Deze ‘pillendoosjes’ werden vooral in kloosters en abdijen vervaardigd, met de bedoeling relieken makkelijk in een groter schrijn te kunnen plaatsen, en ze er ook weer uit te kunnen nemen. De kleine fragmenten in deze theca’s doen vermoeden dat het om relieken voor een thuisschrijn ging, of binnengebrachte relieken die een nieuwe houder nodig hadden. Ze zijn afgesloten met een rood wassen zegel van de bisschop of abt die de authenticiteit van het reliek bevestigd had, vaak met een klein stukje papier eronder. De productie ervan nam enorm toe in de negentiende eeuw, als onderdeel van wat vaak het ‘devotionaliseringsproces’ genoemd wordt. Er was een sterke toename in de vraag naar devotionalia en ook reliekenverering nam een grote vlucht. Veel leken en religieuzen hadden persoonlijke relieken, vaak als geschenk gekregen bij bijvoorbeeld hun intrede of communie. De theca’s zijn vaak versierd met paperolles, klein grof knipwerk en gekleurde stof.
Uit de collectie
Deze greep uit de collectie laat de verschillende types zien die te vinden zijn bij het Ruusbroecgenootschap. De nummering volgt de volgorde van de foto's in de zijbalk.
1. Een ronde theca met een reliek van de heilige Margaretha-Marie Alacoque. Als mystica en kloosterlinge was zij de 'stichtster' van de populaire devotie rond het Heilig Hart. Het medaillon is waarschijnlijk uit de tweede helft van de negentiende eeuw: het gebruikt de B. van beata, 'Zalige', en Margaretha-Marie Alacoque werd in 1864 zalig verklaard. Haar heiligverklaring volgde in 1920. Dit is een van de meest versierde theca's, met de blauwe en zilveren bloemen rond het reliek.
2. Waar de meeste relieken zichtbaar zijn in hun houder, zijn er enkele theca's waar ze verpakt zijn als een klein geschenkje. Het deksel bevat een handgeschreven bericht dat in dit doosje relieken van Sint-Barbara, Sint-Ursula, Sint-Cecilia, Sint-Elisabeth en Sint-Bernardus te vinden zijn.
3. Een klein beeldje van Maria, meestal als Moeder met Kind, is niet uitzonderlijk. In deze theca wordt zij omringd door relieken van het Agnus Dei, Sint-Coleta, het Heilig Bloed en een 'Paeschnagel'.
4. Dit doosje heeft een beeldje van de Madonna en verschillende reliekjes. Hier worden de relieken van Sint-Coleta, het Agnus Dei en de 'Paeschnagel' aangevuld met relieken van Sint-Modestus, Sint-Landrada en de heilige 11.000 Maagden. De versiering bestaat voornamelijk uit kleurrijk papierwerk.
5. Het reliek van Franciscus van Assisi kreeg een vrij eenvoudige behuizing, op gele stof met gouddraad en met een sierkaartje voor zijn naam. Dit type komt het meest voor in de collectie.
6. Deze theca is van het eenvoudigere type, op gele stof met gouddraad. Het kaartje met de namen is geknipt uit papier met hetzelfde patroon als de bijhorende echtheidsverklaring. Het bevat relieken van Sint-Mathildis, Sint-Jozef en de sluier van Maria.
7. De reliekjes van Ignatius van Loyola en Sint-Lutgardis hebben een kleurrijke achtergrond gekregen, met paarse, roze, groen en rode stof, en afwerkingen in gouddraad.
8. Dit doosje laat zien dat vele van deze voorwerpen het resultaat zijn van handwerk. Het kleine beeldje van Jezus aan het kruis is omringd door relieken die met ijzerdraad op hun plaats gehouden worden. Volgens de handbeschreven binnenkant van het deksel gaat het om relieken van het Agnus Dei, Sint-Constantinus, Sint-Prosperus, Sint-Crispinus, Sint-Theodorius, Sint-Castorius, Sint-Valentinus, Sint-Junia en een 'nagel van de Paus hiersse'. Vier van de relieken lijken weg te zijn.
9. Stanislaus Kostka, Johannes Berchmans en Aloysius Gonzaga zijn drie belangrijke jezuïtenheiligen die vooral over de (katholieke) jeugd waken. Ook hun relieken hebben een 'standaard' theca gekregen met gele stof met gouddraad, en sierkaartjes. Het reliek van Sint-Johannes Berchmans lijkt het belangrijkste te zijn: het heeft meerdere sterren als ondergrond.