In podcast-reeks ‘Profcast’ laten we elke week een professor van de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie aan het woord. Deze week: Jan Wynen!

Professor Wynen doceert het vak 'organisatie en strategie: bijzondere vraagstukken'.

Jan: “Bijzondere vraagstukken verwijst naar de specifieke en unieke uitdagingen waarmee organisaties worden geconfronteerd. Onze samenleving wordt steeds turbulenter... Denk maar aan corona, klimaatopwarming, inflatie, de oorlog in Oekraïne, Chat GPT... Organisaties móeten dus wel veranderen. Tegelijkertijd kan een overload aan veranderingen leiden tot iets wat we 'repetitive change syndrome' noemen. De veranderingen volgen elkaar zo snel op dat de werknemers, en dus de organisatie als gevolg, niet meer kunnen volgen. Het is niet eenvoudig om met deze paradox om te gaan dus vandaar, bijzondere vraagstukken."

Waarom is het belangrijk dat studenten dit vak krijgen?

Jan: "Eén van de de mooiste complimenten die ik ooit kreeg van één van mijn studenten was: 'Mijn mama is een grote fan van uw vak. Ze heeft uw slides meegenomen naar haar werk, omdat ze dagelijks geconfronteerd wordt met wat u doceert.' Dat is natuurlijk leuk om te horen. Het toont aan dat het gaat om fundamentele kennis met een praktische weerslag. Aangezien onze studenten de managers van morgen zijn, is het belangrijk dat ze nu al leren hoe ze met verandering om kunnen gaan in een professionele context."

Hoe gek het ook klinkt, haar knippen is een essentieel onderdeel van het onderzoek van professor Wynen...

 Jan: "Wij knippen inderdaad het haar van een groep respondenten, omdat we geïnteresseerd zijn in het effect van continue veranderingen bij werknemers. Als mens kunnen we zowel chronische als acute stress ervaren. Acute stress is iets goeds, dat hebben we nodig om onze ‘fight-or-flight’ modus te triggeren. Chronische stress is minder positief. In die situatie produceren we het stresshormoon cortisol, wat op termijn kan leiden tot burn-outs en andere klachten. In de afgelopen jaren is dat een enorm groot probleem geworden binnen onze samenleving.

Maar hoe meet je nu of iemand chronische stress heeft? Dat doen we dus door haar te knippen, want daar worden die cortisolniveaus op langere termijn opgeslagen. Door meermaals per jaar bij dezelfde respondenten haar te knippen, krijgen we een overzicht van hoeveel stress zij ervaren. En dat is dan weer erg interessant om te linken aan organisationele karakteristieken en veranderingen. Maar, het is ook geen heilige graal, vooral een extra dimensie in ons onderzoek."