Persoonsgerichte zorg wordt beschouwd als een strategie die een positieve invloed heeft op kwaliteit van zorg en op de resultaten van die zorg voor de patiënt.
Dat therapietrouw aan geneesmiddelen vaak laag, met grote gevolgen voor de patiënt en de gezondheidszorg, is bekend.
Samen met het NuPhaC team en studenten bestudeerde prof. dr. Tinne Dilles de relatie tussen persoonsgerichte zorg en therapietrouw aan geneesmiddelen bij personen die minstens drie chronische geneesmiddelen gebruikten.
Wij delen hier alvast enkele bijzondere resultaten:
Persoonsgerichte zorg kan een verschil maken. Hoe meer zorg als persoonsgericht werd beoordeeld, hoe hoger de therapietrouw aan geneesmiddelen was. Voorwaarde was wel dat hierbij rekening werd gehouden met de mate waarin de patiënt betrokken wou zijn bij de bepaling van de zorg. De gewenste mate van betrokkenheid verschilt immers van patiënt tot patiënt en moet dus afgestemd worden op de persoon. Deze afstemming gebeurde te weinig. Deelnemers bespraken hun geneesmiddelengebruik met diverse zorgverleners. Vooral gesprekken met apothekers en verpleegkundigen konden nog meer aangepast worden aan de behoeften van de patiënt.
En therapietrouw? Ja, die bleek hoog te zijn in onze populatie. Maar, vaak wel na aanpassing van de farmacotherapie op basis van eigen ervaringen en inzichten. Een belangrijk deel van de populatie paste was niet therapietrouw aan wat was voorgeschreven, maar wel aan de therapie die ze zelf hadden bepaald.
En nee, die informatie wordt meestal niet gedeeld met zorgverleners.