenomen, weerspiegelt waarschijnlijk een snelle afname van antilichamen na infectie.

Sero-epidemiologie COVID-19 in België 2020

Nederlandstalige samenvatting, versie 26Mar2020

Doel van de studie:

Een collectie van residuele serumstalen wordt verzameld voor bepaling van antistoffen tegen CoVid19, om te zien hoe de proportie vatbaren in de bevolking evolueert over de tijd, en hoe ze over leeftijdsgroepen (en geslacht en regio) verdeeld is. Andersom gezegd, om op te volgen hoeveel mensen besmetting hebben opgelopen over de tijd (cumulatief), en of de evolutie verschilt over leeftijdsgroepen (en geslacht en regio). Dit is heel belangrijke informatie, zowel voor het beleid om huidige uitbraak te controleren als voor preventie/aanpak van een mogelijk 2de of 3de golf.

Methode

  • 2 laboratoria die vooral ambulante praktijken bedienen, AML(Algemeen Medisch Laboratorium) en Laboratoire Luc Olivier, bewaren restserum van stalen die afgenomen zijn voor diagnostiek. Er wordt dus geen extra staal afgenomen. Voor stalen van patiënten jonger dan 20 jaar wordt ook samengewerkt met partnerlaboratoria (Bruyland, Anacura, Somedi, LBS, Baudouin, Synlab).
  • Staalcollectie is gestart zodra goedkeuring van het ethisch comite is bekomen, vanaf 30 maart 2020. Om de 3 weken wordt telkens gedurende 1 week stalen opzijgezet, minstens tot eind juni 2020. Het totaal aantal stalen per collectieperiode bedraagt, voor alle labo’s samen, 4000 voor de eerste collectie en vermindert over de weken heen. Collectie gebeurt gestratifieerd: 400 stalen per leeftijdsgroep van 10 jaar; per leeftijdsgroep evenveel man als vrouw; per leeftijdsgroep de helft van Vlaanderen en de andere helft van Wallonie en Brussel
  • Exclusie van ziekenhuis stalen en exclusie van dubbels gebeurt in deze laboratoria, die de stalen ook tijdelijk opslaan tot er financiering is en een test beschikbaar om antistoffen tegen  SARS-CoV-2 te laten bepalen, in opdracht van het CEV, Uantwerpen.
  • Stalen worden unlinked anoniem ter beschikking gesteld, met als enige gegevens: Unieke code; Leeftijd in jaren; Afnamedatum; Geslacht; postcode.

Geplande analyse

  • Bepaling van antistoffen tegen SARS-CoV-2: proporties seropostief, seronegatief of equivalent volgens de gebruikte test (IgG ELISA, Eurimmune)
  • Bepalen van overall vatbaarheid en verschillen per leeftijdsgroep, regio en geslacht dmv geschikte methodes zoals univariate analyse en logistische regressie; vergelijking van deze proporties tussen de verschillende collectieperiodes.

Resultaten

  1. Eerste collectie: resultaat op basis van 3910 stalen: 3% van de stalen waren seropositief. Seroprevalentie was vergelijkbaar over de leeftijdsgroepen.
  2. Tweede collectie: resultaat op basis van 3397 stalen: 6,2% van de stalen waren seropositief. De stijging was meer uitgesproken in de 20-29 en 80+ leeftijdsgroep.
  3. Derde collectie: resultaat op basis van 3253 stalen: 6,9% van de stalen waren seropositief. Deze stijging is minimaal en kan toegewezen worden aan toevalsvariatie. Lees het persbericht hier.