An Old-New Language: Hebrew from 'saba' to 'sababa'
Inaugurele lezing 2005-2006
Donderdag 27 oktober 2005 om 20.00 uur
Prof. Dr. Dorit Ravid - Tel Aviv University
Internationale Francqui-leerstoel 2005, Universiteit Antwerpen
How can a language be both very old and rather new at the same time? Modern Hebrew at the turn of the millennium is a century-old language that still carries with it the traces of its 4.000-year-old past, yet is vibrant with adolescent activity and variation. This talk will present the kaleidoscopic picture that is Hebrew today - consonants from Yiddish and vowels from Ladino, a productive lexicon which can express any new idea using Biblical word structure, sentences following the grammar of Second Temple Hebrew, high-register, poetic and ancient constructions side by side with yesterday-born slang. Modern Hebrew is a fascinating linguistic and cultural experiment that has gone wildly native and now speaks for itself.
Dorit Ravid is currently Professor at the Constantiner School of Education in the Department of Communications Disorders and Head of the Language Teaching and Learning Program. She is Vice-Chair of SCRIPT, The Israeli Association for Literacy, as well as an Executive Committee Member of IASCL (International Association for the Study of Child Language). Dorit Ravid's research focuses on language acquisition, the development of linguistic literacy, later language development, acquisition of spelling and the development of text production abilities.
Dorit Ravid has collaborated with Prof. dr. Steven Gillis (CNTS, UA) on numerous occasions. Currently, they are elaborating a joint project between the University of Antwerp and Tel Aviv University on Noun plurals in Dutch and Hebrew: A cross-linguistic study in different cultural contexts. Investigating the similarities and differences in how Dutch-Hebrew bilinguals learn to pluralize nouns involves an innovative co-operation between the university and the Jewish schools in Antwerp.
Het concept 'joods'
donderdag 3 november 2005
Prof. dr. Julien Klener
In deze voordracht wordt de vraag naar een omschrijving van het concept "joods zijn" gesteld. Vanuit verschillende benaderingen en tradities werden hierop in de loop van de westerse geschiedenis antwoorden geformuleerd, die telkens een ander aspect beklemtonen. Een belangrijke rol speelt het perspectief en de aard van de relatie tussen joods en niet-joods die uit de definities spreekt. In de hedendaagse vertogen krijgt het concept omtrek en invulling binnen een spanningsveld tussen identiteitspolitiek en metaforisering. De voordracht exploreert hoe particularisme en essentialisme met elkaar in verbinding staan. Wat gebeurt er wanneer universele betekenis wordt toegeschreven aan het concept of de ervaring van "joods zijn" via een proces van metaforisering, bijvoorbeeld in het gebruik van de term "jood" als paradigmatische verwijzing naar alle vervolgden op aarde, de joden als "ceux que les autres veulent juifs" (Sartre) enz.
Julien Klener is Doctor in de Oosterse Taalkunde en Letteren (Hebreeuws, Aramees, Oegaritisch, Akkadisch, Klassiek Arabisch en Indonesisch). Hij studeerde in België, Nederland, Israël en de V.S. en was verbonden aan de Universiteit Gent en de Université de Liège, waar hij zich toelegde op de volgende gebieden: Bijbels Hebreeuws en Bijbels Aramees; Semitische epigrafie, Semitistiek; Vergelijkende Taalkunde van de Afro-Aziatische talen; jodendom. Julien Klener schreef een 100-tal artikels over deelaspecten van zijn vak.
Het verlangen naar Israël - een religieus motief in de joodse dichtkunst en de joodse mystiek
donderdag 10 november 2005
Prof. dr. Gerold Necker - Martin-Luther-Universität Halle-Wittenberg
'Indien ik u zou vergeten, o Jeruzalem, zo zou mij mijn rechterhand vergeten zijn' (Psalm 137:5). Het land Israël speelt een belangrijke rol in de joodse liturgie. Maar niet alleen daar: het land Israël staat ook reeds eeuwenlang in de focus van de joodse dichtkunst en de joodse mystiek. Deze voordracht wil inzicht geven in het mystieke concept van het land Israël in de tijd van de middeleeuwen tot in de moderne tijd. Daarenboven zullen Hebreeuwse gedichten van onder andere Jehuda haLevi en Hayyim Nachman Bialik voorgesteld worden waarin het motief van het verlangen naar het land Israël een essentieel bestanddeel van de joodse identiteit uitmaakt. Daarbij zal ook de vraag behandeld worden, welke wisselwerkingen er bestaan tussen de artistieke en de religieuze geschiedenis van dit beeld.
Gerold Necker beëindigde zijn studies Theologie in 1990 aan de Eberhard-Karls-Universität in Tübingen en behaalde in 1999 een doctoraat in Joodse Studies aan het Instituut voor Joodse Studies aan de Freie Universität Berlin. Hij legt zich in de eerste plaats toe op middeleeuwse joodse mystiek en de vroege Nieuwe Tijd. Sinds 2002 is hij als docent joodse studies verbonden aan het Seminar für Judaistik aan de Martin-Luther-Universität Halle-Wittenberg, waar hij Rabbijns en middeleeuws jodendom en hedendaagse Hebreeuwse literatuur doceert.
Genocide in vergelijkend perspectief
donderdag 17 november 2005
Dr. Ton Zwaan - Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies Amsterdam
In deze lezing zal allereerst kort ingegaan worden op het ontstaan van het interdisciplinaire veld van "genocide studies". Daarna volgt een uiteenzetting over de vergelijkende studie van genocidale processen en ten slotte worden enkele belangrijke bevindingen gepresenteerd.
Ton Zwaan studeerde sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Thans is hij universitair docent bij de Afdeling Antropologie en Sociologie van de Universiteit van Amsterdam en associate professor bij het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies. Hij publiceerde onder meer Civilisering en decivilisering. Studies over staatsvorming en geweld, nationalisme en vervolging (Amsterdam: Boom, 2001) en, samen met Bob de Graaff, Genocide en de crisis van Joegoslavië, 1985-2005. Nationalisme, staatsmacht en massamoord (Amsterdam: Contact, 2005). In januari 2004 trad hij als getuigedeskundige inzake genocide op voor het Joegoslaviëtribunaal in de zaak Milosevic.
Tussen Oost en West: leven en werk van de Jiddische auteur Esther Kreitman
donderdag 24 november 2005
Mevr. Dorothee van Tendeloo - Onderzoeker en vertaler
Naast een biografische schets zal er in deze lezing ruim aandacht worden geschonken aan het beknopte, doch rijke oeuvre van Esther Kreitman, zus van de vermaarde Jiddische Nobelprijswinnaar Isaac Bashevis Singer. We zullen zien hoe haar omzwervingen haar brachten van haar geboorteland Polen, via Berlijn en Antwerpen, tot in Londen, en hoe deze uiteenlopende locaties en ervaringen haar schrijven beïnvloed hebben, met name in de verhalenbundel Yikhes, die onlangs voor het eerst in een volledige vertaling is verschenen onder de titel Blitz. De spreker zal tenslotte trachten Esther Kreitman te plaatsen in een ruimere context van het toenmalige Jiddische literaire landschap.
Dorothee van Tendeloo is Licentiaat in de Germaanse Taal- en Letterkunde (Universiteit Antwerpen, 1997) en behaalde verder een diploma in Hebrew and Jewish Studies (Oxford Centre for Hebrew and Jewish Studies, 1997) en een MA in Yiddish Studies (SOAS, 2000). Zij is werkzaam als Junior Researcher in Jiddische Literatuur aan de Universiteit van Amsterdam (2000-2001) en als freelance medewerker aan het Menasseh ben Israel Instituut in Amsterdam (2001). Sedert 2002 is zij freelance vertaler en onderzoeker van joodse/Jiddische literatuur. Vertalingen: Blitz and Other Stories door Esther Kreitman (David Paul Press, 2004); De gouden sleutel - een biografie van de Jiddische taal door Miriam Weinstein (Vassallucci, 2002); Papieren schatten - verhalen en gedichten van vrouwelijke auteurs (Vassallucci, 2001).
Overleven als een gevecht om het bestaan: de joodse bevolking in Gent tijdens WO II
Donderdag 1 december 2005
Dhr. Marc Verschooris - Hogeschool Gent
Deze voordracht focust op de moeilijke omstandigheden waarmee de joodse bevolking in Gent tijdens WO II werd geconfronteerd: de verbanning uit het sociale en culturele leven en de totale isolatie, de vlucht, de terugkeer. Na de eerste razzia bepalen solidariteit, vertrouwen, hoop, moed en kracht in sterke mate de overlevingsdrang. Een derde van de circa 300 joden uit Gent (1940) werden in Auschwitz vermoord. Aan de hand van portretten werd getracht hun leven te reconstrueren. Behalve een beschouwing over orale en geschreven bronnen over de geschiedenis van WO II in en om Gent gaat de voordracht in op de verwerving van empirische kennis over een nagenoeg onbekende naoorlogse periode: de terugkeer van de politieke gevangenen en het opduiken van vervolgde joodse families.
Marc Verschooris (°1956) is sinds 1981 leraar in het provinciaal onderwijs. Sinds 1995 is hij praktijklector toegepaste informatica aan de Hogeschool Gent. Hij publiceerde over het verzet in Gent: De papegaai is geschoten (1994) en Wachten op de maan van mei (2000). Voor laatstgenoemd werk kreeg hij in 2003 de Provinciale Prijs voor Heemkunde. In mei 2005 voltooide hij het slot van de trilogie Schrijven in de schaduw van de dood - over thuiskomen, opduiken en achterblijven 1940-1955. In dit werk werd vooral de nadruk gelegd op de studie van de joodse bevolking van de stad Gent onder de bezetting tijdens WO II. Deze laatste publicatie werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van de Provincie Oost-Vlaanderen die eveneens een gelijknamige tentoonstelling organiseerde in het Caermersklooster te Gent (13 mei - 26 juni 2005).
Genetics and the History of the Jews of Africa and Asia
Donderdag 8 december 2005
Prof. dr. Tudor Parfitt - University of London
Over the last six years, DNA analysis has cast light on areas of Jewish history and in some respects the history of the Jewish Diaspora will have to be rewritten. This lecture will concentrate on India and central Africa.
Tudor Parfitt is Professor of Modern Jewish studies at the School of Oriental and African studies, University of London and Director of the Centre of Jewish Studies. He has worked on Judaising Movements in Africa and Asia, on Jews in Islamic lands and on genetic discourses surrounding Jews. He is broadcaster and popular writer. Scholar films have been made about his work and travels.
Ontwikkelingen en problemen in de beeldvorming van de joods-orthodoxe vrouw in sociaal-wetenschappelijk onderzoek
donderdag 15 december 2005
Dr. Chia Longman - Universiteit Gent
Een groot aandeel van kwalitatief sociaal wetenschappelijk onderzoek in (strikt) joodsorthodoxe gemeenschappen kan als androcentrisch worden omschreven. Aangezien de vrouw in tegenstelling tot de man bepaalde geboden niet uitvoert (bijvoorbeeld het dragen van de gebedsriemen en gebedssjaal, talmoedstudie, etc.) en geen centrale positie inneemt in wat de publieke en institutionele religieuze sfeer kan worden genoemd, is zij dikwijls onzichtbaar, of wordt haar ten hoogste een secundaire en meestal minderwaardige rol in etnografische studies toebedeeld. Gedurende de laatste 15 jaar echter hebben de vrouwenstudies ertoe bijgedragen dat ook de ervaringen en de positie van de strikt joods-orthodoxe vrouw steeds vaker worden bestudeerd. In deze lezing geeft Chia Longman een kritisch overzicht van dit onderzoek, aangevuld met resultaten van een eigen gevalstudie in de Antwerpse joods-orthodoxe gemeenschap. Een van de kwesties die ze hierbij zal behandelen is de problematische positie van feministisch geïnspireerde onderzoeksters tegenover wat - ogenschijnlijk? - zeer traditionele en ongelijke man-vrouw verhoudingen lijken te zijn.
Chia Longman (°1972) is postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en verbonden aan het Centrum voor Interculturele Communicatie en Interactie (CICI) aan de Universiteit Gent. Haar onderzoeksinteresses zijn feminisme en multiculturalisme en identiteitsdynamieken bij vrouwen in religieus-traditionalistische minderheidsgroepen. Zij doceert in genderstudies en antropologie.
Kerkelijke censuur van Rabbijnse geschriften: een christelijk ontwerp van joodse identiteit
donderdag 12 januari 2006
Prof. dr. Piet van Boxel - Oxford Centre for Hebrew and Jewish Studies
In de tweede helft van de 16de eeuw, toen de Contrareformatie serieuze vormen aannam, ging de Kerk niet alleen in het offensief tegen het Reformatorisch gedachtegoed, maar wierp eveneens een censurerend oog op de joodse traditie. De censuur van Rabbijnse literatuur betrof voornamelijk passages die beledigend werden geacht voor de Kerk. Een bijzonder initiatief gedurende het pontificaat van Paus Gregorius XIII beoogde een veel verdergaande censuur, die tot doel had de joodse traditie haar eigenheid te ontnemen en te modelleren naar christelijke maatstaven. De voordracht zal aandacht besteden aan deze bedreiging van de joodse identiteit.
Piet van Boxel is momenteel fellow in het vroege jodendom en bibliothecaris aan het Oxford Centre for Hebrew and Jewish Studies. Van 1994 tot 2002 was hij senior lecturer en bibliothecaris aan het Leo Baeck College in Londen. Van 1980 tot 1994 doceerde hij cursussen over het Nieuwe Testament en Rabbinica aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoeksterrein is de positie van de joodse gemeenschap in Rome in de Contrareformatie (tweede helft van de 16de eeuw). Hij promoveerde in 1980 op een studie van drie handschriften in de Vaticaanse Bibliotheek betreffende kerkelijke censuur van Rabbijnse literatuur.
Masada als Wereld Cultureel Erfgoed: de verteller Josephus verslagen
donderdag 19 januari 2006
Prof. dr. Jan Willem van Henten - Universiteit van Amsterdam
De lezing zal het besluit om Masada op de Unescolijst Wereld Cultureel Erfgoed te plaatsen (2001) als uitgangspunt nemen en vervolgens ingaan op het verslag over de collectieve zelfmoord op Masada zoals dat door Flavius Josephus verteld wordt aan het eind van zijn werk over de joodse oorlog tegen Rome. Jan Willem van Henten zal betogen dat Josephus als verteller de heldhaftigheid van deze dood op verschillende manieren probeert te ondergraven, maar daar niet in geslaagd is omdat het verhaal, losgekoppeld van de context, een eigen leven ging leiden.
Jan Willem van Henten studeerde geschiedenis en theologie in Leiden, met specialisaties in oude geschiedenis, Jodendom in de Tweede Tempel periode en Nieuwe Testament. Hij promoveerde in 1986 aan de Rijksuniversiteit Leiden op het proefschrift De joodse martelaren als grondleggers van een nieuwe orde: een studie uitgaande van 2 en 4 Makkabeeën. Hij is hoogleraar Uitlegging van het Nieuwe Testament, vroeg-christelijke letterkunde en Hellenistisch-joodse literatuur, evenals part-time directeur van de Nederlandse Onderzoekschool voor Theologie en Religiewetenschap. Zijn onderzoeksprojecten betreffen vooral de Bijbel, apocalyptiek, martelaarschap bij joden en christenen en de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus.