Het Ruusbroecgenootschap en zijn bibliotheek zijn gesticht in 1925. In de beginjaren was er echter nog geen gebouw voor de bibliotheek voorzien. De vier stichters bewaarden hun grote boekencollectie in de opeenvolgende huizen waar het genootschap werd gehuisvest. Eerst in het Onze-Lieve-Vrouwecollege en een huis in de Rubenslei (nr. 5), en later in het 'Ruusbroechuis' in de Prinsstraat (nr. 17). In 1953 werd de bibliotheek verplaatst naar haar huidige locatie, Grote Kauwenberg 32. Om daar voldoende ruimte te scheppen voor toekomstige aankopen, werd in de periode 1985-1988 een nieuwe vleugel aangebouwd aan het magazijn. Vandaag herbergt de bibliotheek meer dan 100.000 boeken op 3000 meter boekenplank.
Vanaf het begin heeft de bibliotheek getracht de onderzoekers van het Ruusbroecgenootschap te voorzien van het materiaal dat ze nodig hadden. Ze legde niet alleen een actuele collectie naslagwerken en secundaire literatuur over devotionele, mystieke en aanverwante onderwerpen aan, maar heeft ook sinds de stichting geprobeerd relevante primaire bronnen te verwerven: handschriften, oude drukken en devotionele prenten. Tegenwoordig vormen deze primaire bronnen de kern van onze bijzondere collecties, die ook de incunabelencollectie van het Onze-Lieve-Vrouwecollege, de archieven van het Ruusbroecgenootschap en een collectie van negentiende- en twintigste-eeuwse primaire bronnen bevatten. Nog steeds worden met regelmaat nieuwe items aan deze collecties toegevoegd.
De nauwere samenwerking met de Universiteitsbibliotheek heeft sinds 1973 geresulteerd in de professionalisering van onze bibliotheek: de collectie is opgenomen in de catalogus van de Universiteitsbibliotheek, de bijzondere collecties worden bewaard in geacclimatiseerde ruimtes en de bibliotheek maakt deel uit van het netwerk van Vlaamse erfgoedbibliotheken.
De collectie van het Ruusbroecgenootschap - Frans Hendrickx (2001)
De Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap heeft een heel apart karakter. In deze bibliotheek worden immers niet louter devotieboekjes bijeengebracht, zoals dit het geval zou zijn in een kloosterbibliotheek, namelijk tot geestelijke onderrichting van de kloosterlingen. Maar hoofddoel van de bibliotheek is het wetenschappelijk materiaal ter beschikking stellen van de vorsers die het godsdienstige leven in het Nederlandse cultuurgebied in al zijn uitingen bestuderen. In totaal – dit zijn de moderne en oude drukken, tijdschriften en brochures – bezit de collectie meer dan 120.000 banden. Welke zijn de zwaartepunten van de bibliotheek?
A. Moderne boeken
1. De bio-bibliografische afdeling omvat de verschillende bekende wetenschappelijke naslagwerken op het gebied van de vroomheidsgeschiedenis en aanverwante disciplines, alsook handschriften- en archiefinventarissen, en catalogi van incunabelen en latere drukken. In deze afdeling horen ook thuis de historische bronnencollecties van de Commission royale d'histoire (België), van de Monumenta Germaniae Historica (Duitsland) en van de Recueil des historiens des Gaules et de la France (Frankrijk); verder de patristieke verzamelingen, met name de Weense kritische uitgave van de Latijnse kerkvaders, Mignes Patrologia Graeca en Patrologia Latina, alsook het Corpus Christianorum: Continuatio Mediaevalis uitgegeven door de benedictijnen van Steenbrugge en ten slotte de Acta Sanctorum, een door de bollandisten in Brussel verzorgde kritische uitgave van heiligenlevens.
2. De afdeling van de monografieën bevat de moderne drukken na 1800 en is hoofdzakelijk als volgt ingedeeld: algemene geschiedeniswerken, ook die met betrekking tot de Nederlanden als kennis van de achtergrond waartegen de religieuze uitingen zich hebben afgespeeld; kerk- en kloostergeschiedenissen, in het bijzonder betreffende de Nederlanden (met een goede vertegenwoordiging van protestantica, jansenistica en humanistica); werken over de geschiedenis van de ascese en mystiek en over de verschillende auteurs of stromingen die daarin een bijzondere plaats hebben; heiligenlevens; werken over kerkelijke kunst, belangrijk voor de studie van de religieuze iconografie; studies over religieuze volkskunde in verband met bedevaarten en bijzondere devoties, gebruiken en toestanden uit het dagelijkse leven; studies over plaatselijke geschiedenis, die van belang zijn om de volksvroomheid te leren kennen; studies over Nederlandse literatuurgeschiedenis, die uiteraard in deze sectie een bijzonder onderdeel vormt bij het onderzoek van de Nederlandse vroomheid; werken over historische theologie als kader waarin ascese en mystiek zich hebben ontwikkeld.
3. De afdeling van de tijdschriften bevat voornamelijk bibliografische, historische, kerkhistorische en monastieke periodieken uit de ons omringende taalgebieden. Tot dusver telt de bibliotheek 766 geregistreerde tijdschrifttitels, waarvan een 250-tal lopend zijn.
4. De afdeling van de brochures telt talloze overdrukken (8 tot 10.000), hoofdzakelijk van artikelen uit tijdschriften waarop de bibliotheek niet geabonneerd is.
B. Oude boeken
Bij de vermelding van het cijfermateriaal dient men ermee rekening te houden dat het oorspronkelijke bezit van deze afdeling in 1998 werd aangevuld met documenten die, naar aanleiding van de verkoop van de bibliotheek van het Onze-Lieve-Vrouwecollege der Jezuïeten in Antwerpen, aan het jezuïetenhuis Loyola, de eigenaar van de Ruusbroecbibliotheek, zijn overgedragen. Deze documenten, waarvan de inhoud bondig in verschillende lijsten voor intern gebruik is beschreven, zijn nog niet verwerkt in het bestand.
1. De bibliotheek bezit 530 handschriften die belangrijk zijn voor de studie van het geestelijk leven, van de 12de tot de 20ste eeuw. Tot de verzameling behoren niet alleen literaire manuscripten, maar ook archivalia, want alles wat met de hand werd geschreven, valt er onder dezelfde noemer 'handschriften'. Per eeuw is de bezetting de volgende (de getallen zijn meestal approximatief): uit de 12de eeuw is één fragment herkomstig; 8 handschriften dateren van de 14de eeuw; tot de 15de eeuw behoren 25 handschriften; 55 handschriften zijn van de 16de eeuw; uit de 17de eeuw zijn 65 handschriften voorhanden; de rest is afkomstig uit de18de-20ste eeuw. Per taal tellen we, behoudens enkele Duits- en Engelstalige, een 40-tal Franstalige, een 100-tal Latijnse en ongeveer 350 Nederlandstalige manuscripten; hieronder bevinden zich een 40-tal Middelnederlandse handschriften, waarvan de eerste helft werd beschreven door F. Hendrickx, in : Miscellanea Neerlandica. Opstellen voor Dr. Jan Deschamps - onder redactie van E. Cockx-Indestege en F. Hendrickx, dl. 1, Leuven, 1987, p. 63-103. Soms is men verwonderd dat het Ruusbroecgenootschap geen enkel Ruusbroechandschrift bezit. Het antwoord is eenvoudig: daarvoor is het te laat opgericht. In 1925 waren alle bekende Ruusbroechandschriften reeds in het bezit van de vele rijks-, universiteits-, stads-, abdij- en seminariebibliotheken van ons Europese werelddeel. Het Ruusbroecgenootschap bezit evenwel twee fragmenten van Ruusbroechandschriften: een fragment uit Van den geesteliken tabernakel, gedateerd in de tweede helft van de 14de eeuw (hierover H. Kienhorst, in: F. Hendrickx (ed.), Pampiere wereld. Litteraria Neerlandica uit het bezit van de Universiteit Antwerpen. Een spieghel der eeuwigher salicheit, behorend tot een onbekend verzamelhandschrift met Ruusbroecteksten uit de tweede helft van de 15de eeuw (G. de Baere, Een Mechels Ruusbroecfragment naar het Antwerpse Ruusbroecgenootschap, in: Handelingen van de Koninklijke Kring voor oudheidkunde, letteren en kunst van Mechelen, 102, 1998, nr. 1, p. 59-63; H. Kienhorst en M. Kors, Fragment van een onbekend Ruusbroec-verzamelhandschrift, in: Ons geestelijk erf, 72, 1998, p. 164-172) (= Miscellanea Neerlandica, 11), Leuven, 1994, p. 34-36 .
2. De verzameling oude drukken bevat de ascetische en mystieke literatuur van de Nederlanden geproduceerd tussen 1500 en 1800, te weten geestelijke traktaten geschreven door een zeer uiteenlopende waaier van ordegeestelijken (overwegend in het Nederlands of in het Latijn); devotieboeken (vooral mariale); preken, in het bijzonder van seculiere geestelijken; bijbel- en patristieke literatuur; moraliserende werken voor leken; controversen; heiligenlevens en martyrologia; geschiedenissen van broederschappen, bedevaarten en miraculeuze beelden; religieuze emblemata en toneelliteratuur, enz. Deze afdeling telt ongeveer 30.000 banden, waarvan 92 incunabelen (beschreven in Polain) en 176 postincunabelen (beschreven in Nijhoff-Kronenberg). De drukken verschenen tussen 1541 en 1600 zijn opgenomen in Belgica Typographica. Wat de 17de-eeuwse Nederlandstalige typografische productie in onze gewesten betreft, werd het grootste deel - maar lang nog niet alles - van de collectie uit de Ruusbroecbibliotheek op digitale wijze recentelijk verwerkt in de Short Title Catalogue Vlaanderen (= STCV). Ook vanuit andere invalshoeken dan de chronologische werd deze afdeling ontsloten zoals door Peter M. Daly en John Manning, A survey of the emblematic holdings in the Library of the Ruusbroecgenootschap, Antwerpen, in: Ons geestelijk erf, 70, 1996, p. 269-288.
3. Aansluitend bij de voornoemde secties bezit de bibliotheek ruim 800 microfilms, waarvan er 542 zijn geregistreerd. Zij bevatten voornamelijk geestelijke traktaten uit Europese en Amerikaanse bibliotheken. Hieronder bevinden zich ca. 200 microfilms van handschriften met Ruusbroecteksten.
C. Prenten
Ook deze afdeling heeft haar ontstaan te danken aan pater Stracke, die bij gelegenheid van zijn talrijke lezingen voor de afdelingen van het Davidsfonds in alle hoeken van Vlaanderen naar 'sanctjes' (bid- en heiligenprentjes) vroeg. Ook werden verzamelingen geschonken of gekocht: in 1961 een collectie van 1000 sanctjes uit het bezit van E.H. Goffin, pastoor te Jesseren (Limburg); in 1965 een album doodsprentjes van de Antwerpse ere-advocaat Van Nuffel, van belang voor de genealogie van personen uit de regio van Hemiksem; de verzameling van de jezuïet Ferdinand Peeters († 1942), stichter van de Antwerpsche Sanctjeskring / Cercle Anversois de l'Image (tot 1951), alhoewel hij een franskiljon was zonder enige belangstelling voor het Ruusbroecgenootschap; in 1988 de collectie van kunsthistorica Rita Hostie, lid van voornoemd gezelschap. Sedert 1985 konden we rekenen op de vrijwillige medewerking van de heer Filip Lemmens uit Deurne, zelf een groot verzamelaar van hoofdzakelijk te Antwerpen uitgegeven prenten, die uit onze iconografische collectie, naar schatting momenteel ca. 40.000 stuks van vóór 1850, meerdere inventarissen heeft samengesteld: Antwerpse devotieprenten met geschilderde randversieringen; Antwerpse devotieprenten met rijmgebeden; Antwerpse devotieprenten met zinnebeelden; Antwerpse evangelieprenten; Antwerpse mariale devotieprenten; Beklede devotieprenten; Bidprentjes van vóór 1800; Engelen, heiligen en begenadigden; Iconografie van Jan van Ruusbroec en Groenendaal; Koperplaten; Miniaturen; Plaatsgebonden devoties; Snij-, knip- en prikwerk; Suffragia; Tekeningen van Louis Beyaert-Carlier betreffende heiligen (Brugs kunstenaar, † 1952); Vaantjes en huiszegens.
Afkomstig uit: Frans Hendrickx, ‘Een bibliotheek in dienst van Ruusbroec en zijn Genootschap te Antwerpen’, in: Vlaanderen, 50 (2001) 5, p. 20-24.