Het sociaalwerkonderzoek van CRESC sluit zich niet op binnen een bepaalde sector of thema, maar analyseert praktijken binnen het brede domein van armoede en sociale uitsluiting, met specifieke aandacht voor problemen in verband met de uitsluiting van migranten, etnische discriminatie en racisme. Het onderzoek laat zich daarbij inspireren door de sociale theorievorming rond de rechtenbenadering van sociaal werk enerzijds en meerlagige governance, welvaartsregimes en sociale innovatie anderzijds.
In het sociaalwerkonderzoek van CRESC staat de organisatorische en beleidscontext van het sociaal werk centraal, bijvoorbeeld netwerken en netwerkbestuur. Hierbij wordt aandacht besteed aan de normatieve basis van het sociaal werk, maar ook aan de concrete en complexe uitdagingen van de sociaalwerkpraktijk in organisaties (bijvoorbeeld vraagstukken rond het profiel en identiteit van de sociaal werker in multidisciplinaire teams) en samenlevingen die steeds diverser worden.
Een andere focus van het sociaalwerkonderzoek binnen CRESC ligt op de evaluatie van praktijken. Vanuit het onderzoek dragen we bij aan de discussie rond evidence based practice, maar focussen we niet enkel op ‘wat werkt’, maar op ‘wat werkt voor wie’ en ‘onder welke omstandigheden’.
Nog een andere focus ligt op de studie van sociale innovatie in sociaalwerkpraktijken binnen ‘meerlagige’ welvaartsregimes. Welvaartsregimes worden geconfronteerd met nieuwe sociale noden en maatschappelijke druk rond niet adequaat gelenigde sociale noden. Lokale overheden, sociale ondernemers en middenveldorganisaties ontwikkelen innovatieve vormen van lokale sociale actie, governance en beleid om daaraan tegemoet te komen en dragen zo bij tot de vernieuwing van welvaartsregimes.
Het sociaalwerkonderzoek binnen CRESC zet uitdrukkelijk in op een democratische dialoog tussen onderzoeker, cliënten, sociale werkers, praktijkwerkers en andere actoren van de civiele samenleving, vaak in een setting van actieonderzoek.