Online privacy
Privacybescherming in onlinecommunicatie staat meer dan ooit onder druk. Steeds meer persoonlijke gegevens worden meegedeeld via sociale en andere digitale media. Bedrijven vragen hun gebruikers en klanten om persoonlijke informatie mee te delen via digitale media. Ook wordt het zoek- en surfgedrag van consumenten geanalyseerd om gepersonaliseerde vormen van reclame aan te bieden. Daarnaast verloopt intieme communicatie eveneens online, waarbij bepaalde informatie kan doorgestuurd of misbruikt worden, zowel in de context van vriendschappen als romantische relaties.
Bij MIOS bestuderen we online privacy sinds de start van de onderzoeksgroep in 2003. Enerzijds onderzoeken we het online vrijgeven van persoonlijke informatie in interpersoonlijke relaties. Anderzijds gaan we de motieven en gevolgen na van het meedelen van persoonlijke data aan bedrijven. We voeren voornamelijk onderzoek uit bij jongeren. Maar in bepaalde studies vergelijken we het vrijgeven van persoonlijke informatie en privacybescherming tussen jongeren en volwassenen. De studies die we uitvoeren gebeuren in samenwerking met onderzoekers uit andere disciplines (psychologen, rechtswetenschappers, criminologen…) en in het kader van nationale en internationale onderzoekssamenwerkingen.
Het onderzoek dat we uitvoeren gebeurt via diepte-interviews of focusgroepgesprekken, om inzicht te krijgen in motieven en ervaringen. Daarnaast voeren we surveys uit, vaak in nauwe samenwerking met scholen. Steeds meer zijn deze studies longitudinaal, waarbij we eenzelfde groep deelnemers een aantal keer bevragen om causale verbanden te bestuderen. Ook experimenten worden uitgevoerd om het gedrag van participanten in bepaalde contexten of situaties na te gaan. Ook werkt MIOS nauw samen met organisaties voor het ontwikkelen van materiaal ter ondersteuning van preventie- en interventie-initiatieven gericht tot jongeren, ouders en leraren.
Ons onderzoek
Een van de eerste studies van MIOS in samenwerking met andere universiteiten over onder meer online privacy is het door de federale overheid gefinancierde TIRO project (2005-2007). Hierin werden jongeren en ouders bevraagd over hun onlinegedrag, waaronder ook het vrijgeven van persoonlijke informatie, naast hun confrontatie met bepaalde onlinerisico’s (vormen van agressie, confrontatie met gewelddadige inhoud, spam…). Dit was meteen de eerste grootschalige studie bij Belgische jongeren en hun ouders over onlinecommunicatie en de risico’s waarmee ze geconfronteerd worden. Daarna volgden een ruim aantal onderzoeksprojecten over de motieven van jongeren om persoonsgegevens mee te delen in een online marketingcontext en over hoe ze omgaan met gepersonaliseerde vormen van reclame.
Omtrent interpersoonlijke online communicatie bestuderen we het vrijgeven van persoonlijke informatie op sociaalnetwerksites en hoe online vriendschappen zich ontwikkelen. Ook bestuderen we de manier waarop digitale media een rol spelen in online dating. Zo gaan we onder meer na hoe informatie over potentiële datingpartners een rol speelt in datingbeslissingen.
Daarnaast speelt MIOS een voortrekkersrol in het bestuderen van sexting, een intieme vorm van digitale communicatie. In nationale en internationale studies onderzoeken we de motieven en gevolgen van sexting binnen en buiten een romantische relatie. We besteden ook aandacht aan de manier waarop deze informatie misbruikt kan worden binnen de context van cyberrelationeel geweld. Ook onderzoeken we andere vormen van cyberrelationeel geweld die onder meer de privacy van het slachtoffer schenden (bv. controlegedrag).
Tenslotte bestudeert MIOS ook de rol van ouders in het mediëren van het internetgedrag van hun kinderen en het beschermen van hun privacy en het omgaan met andere online risico’s. We voeren onder meer triadisch onderzoek, waarbij ouders en kind worden bevraagd over onder meer afspraken die gemaakt worden over het gebruik van digitale media binnen het gezin. Ook de impact van deze ouderlijke mediëringsstrategieën op het online (risico)gedrag van jongeren krijgt hierbij aandacht. Daarnaast focust recent onderzoek op de manier waarop ouders zelf persoonlijke informatie over hun kinderen online meedelen (i.e., zogenaamde sharenting) en hoe jongeren hierop reageren.
Onderzoekers
- Prof dr. Michel Walrave: online privacy, sexting, sharenting, cyberpesten, cyberrelationeel geweld, online marketing
- Prof. dr. Koen Ponnet: media psychologie, sociale psychologie, online en offline risicogeddrag, adolescenten, structural equation modeling
- Prof. dr. Karolien Poels: online privacy, data collection for commercial purposes
- Prof. dr. Charlotte De Backer: online disclosure, online dating
- Dr. Joris Van Ouytsel: sexting, cyber dating abuse, online sexuality, role of digital media in romantic relationships, media literacy education
- Dr. Wannes Heirman: online privacy, …
- Dr. Ini Vanwesenbeeck: online marketing, reclamewijsheid, ouderlijke mediëring
- Dr. Brahim Zarouali: consumentengedrag, reclame, adolescenten, sociale media
- Lies De Kimpe: online risicogedrag, phishing, cybercrime, copinggedrag
- Fynn Gerken: corporate communicatie, crisis communicatie, sociale media, economische gevolgen van organisatiecommunicatie, informatiedoorstroming in kapitaalmarkten
- Lara Hallam: online dating, …
- Karen Verswijvel: sociale media, vriendschapskwaliteit, sharenting, professionele ontwikkeling, gendered taalgebruik, gender stereotypes
- Evert Van den Broeck: online marketingcommunicatie, sociale media, gepersonaliseerde reclame, privacy
- Konrad Rudnicki: de mediërende rol van oxytocine bij online communicatie
Vroegere onderzoekers
- Dr. Katrien Symons: sexting, ouderlijke mediëring
- Karolien Van Nunen: veiligheid in organisations, veiligheidscultuur
- Ellen Van Gool: online zelfonthulling, privacy, sociaalnetwerksites