Klinische en communicatieve vaardigheden van het intiem onderzoek: nood aan het opleiden van studenten, kaderend binnen een transculturele context.

Kristin

 

Meer info? Kristin Hendrickx

Patiëntgerichtheid bij studenten geneeskunde: determinanten en impact van communicatieonderwijs en klinische stages

Portfolioleren en -toetsen op de werkplek: ontwikkeling, betrouwbaarheid en validiteit.

Met dit onderzoek, wat geleid heeft tot een doctoraat op proefschrift, beoogden we het ontwikkelen van een portfolio voor werkplek-leren, i.c. stage-leren. Doel was het opbouwen van een betrouwbaar en valide instrument dat toelaat de ontwikkeling en groei van de medische student in de verschillende rollen en competenties van de CanMEDs te stimuleren. 

Nele Michels. Portfolio learning and assessing at the workplace : development, reliability and validity. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen(2012),
http://hdl.handle.net/10067/1046050151162165141

In de eerste hoofdstukken worden de algemene concepten van een werkplek-gericht portfolio besproken. Hierbij wordt het stageportfolio van de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Universiteit Antwerpen (UA), als case-study gebruikt. Sinds 2004 dienen de studenten uit het 3de masterjaar (6de jaar geneeskunde) tijdens hun voltijdse stage verschillende opdrachten te maken die gebundeld worden tot een portfolio. Naast patiëntbesprekingen, maken ze presentaties en discipline-gerelateerde opdrachten (zoals bijvoorbeeld een  bevallingsverslag). Bovendien schrijven ze zelfreflecties o.a. over hun attitude, beroepskeuzes, ethische kwesties, kritische gebeurtenissen en een persoonlijk opleidingsplan (POP). Dit doen ze aan de hand van hun stage-ervaringen. De studenten krijgen een tutor toegewezen waar ze op vrijwillige basis terecht kunnen voor begeleiding. De beoordeling van het portfolio gebeurt telkens door 2 verschillende beoordelaars: enerzijds beoordelaars met een algemeen medische achtergrond en anderzijds discipline specifieke artsen. In dit deel van het proefschrift werkten we een stappenplan uit voor het  ontwikkelen  en implementeren van een stageportfolio waarbij initieel het goed op elkaar afstemmen van de doelstelling van de stage en het portfolio, de curriculumcontext, en de uiteindelijke inhoud van het portfolio centraal staat.

Omwille van de impact van het portfolio op het stageproces, is het erg belangrijk dat de kwaliteit ervan benaderd wordt vanuit een wetenschappelijk oogpunt. Daarom onderzochten we in deze doctoraatsthesis de betrouwbaarheid, de haalbaarheid en de validiteit van het portfolio in het algemeen en het stageportfolio aan de UA in het bijzonder.

Betrouwbaarheidsanalyses bevestigden een goede inter-beoordelaar betrouwbaarheid (>0.8) en toonden zelfs aan dat voldoende betrouwbaarheid behouden kon blijven met een lager aantal opdrachten in het dubbel beoordelingssysteem.

Om de validiteit van het portfolio na te gaan, voerden we eerst een systematische review van de literatuur uit op zoek naar de correcte onderzoeksmethoden. Validiteitsonderzoek gaat na of men met het instrument, i.c. het portfolio, effectief meet wat men vooropstelde te meten. Gevalideerde onderzoeksinstrumenten zijn daarbij van belang en daarom werd via een Delphi-studie een competentie-gebaseerd validiteitsinstrument ontwikkeld. Dit resulteerde in de CLIMAS (Curriculum Learning outcomes Inventory of the Medical Antwerp School) en de meer compacte VIP-A (Validating Inventory for Portfolio Assessment). Beide instrumenten zijn gebaseerd op de CanMEDS maar nu geformuleerd als concrete leerdoelstelling en klaar om te gebruiken als toetsinstrument voor de portfolio’s. De VIP-A werd vervolgens gebruikt om 120 werkplek gerelateerde portfolio’s van 3 verschillende medische faculteiten in Vlaanderen en Nederland (Universiteit Antwerpen, Universiteit Maastricht en Universiteit Utrecht) te valideren. Dit onderzoek bevestigde dat portfolio’s in staat zijn de verschillende rollen en competenties te beoordelen en het gaf eveneens een overzicht van type-opdrachten gerelateerd aan specifieke CanMEDS rollen. Dit overzicht kan nu ingezet en geraadpleegd worden door portfolio-ontwikkelaars ten einde de inhoudsvaliditeit te verbeteren. 

Zou elke medische faculteit een studoc-programma moeten organiseren? Wij denken van wel.

Doctoraat van Marijke Avonts


Achtergrond

Lesgeven is een essentiële vaardigheid voor toekomstige artsen. Peer-assisted learning (PAL), waarbij studenten al vroeg in hun opleiding aan elkaar lesgeven, is een veelgebruikte methode in medische curricula. Deze studie onderzocht de impact van PAL op de academische prestaties en de persoonlijke en professionele ontwikkeling van student-docenten (studocs), evenals de langetermijneffecten ervan.

Methoden

Een retrospectieve cohortstudie onderzocht de invloed van PAL op academische cijfers. Daarnaast werd met een aangepaste Delphi-methode bevraagd welke competenties studocs verkrijgen door PAL volgens studocs zelf en hun docenten. Langdurige semi-gestructureerde interviews werden gehouden met 13 studocs gedurende hun 2-jarige lesperiode, en 11 voormalige studocs werden geïnterviewd na afronding van het programma om de langetermijneffecten te verkennen. Deze kwalitatieve data werden geanalyseerd met realist thematische analyse.

Resultaten

Van de 311 medische studenten in drie cohorten namen er 78 deel aan PAL. Studocs presteerden academisch beter, maar dit was te wijten aan zelfselectie van goed presterende studenten. Naast cijfers bood PAL duidelijke voordelen voor de ontwikkeling van verschillende CanMEDS-competenties: medisch expert, samenwerker, scholar en professional.

In totaal zijn 47 interviews gehouden met 13 studocs (9 vrouwen, 4 mannen), waarbij hun motivatie in de tijd werd gevolgd. Aanvankelijk waren deelnemers vooral gericht op persoonlijke doelen, maar later ontwikkelden ze een sterkere focus op het helpen van anderen. Ze verbeterden hun klinische en didactische vaardigheden, fungeerden als rolmodellen en ontwikkelden een professionele identiteit.Voormalige studocs keken positief terug op hun ervaring en noemden het een katalysator voor hun ambitie om les te geven in de toekomst. Ze benadrukten hoe PAL hun maturiteit bevorderde, de overgang naar stages vergemakkelijkte en hun persoonlijke en professionele groei versterkte.

Conclusie

PAL biedt medische studenten meer kansen om klinische vaardigheden te oefenen en levert extra voordelen op voor de studocs. Het programma stimuleert hen om holistisch te groeien als medische studenten, verschillende CanMEDS-rollen te integreren en een sterke professionele identiteit te vormen. Interviews tonen aan dat PAL hun maturiteit bevordert, de overgang naar de praktijk vergemakkelijkt en hen inspireert om toekomstige generaties op te leiden.

Gezien de vele voordelen pleiten wij voor brede implementatie van PAL in medische opleidingen, zodat iedere student deze positieve effecten mag ervaren. PAL bevordert niet alleen vaardigheidsontwikkeling, maar kweekt ook artsen die enthousiast zijn over het onderwijzen van de volgende generatie.