'Ad majorem dei gloriam' - Over Jezuïeten, joden, en Hebreeuws
Inaugurele lezing 2004-2005
donderdag 21 oktober 2004
Prof. dr. Irene Zwiep - Universiteit van Amsterdam
Verscholen tussen de laatste folio's van het Latijnse handschrift 993 van de universiteitsbibliotheek van Coïmbra in Portugal vindt men drie gedichten in zuiver - zij het niet geheel foutloos - Hebreeuws. Getuige de titel van het handschrift behoren ze tot de res scholasticae, werkstukken van allerlei geleerde aard, die door de studenten van het plaatselijke College van Schone Kunsten tussen 1568 en 1579 aan het papier waren toevertrouwd. De leiding van het college was toen al enige jaren in handen van de Orde der Jezuïeten, die er een ambitieus academisch programma had ingevoerd. Het Hebreeuws bezette een prominente plaats in dat programma. Enerzijds als deel van het humanistische 'trilingue ideaal', dat groot belang hechtte aan kennis van de klassieke talen Latijn, Grieks en Hebreeuws; anderzijds als onderdeel van wat je zou kunnen noemen 'de joodse component' van de Jezuïetische religieuze identiteit. De Hebreeuwse gedichten 'Aan de heilige koningen'- in handschrift Coïmbra 993 zijn in deze inaugurele lezing de aanleiding voor een verkenningstocht langs Jezuïeten, joden, bekeerlingen en Hebreeuws in de vroegste jaren van de orde.
Irene Zwiep studeerde Klassieke Talen en Hebreeuws aan de Universiteit van Amsterdam en The Hebrew University of Jerusalem. Na haar promotie was ze twee jaar als Frances Yates Fellow verbonden aan het Londense Warburg Institute. Sinds 1997 bezet ze de leerstoel Hebreeuws en joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam (Juda Palache Instituut). Haar onderzoeksinteresses lopen uiteen van geschiedenis van de Hebreeuwse taalkunde en joodse taalfilosofie, via 15e-eeuwse Iberisch-joodse cultuur, tot geschiedenis van de (vroeg)moderne joodse wetenschap. Zij werkt momenteel aan verschillende publicaties over joodse Verlichting en Wissenschaft des Judentums in Nederland.
Het Boek Jona. Ontstaanstijd, interpretatie en boodschap
donderdag 28 oktober 2004
Prof. dr. Erik Eynikel - Katholieke Universiteit Nijmegen
De interpretatieproblemem van het boek Jona zijn omgekeerd evenredig aan de lengte van het boek. De ontstaanstijd, het literair genre en de boodschap van het boek zijn continu punten van debat. De complexiteit van het probleem wordt nog versterkt doordat al deze problemen met elkaar verband houden. Deze lezing wil een pleidooi houden om het boek Jona te duiden als een parabel, geschreven in de tijd na de ballingschap voor een Judees lezerspubliek.
Erik Eynikel behaalde aan de K.U. Leuven een B.A. in filosofie, een M.A. in Godsdienstwetenschappen, in Oosterse Studies, in Theologie en een doctoraat in de Theologie. Hij is gespecialiseerd in exegesen van het Oude Testament en heeft gepubliceerd over de Septuagint, het Deuteronomium, het Boek der Wijsheden en de Profeten. Samen met Johan Lust en Katrin Hauspie stelde hij het Greek English Lexicon of the Septuagint (2e editie, 2003) samen. Hij is ook de redacteur van de International Bible Commentary, een commentaar op de bijbel in vier talen. Hij doceert Exegesen van het Oude Testament, Bijbels Hebreeuws en Aramees aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen en is gastprofessor aan de University of Dallas (USA).
'Wir sind da!' Jews in Postwar Germany
donderdag 4 november 2004
Richard Chaim Schneider - journalist en auteur
What nobody would have held possible in 1945, did happen. Jews who survived the Holocaust returned to Germany or decided to settle in this country. As they participated in the reconstruction of both German Republics, they found themselves in a special field of tension of German-Jewish identity. Richard Chaim Schneider, who was born in Germany as a child of Hungarian Holocaust survivors, approaches this issue from a Jewish perspective. During his presentation, he will show fragments of his documentary 'Wir sind da!' Juden in Deutschland 1945. Afterwards, there will be the opportunity for questions and discussion. Richard Chaim Schneider will speak in English, the fragments of the documentary will be in German.
Richard Chaim Schneider was born in 1957 in Munich as a child of Hungarian Holocaust survivors. He studied German Languages and Literature, Theater Studies and History of Art. For ten years he worked as an assistant to the director, dramaturgist and a director in Amsterdam, Bonn, Munich, Vienna and other cities. For sixteen years he has been a journalist, author and filmmaker for printed media, the radio and television (ARD). Since 1990 he has been a permanent author and filmmaker for Bayerischer Rundfunk (BR) and ARD. He has made documentaries and coverages from Israel, France, the USA and Germany. In 2000 he won the Bayerischer Fernsehpreis and the Civis-Medienpreis for his documentary `Wir sind da!¿ Juden in Deutschland nach 1945. He has published amongst others the following books: Zwischenwelten. Ein jüdisches Leben im heutigen Deutschland (1994), Israel am Wendepunkt. Von der Demokratie zum Fundamentalismus? (1998), Wir sind da! Die Geschichte der Juden in Deutschland von 1945 bis heute (1999). Richard Chaim Schneider frequently publishes commentaries and analyses in Süddeutsche Zeitung, Tagesspiegel, Die Zeit. He lives in Munich, Jerusalem and Vienna.
Geschiedenis van de joodse en van de Marraanse geneeskunde
donderdag 18 november 2004
Prof. dr. Jean-Pierre Tricot - KULeuven / Universiteit Antwerpen
Deze voordracht zal een inleidend overzicht geven van de geschiedenis van de joodse geneeskunde door het ziekteconcept in de bijbel en de talmud, de voedingswetten en de hygiënische voorschriften te bespreken. Anatomie, chirurgie, seksualiteit en gerechtelijke geneeskunde komen eveneens aan bod. Vervolgens zal de inbreng van de Marraanse artsen in het zestiende-eeuwse Antwerpen toegelicht worden. Na 1492 werden de Iberische joden uit hun land verdreven en weken zij uit naar het noorden. In 1532 kregen zij de toelating om zich in Antwerpen te vestigen. Verschillende artsen onder hen werden vooral door hun belangrijke medische traktaten beroemd.
Jean-Pierre Tricot (°1947) is gespecialiseerd in medico-legale expertises in opdracht van verzekeringsmaatschappijen en van gerechtelijke instanties. Hij doceert medische aansprakelijkheid aan de KULeuven en is ook stagemeester en lesgever aan de Universiteit Antwerpen. Hij is voorzitter van zowel de Internationale als van de Belgische Vereniging voor de Geschiedenis van de Geneeskunde. In 1979 richtte hij Nonnius op, de Vereniging voor de Geschiedenis van de Geneeskunde in Antwerpen. Nonnius was niet alleen de Marraanse lijfarts van P.P. Rubens, maar ook de grondlegger van de medische diëtetiek.
Hoffnung statt Erlösung. Walter Benjamins Theologisch-politisches Fragment gelesen als Antwort auf Ernst Blochs Geist der Utopie
donderdag 25 november 2004
Prof. dr. Astrid Deuber-Mankowsky - Institut für Medienwissenschaft Ruhr-Universität Bochum
Walter Benjamin lernte Ernst Bloch 1917 im Schweizer Exil kennen, ein Jahr nach der Veröffentlichung der ersten Ausgabe von Blochs Geist der Utopie. Es war der Beginn einer langjährigen, nahen und äußerst spannungsreichen Beziehung. Beide suchten Politik, Philosophie und Judentum zu verbinden. Beide gingen diametral andere Wege. Bloch verfolgte mit seinem politischen Messianismus das Projekt einer "revolutionären Gnosis", Benjamin suchte, Eschatologie und irdisches Glück zu versöhnen. Der Vortrag sucht diese Wege zu rekonstruieren.
Astrid Deuber-Mankowsky: Studium der Philosophie und Literaturwissenschaften in Zürich und Berlin. 1995-2003 Wissenschaftliche Mitarbeiterin, ab 2001 Hochschulassistentin am Kulturwissenschaftlichen Seminar der Humboldt-Universität zu Berlin. 1999 Dissertation über "Erkenntniskritik und vergängliche Erfahrung bei Walter Benjamin und Hermann Cohen". Ausgezeichnet mit dem Humboldtpreis 1999. 2004 Habilitation zum Thema "Praktiken der Illusion. Immanuel Kant bis Donna Haraway." Seit 2004 Professur am Institut für Medienwissenschaft der Ruhr-Universität Bochum. Mitbegründerin und seit 1990 Mitherausgeberin der Zeitschrift Die Philosophin. (edition diskord - Tübingen). Diverse Veröffentlichungen im Bereich der Medientheorie, Philosophie, feministischen Theorie, Religion und Moderne, insbesondere zum Einfluss der jüdischen, bzw. christlichen Tradition auf verschiedene Konzepte von "Aufklärung".
'He has to invent one'. A Childhood Lost in the Shoah
donderdag 2 december 2004
Dr. Ariane Eichenberg - Universität Hamburg
Today, writing of memory rather resembles an archeaological excavation. Centimeter after centimeter, the layers deposited over the years are digged up and both their signification and interrelatedness are examined. Sometimes, one finds something what had been forgotten for a long time. Some things are lost forever. One can only attempt to complement their loss through the knowledge of the present. This is especially the case for children and their fate during the Shoah. Within the very context of the genocide, they were condemned to death and they could not serve as work forces. How do child survivors tell the story of a life that was denied in every respect? How do they try to grasp such a life in writing? On the basis of texts by various authors, Ariane Eichenberg will pursue this search after the past in writing.
Ariane Eichenberg (°1968) is lecturer at the University of Hamburg, collaborator in the research project "Erinnerung und Gedächtnis" of Prof. Harald Welzer in Witten/Herdecke and works as a freelance journalist for the radio (Deutschlandfunk, WDR, NDR). She has written her dissertation "Zwischen Erfahrung und Erfindung. Jüdische Lebensentwürfe nach der Shoah" (2003) under the supervision of Prof. A. Assmann and Prof. J. Schöndert. She received a fellowship from "Hamburger Stiftung zur Förderung von Wissenschaft und Kultur". She studied Slavic and German Languages and Literature in Hamburg and Heidelberg. She has three children and lives in Hamburg.
De politiek van het joodse gevoel. De (veranderende) houding van joodse sociaal-democraten en communisten ten opzichte van Israël
donderdag 9 december 2004
Prof. dr. Evelien Gans - Universiteit van Amsterdam, Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie
In de toekomstige, rechtvaardige, socialistische of communistische maatschappij zou er geen plaats meer zijn voor antisemitisme. Jodendom was een gepasseerd station en zionisme was nationalisme op zijn joods en dus met vooruitgang niet te rijmen. Zo dachten de meeste joodse socialisten en communisten in Nederland vóór de Tweede Wereldoorlog. Toen ze door Evelien Gans geïnterviewd werden aan het einde van de twintigste eeuw, hadden Duitse bezetting, Shoah en de oprichting van Israël allang hun sporen nagelaten. De meeste respondenten keurden de Israëlische politiek af en tóch voelden en leefden ze mee met de joodse staat. Hardop denkend over hun moeizame verhouding tot het zionisme en de joodse staat brachten zij vaak een tegenstelling aan tussen verstand (politiek) en gevoel (jodendom). Maar: gíng het hier eigenlijk wel om een tegenstelling tussen ratio en emotie? Of gaat het, toen en nu, om de vraag met wie joden zich wél en met wie zij zich níet kunnen, mogen en willen identificeren ¿ kortom, om de politiek van het joodse gevoel?
Evelien Gans is historica, gespecialiseerd in moderne joodse geschiedenis. In 1994 publiceerde zij Gojse nijd & joods narcisme. Over de verhouding tussen joden en niet-joden in Nederland. In 1999 promoveerde zij op De kleine verschillen die het leven uitmaken, een historische studie naar de veranderende identiteit van joodse sociaal-democaten en socialistisch-zionisten in Nederland in de twintigste eeuw. Sinds september 2002 is zij bijzonder hoogleraar "Hedendaags jodendom, zijn geschiedenis en zijn cultuur" aan de Universiteit van Amsterdam. Evelien Gans publiceerde de laatste jaren regelmatig over antisemitisme in verleden en heden, onder meer over antisemitische stereotypen in bevrijd Nederland. Zij is als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en werkt daar aan een dubbelportret van twee Nederlandse creatieve, non-conformistische en controversiële joden: vader Jaap Meijer (historicus en dichter, 1912-1993) en zoon Ischa Meijer (journalist en schrijver, 1943-1995).
Georges Perec, een meestervervalser
donderdag 16 december 2004
Dr. Manet van Montfrans - Universiteit van Amsterdam
Georges Perec (1936-1982) verloor zijn uit Polen naar Frankrijk geëmigreerde joodse ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn vader sneuvelde in 1940, zijn moeder werd in 1943 naar Auschwitz gedeporteerd. Perec werd in 1942 naar familieleden in de vrije zone in Frankrijk gestuurd en bracht ruim anderhalf jaar door op een internaat in de Vercors. Daar ging zijn naam door voor Bretons en werd hij katholiek gedoopt. Na de oorlog werd Perec opgevoed door een zuster van zijn vader, in een gegoed, geassimileerd milieu. De breuk met de taal en de cultuur van zijn ouders bleek definitief. Perec ontwikkelde zich tot een veelzijdig, virtuoos en vindingrijk schrijver die uitblonk in speelse vormexperimenten. Behalve in het autobiografische W ou le souvenir d'enfance (1975) verwijst hij bijna nooit rechtstreeks naar zijn jeugdervaringen. In deze lezing wordt aan de hand van een analyse van Un cabinet d'amateur (1979) inzicht gegeven in de ingenieuze (om)wegen die Perec bij de verbeelding van zijn persoonlijke geschiedenis heeft bewandeld.
Manet van Montfrans is romaniste en is als docent-onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (Leerstoelgroep Moderne Europese Letterkunde). Zij publiceert hoofdzakelijk op het terrein van de hedendaagse Franse letterkunde. In 1999 verscheen haar dissertatie onder de titel Georges Perec. La contrainte du réel` (Rodopi). In 2003 publiceerde zij bij De Arbeiderspers Georges Perec, een gebruiksaanwijzing, een inleiding tot Perecs verhalend proza.
Synagogues of Germany: a Virtual Reconstruction of the Past
13 januari 2005 (Hof van Liere)
Dr. Bruno Arich-Gerz en Dipl. Ing. Marc Grellert - Technische Universität Darmstadt
Sixty-two years after the 1938 'Kristallnacht', architects have re-constructed the synagogues of fourteen German cities on the computer in the Department CAD in Architecture at the Technical University of Darmstadt. At first sight a notice like this sounds like a bad spoof: the original synagogues have with some rare exceptions disappeared from German cityscapes. But far from being a manipulative distortion of the urban-cultural scene in Germany at the turn of the century, the statement has its referent in "real" reality: drawing on digital animation technology, members of the department of architecture at the Technical University of Darmstadt re-created the interior of synagogues. The reconstruction, which followed under the direction of Prof. Manfred Koob and Dipl. Ing. Marc Grellert, records the cultural loss and calls to mind the historical importance of the building, which were once part of the German urban landscape and German culture. In his accompanying analysis, Bruno Arich-Gerz will focus on the specific interrelatedness of the new media ecology and the issue of remembering in general and of (city-)sites of memory in particular. The analysis will take reference to two different "registers", present-day trauma theory and Jean Baudrillard's diagnosis of the Postmodern age. Virtual synagogues might on the one hand contribute to a successful collective working through; on the other, it is their very virtuality that preserves the concrete spots in the cities the status of "traumatic sites" (A. Assmann).
Since December 2002, Bruno Arich-Gerz has been teaching and researching as a junior professor at the Institute of Linguistics and Literary Studies of the Darmstadt Technical University. He graduated at the University of Cologne (English Studies, Spanish Philology, Theater-, Film- and Television Sciences) in 1993 and received his Ph.D. in 2000 at the University of Constance. Before he came to Darmstadt he worked as a doctor assistent at the University of Antwerp.
NOOT: De presentatie van het Darmstadt project "Synagogues of Germany: a Virtual Reconstruction of the Past" op donderdag 13 januari 2005 maakt deel uit van het avondprogramma tijdens de 'graduate conference' "Reconceptualizing Jewishness in Postwar Europe" die door het Instituut voor Joodse Studies wordt georganiseerd van 12 tot 14 januari 2005 aan de Universiteit Antwerpen (zie ook aankondiging op deze website). Deze avondlezing is vanzelfsprekend en net zoals de andere donderdagavondlezingen voor iedereen toegankelijk die belangstelling heeft.
'dat in elk gedicht zijn 20e januari ingeschreven blijft'. Paul Celan in dialoog
donderdag 20 januari 2005
Prof. dr. Vivian Liska - Universiteit Antwerpen
Paul Celan is de dichter van de vervlechting van donker noodlot en duistere taal. De relatie tussen verwonding en verwoording wordt expliciet gemaakt in zijn beroemde uitspraak dat in elk gedicht zijn eigen datum ingeschreven blijft. De poëtica die aan de basis ligt van dit dictum zal aan de hand van de interpretatie van enkele gedichten van Paul Celan verhelderd worden. In de vraagstelling naar deze relatie tussen geschiedenis en schrijven gaat bijzondere aandacht uit naar de dialoog van Celan met andere schrijvers zoals Friedrich Hölderlin, Nelly Sachs en Franz Kafka.
Vivian Liska is hoogleraar moderne Duitse literatuur aan de Universiteit Antwerpen. Zij doceert moderne Duitse literatuur met als zwaartepunt modernisme en Duits-joodse literatuur. Zij is projectleider van de volumes "Modernism" in de ICLA-reeks "History of European Literature" (met Prof. Astradur Eysteinsson) en directeur van het Instituut voor Joodse Studies aan de Universiteit Antwerpen. Belangrijkste publicaties: Die Nacht der Hymnen. Paul Celans Gedichte 1938-1944 (Bern: Lang 1993), Die Dichterin und das schelmische Erhabene. Else Lasker-Schülers 'Die Nächte Tino von Bagdads' (Tübingen: Francke 1997); 'Die Moderne - Ein Weib'. Am Beispiel von Romanen Ricarda Huchs und Annette Kolbs (Tübingen: Francke 2000). Talrijke artikels over Nietzsche, Kafka, Benjamin, Arendt, de Man, Celan, Kofman, Uwe Johnson, Martin Walser, Ilse Aichinger, Rahel Varnhagen, Maurice Blanchot, Theodor Herzl, Nelly Sachs, Stefan Zweig.
Joodse diamantbewerkers in Amsterdam en Antwerpen. Overeenkomsten, verschillen en wisselwerking
donderdag 27 januari 2005
Karin Hofmeester - Erasmus Universiteit Rotterdam / Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam / Universiteit Antwerpen
De diamantindustrie heeft in de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Amsterdam een grote rol gespeeld. In Antwerpen doet ze dit nog steeds. In deze lezing zullen we stilstaan bij de volgende vragen: Hoe ontstond deze industrie in beide steden? Waarom was er juist in deze industrie werkgelegenheid voor joden? Op welke manier bepaalde de industrie het persoonlijke en professionele leven van de joodse diamantbewerkers? Bij het beantwoorden van deze laatste vraag zullen niet alleen de arbeidsomstandigheden en de rol van de vakbonden onderzocht worden. Ook de status van het beroep en de invloed die de diamantindustrie had op de sociale en culturele emancipatie van de joodse diamantbewerkers zullen besproken worden. Bij dit alles komen zowel de overeenkomsten en verschillen tussen beide steden aan bod.
Karin Hofmeester is historicus. Zij is gastprofessor aan de Universiteit Antwerpen waar zij de cursus Inleiding tot de Joodse Cultuur doceert. Daarnaast is zij op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam werkzaam als projectleider van het Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland. Dit is een digitaal, interactief monument op internet opgericht ter herdenking van de joden in Nederland die tijdens de Shoah zijn omgebracht. Tenslotte is ze als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hier verricht zij vergelijkend onderzoek over de joodse emancipatie in Frankrijk en Nederland in de periode 1780-1914.
Jean Améry. Revolte in der Resignation. Biografie
donderdag 3 februari 2005
Prof. dr. Irene Heidelberger-Leonard - Université Libre de Bruxelles
Dies ist die erste Biografie über Jean Améry (1912-1978), der 1938 von Wien nach Antwerpen emigrierte, sich in Brüssel der österreichischen Widerstandsbewegung anschloß, 1943 verhaftet und in Breendonck gefoltert und nach Auschwitz deportiert wird. Nach 1945 lebt er in Brüssel als freier Schriftsteller bis zu seinem Freitod in Salzburg im Jahre 1978. Mit seinem kanonischen Werk Jenseits von Schuld und Sühne, einer Phänomenologie des NS-Opfers, hat Jean Améry die Grundlage gelegt für den heutigen Auschwitz-Diskurs in Deutschland. Prof. Irene Heidelberger wird aus ihrer literarischen Biografie zu Jean Améry auf deutsch vorlesen. Anschlieβend wird die Möglichkeit zur Diskussion geboten.
Irene Heidelberger-Leonard, l944-l950 Frankreich, l950-1963 Deutschland, l963-1980 London. Seit l985 Professorin für Neue deutsche Literatur an der Université Libre de Bruxelles. Korrespondierendes Mitglied der deutschen Akademie für Sprache und Dichtung seit 1999. Ca. 70 Aufsätze zur Nachkriegsliteratur. Zahlreiche Buchveröffentlichungen zu Günter Grass, Alfred Andersch, Jurek Becker, Ruth Klüger u.a. Ausführliche Forschungsarbeit und Werke zu Jean Améry: Jean Améry (Text+Kritik, 1988), Jean Améry (Winter Verlag, 1990), Der Schriftsteller Jean Améry (hg. mit Hans Höller, Akademischer Verlag Stuttgart, 2000), Jean Améry im Dialog mit zeitgenössischen Schriftstellern (Akademischer Verlag, Stuttgart 2002), Jean Améry. Revolte in der Resignation. Biographie, Klett-Cotta, Stuttgart 2004. Gesamtherausgeberin von Jean Améry, Werke, 9 Bände, Klett-Cotta, Stuttgart.