1494- 1545
Een familie van leerlooiers
Jakob Raet kocht ‘Den Sot’ (het pand hiernaast, Sint-Jacobsmarkt 11) in 1494. Toen stelde het nog niet zoveel voor. Het bestond uit een huis, een stal voor de paarden en een waterput. Aangezien De Raet van beroep huidevetter was, bouwde hij er nog een leerlooierij bij. Gelukkig behoorde dit stuk van de stad toen nog tot de buitenrand, je kan je voorstellen dat dit nogal wat geurhinder met zich meebracht.
Na dood van Jacob Raet erfden zijn zonen Jan en Andries het pand. Zij besloten het uit te breiden met een tweede leerlooierij. En dat leverde hen geen windeieren op. Al snel verdienden ze genoeg geld om het terrein verder uit te breiden met een zomerhuis, een duiventil en een moestuin. Helaas zijn er vandaag weinig sporen van hun verblijf op deze plaats overgebleven.