De aantekeningen van mevr. G. Ghuys werden zonder controle overgenomen, zoals zij ze heeft genoteerd.
Er werd niet gecontroleerd of de benamingen van de bewaarinstellingen intussen zijn veranderd, en of de handschriftensignaturen zijn gewijzigd.
De signaturen verwekken soms de indruk dat zij niet precies werden genoteerd, vooral de signaturen die bestaan uit een samenstelling van verschillende soorten cijfers, of van cijfers met letters en bibliograische formaten en in combinatie met andere toegevoegde tekens.
Het is ook niet altijd duidelijk of de signatuur een bewaarnummer in een bibliotheek, of een beschrijvingsnummer in een catalogus betreft. Het is dus mogelijk dat sommige handschriften meervoudig zijn vermeld.
Regelmatig komt het voor dat auteurs aan handschriften een eigen lettersymbool geven dat zij soms in een latere vervolgbijdrage gebruiken in plaats van het handschrift opnieuw te benoemen. In de mate van het mogelijke werd dit opgelost door een verwijzing naar het eigenlijke manuscript.
Aan de aandachtige lezer wordt gevraagd eventuele anomalieën te melden, zodat onvolkomenheden kunnen worden rechtgezet.
Mededeling
In dit collectieve handschriftenregister ontbreken (mogelijk) de handschriften die in groten getale bij artikels werden opgelijst en om die reden niet werden herhaald in de jaarregisters. De manuscripten dienen derhalve bij de desbetreffende artikels te worden geraadpleegd. Deze zijn:
- Guido Hendrix, ‘Handschriften en in handschrift bewaarde vertalingen van het aan Gerard van Luik toegschreven traktaat De doctrine cordis’, in: Ons geestelijk erf, 51 (1977), 146-168 (i.h.b. 151-167).
- Ulrike Bodemann-Kornhaas, ‘Die Kleineren Werke des Thomas von Kempen. Eine Liste der handschriftlichen Überliefering’, in: Ons geestelijk erf, 76 (2002), 116-154 (i.h.b. 128-153).
- Rudolf Th. M. van Dijk, ‘De Navolging van Christus als concept voor de geestekijke weg. De relevante plaats van het derde en het vierde boek’, in: Ons geestelijk erf, 77 (2003), 43-92 (i.h.b. 50-53).