Werkpakketten

De algemene doelstellingen van het ECOPLAN project zijn vertaald naar verschillende werkpakketten. Deze volgen een logische structuur van kennis inventarisatie, ontwikkelen van de modellen en methodes voor integratie. De verschillende onderdelen worden gedemonstreerd in een aantal testgebieden. Op basis van deze resultaten verbeteren en valideren we de ontwikkelde instrumenten en modellen. Finaal valoriseren we de resultaten van het project door middel van een aantal events in functie van de ontwikkelde modellen, kennisoverdracht en disseminatie. Elk werkpakket wordt geleid door één van de partners, telkens met bijkomende input van de andere partners and werkpakketten.

WP1: Vraag naar ecosysteemdiensten

Werkpakket 1 bekijkt hoe de maatschappelijke vraag naar ecosysteemdiensten geïdentificeerd en in kaart gebracht kan worden. Deze vraag wordt eveneens gekwantificeerd aan de hand van monetaire en niet-monetaire waardering. Bijkomend omvat dit werkpakket eveneens een analyse van de institutionele kansen en bedreigingen voor de integratie van ecosysteemdiensten in het Vlaamse beleid.

WP2: Aanbod van ecosysteemdiensten

In werkpakket 2 wordt er getracht de biofysische mechanismen achter de levering van ecosysteemdiensten te vatten en vast te leggen in conceptuele modellen. Dit laat toe om de variabelen te selecteren die de levering bepalen en beïnvloeden en zo zones of 'service providing units' op te stellen en te karteren.

WP3: Kennisintegratie

De hoge complexiteit en dynamiek van zowel de maatschappelijke appreciatie van ecosysteemdiensten (vraag) als de biofysische processen achter de levering van ecosysteemdiensten (aanbod) zorgen ervoor dat er een abstractie van deze complexiteit gemaakt moet worden. Door middel van Bayesian Belief Network modellen wordt er in werkpakket 3 nagegaan hoe groot het verlies aan nauwkeurigheid en betrouwbaarheid is als bepaalde variabelen niet in rekening worden gebracht. De modellen laten toe om zowel expertkennis als ook empirische data te integreren en kunnen worden gebruikt om cruciale mechanismes en variabelen te identificeren. Dit maakt het mogelijk om onzekerheden en kennishiaten te identificeren

WP4: Karteringsmethodes

Het karteren (en kwantificeren) van ecosysteemdiensten staat centraal in ECOPLAN. In werkpakket 4 wordt de kennis uit werkpakket 1, 2 en 3 toegepast om op basis van de beschikbare gegevens een zo getrouw mogelijke ruimtelijk expliciete voorspelling van de ecosysteemdiensten te maken. Voor vele ecosysteemdiensten wordt de levering van de dienst bepaald door landgebruik al dan niet in combinatie met fysische variabelen zoals bodemeigenschappen, topografie etc. Indien relevant, wordt er een onderscheid gemaakt tussen kaartlagen voor maatschappelijke vraag, potentiële levering, actuele levering, performantie (ratio of verschil tussen actuele en potentiele levering) en eventueel ook enkele beleidsrelevante interpretaties. De levering van de ecosysteemdiensten kan het sterkst worden beïnvloed door aanpassingen in het land-, bodem- en waterbeheer. Deze vormen dan ook de basis voor het integraal modelleren van de ecosysteemdiensten, waarbij de onderlinge relaties tussen ecosysteemdiensten eveneens in rekening worden gebracht. Dit laat toe om de vele wisselwerkingen mee te nemen bij het beoordelen van landgebruiksscenario’s.

WP5: Monitoring & Validatie

Werkpakket 5 moet wetenschappelijke legitimiteit leveren aan de kaartlagen en modellen van werkpakketten 3 en 4. In dit werkpakket wordt er ingezet op het valideren van de geproduceerde kaartlagen en modellen. Dit enerzijds op niveau Vlaanderen aan de hand van geselecteerde locaties en ingrepen over heel Vlaanderen (bv. bodemstalen, lokale grondwatermodellen, tellingen van recreanten, etc.), maar anderzijds ook via toepassingen op studiegebieden waar er voldoende data voorhanden is om meer geavanceerde ecosysteemdiensten modelleringen uit te voeren. Hierbij wordt er aangesloten op de onderzoeksvraag vraag van werkpakket 3; “Hoe groot is het verlies aan nauwkeurigheid en betrouwbaarheid als  bepaalde variabelen niet in rekening worden gebracht?”. Een ander belangrijk aspect van werkpakket 5 is het exploreren van toepassingen inzake “remote sensing”. Deze toepassing betreft zowel onderzoek naar het leveren van inputdata aan de modellen als onderzoek naar het direct meten van ecosysteemdiensten voor validatie en monitoring.

WP6: Demonstratie

Werkpakket 6 draait integraal rond het toepassen van ecosysteemdiensten in de praktijk. De onderzoeksresultaten van het project worden toegepast op verschillende studiegebieden die de eindgebruikers van ECOPLAN mee hebben bepaald. Door de kaartlagen en modellen toe te passen in een reële beleidscontext ontstaat er een dynamische wisselwerking tussen praktijk en wetenschap. Dit leerproces laat toe om de output van het onderzoek te verbeteren door de kritische feedback van mensen met een uitgesproken gebiedskennis mee te nemen. Eveneens zorgt dit ervoor dat ook de eindgebruikers een leerproces doormaken in het toepassen van het ecosysteemdienstenconcept.

In een eerste fase worden kaartlagen en informatie voor toetsing en visievorming aangeleverd. In een tweede fase worden voor de verschillende studiegebieden concrete ontwikkelings-scenario’s doorgerekend, de impact op de ecosysteemdiensten begroot en de wisselwerkingen tussen de ecosysteemdiensten gevisualiseerd. Voor drie gebieden wordt een bottom-up visievormingstraject met lokale stakeholders ondersteund en wordt er dieper ingegaan op de maatschappelijke vraag voor ecosysteemdiensten. Dit laatste levert belangrijke inzichten naar communicatie met lokale actoren en de uiteindelijke implementatie.

WP7: Valorisatie

Werkpakket 7 vormt het sluitstuk van het project, maar vormt in feite een rode draad doorheen het gehele project. Het is het eindresultaat van het onderzoek en eveneens een doorstart naar nieuwe onderzoeksmogelijkheden, initiatieven en toepassingen van het ecosysteemdienstenconcept. Eindproducten omvatten onder meer het opzetten van een geo-loket 'Ecosysteemdiensten' waarbij de kaartlagen kunnen worden geraadpleegd en gedownload. De ontwikkelde modellen worden, waar mogelijk, geïmplementeerd voor het beoordelen van landgebruiksscenario’s. Hiervoor wordt aan de hoofdeindgebruikers de mogelijkheid gegeven om cursussen te organiseren om het gebruik van deze instrumenten toe te lichten. Ieder jaar wordt er een ECOPLAN-event georganiseerd waar alle geïnteresseerde actoren welkom zijn om de ECOPLAN vorderingen op te volgen. Op het einde van het project wordt er eveneens een wetenschappelijk congres voorzien (19-23 september 2016, Antwerpen).