1968 - 1976
’t Brantijser en den Grooten Sot met afbraak bedreigd
In de lente van 1976 ontstond opschudding rond ‘t Brantijser en Den Grooten Sot. Verschillende kranten berichtten over de dreigende afbraak van de historische panden. De bezorgdheid was niet onterecht, aangezien in de jaren 1960 regelmatig waardevolle historische gebouwen afgebroken werden in de Antwerpse binnenstad. In de universiteitsbuurt richtten enkele architectuurstudenten de actiegroep AGOS (Aktiegroep Oude Stad) op. Ze streden voor het behoud van historische gebouwen en voor het creëren van een leefbare binnenstad. De aanleiding voor de oprichting van AGOS was de afbraak van een bouwblok in de Keizersstraat, dat vervangen werd door de hoogbouw voor studentenhuisvesting. De actievoerders protesteerden tegen het gebrek aan inspraak van de bevolking en tegen de lakse houding van de gebouweigenaars en de overheid.
’t Brantijser deed in deze periode dienst als magazijn van de elektriciens van de stad Antwerpen, terwijl Den Grooten Sot na de verhuis van de muziekacademie vanaf 1968 aan zijn lot werd overgelaten. De binnentuinen werden gebruikt als geïmproviseerde parkeerplaatsen en de historische gebouwen verkeerden in een verregaande staat van verwaarlozing. Monumentenzorgers, actiegroepen en bewonersverenigingen sprongen in de bres om de gebouwen te redden. Bij Koninklijk Besluit van 4 oktober 1977 werden ’t Brantijser en Den Grooten Sot als monument beschermd.