Geneeskunde en Gezondheids­wetenschappen

Mediaruimte

Persberichten Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Eén senior op vier loopt gezondheidsrisico door alcoholverbruik

Yannic van Gils (UAntwerpen/VUB) zocht uit waarom thuiswonende 65-plussers zoveel drinken

Klinisch psychologe Yannic van Gils onderzocht in haar doctoraat waarom thuiswonende 65-plussers veel en risicovol drinken. Blijkt dat mannen en vrouwen daar andere motieven voor hebben. “Vrouwen drinken om hun negatieve gevoelens te temperen, mannen om hun positieve emoties op te krikken”, zegt de onderzoekster.

De huidige 65-plusser drinkt veel, zo blijkt uit het onderzoek van Yannic van Gils. Dat is helaas geen goed nieuws voor hun gezondheid, noch voor onze gezondheidszorg. Tijdens haar doctoraatsonderzoek aan de Universiteit Antwerpen en de Vrije Universiteit Brussel ging Van Gils kijken welke factoren en eigenschappen er gelinkt kunnen worden aan verschillende patronen van alcoholgebruik van thuiswonende 65-plussers: wie zijn ze en waarom drinken ze?

Moeder, waarom drinken wij?

1971 Vlamingen beantwoordden vragen over hun alcoholgebruik en ze kregen ook vragen over alcoholgerelateerde problemen, hun beweegredenen om te drinken, hun weerbaarheid en eventuele psychologische problemen.

Wat bleek? 80,2% van de respondenten had in het afgelopen jaar alcohol gedronken. 26,6% van de respondenten werd bovendien geclassificeerd als een groep die een gezondheidsrisico liep, door het drinken van meer dan 3 eenheden per dag of meer dan 7 per week. Maar liefst 15,8% van de respondenten werd geclassificeerd als bingedrinker: zij drinken meer dan 4 eenheden (vrouwen) of meer dan 5 (mannen) per gelegenheid.

Opkrikken vs. temperen

Het onderzoek wees ook uit dat er verschillende redenen zijn om te drinken en dat die bij mannen en vrouwen nogal uiteenlopen. Als mannen overmatig drinken, is dat eerder om positieve emoties op te krikken, als vrouwen overmatig drinken is dat vaker om negatieve emoties te temperen.

Vooral depressieve gevoelens kunnen in relatie worden gebracht met overmatig alcoholgebruik. Ook de weerbaarheid van de drinker in kwestie is een essentiële component die de relatie tussen negatieve gevoelens en overmatig alcoholgebruik beïnvloedt. “Ouderen die weerbaar zijn, zullen niet snel naar alcohol grijpen om negatieve gevoelens te bekampen”, aldus Van Gils.

UZA eerste Belgische ziekenhuis met lokaal gemaakte CAR-T-therapie

Het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) behandelde voor het eerst een patiënt met lymfeklierkanker in een fase 1-studie met CAR-T-cellen die lokaal geproduceerd werden. CAR-T-celtherapie is een nieuwe vorm van kankerbehandeling die gebruik maakt van het afweersysteem van de patiënt. De productie van CAR-T-cellen gebeurt bij anicells, een spin-off van het UZA en UAntwerpen. Doel is patiënten sneller toegang te bieden tot deze nieuwe generatie behandelingen. 

Het eigen afweersysteem bewapenen om kankercellen gericht op te sporen en te vernietigen: daar draait CAR-T-celtherapie om. Via een bloedafname (aferese) worden afweercellen (witte bloedcellen of T-cellen) in het labo genetisch bewerkt zodat zij bewapend worden met een chimere antigeenreceptor (CAR). Dat is een soort grijparm die zich vasthecht aan specifieke eiwitten die voorkomen op de kankercel. Via een eenmalig infuus krijgt de patiënt de CAR-T-cellen toegediend. De versterkte afweercellen van de patiënt herkennen de slechte kankercellen en vallen ze aan. De CAR-T-behandeling werkt zeer precies in op de slechte kankercellen waardoor er – in tegenstelling tot traditionele behandelingen – veel minder beschadiging is van gezonde cellen. 

De onderzoeksgroep van prof. dr. Sébastien Anguille, hoofdonderzoeker van deze studie, doet al enkele jaren intensief onderzoek naar CAR-T. “De voorbije jaren zit het onderzoek naar bloedkankers in een stroomversnelling", vertelt prof. dr. Sebastien Anguille. "Immuuntherapie met CAR-T-cellen is een nieuwe behandeling die een ware revolutie betekent bij bepaalde types bloedkanker. Voortbouwend op de pioniersrol die het UZA al sinds 2005 speelt in het onderzoek naar het gebruik van afweercellen voor de behandeling van kanker, is deze studie de eerste in zijn soort waarbij we zelf mee instaan voor de productie van CAR-T-cellen.” 

Lokale productie
Voor deze klinische studie sloeg het UZA de handen in elkaar met het Nederlandse biotechnologiebedrijf CellPoint. De genetische bewapening van de T-cellen met een CAR, en de productie van de cellen in voldoende hoge aantallen om terug aan de patiënt toe te dienen, gebeurt bij anicells, een spin-off van het UZA en UAntwerpen. Recent kreeg anicells als eerste centrum in Vlaanderen een fabricagevergunning voor het produceren van CAR-T-cellen voor toediening aan patiënten. Door de samenwerking met anicells heeft het UZA als een van de weinige academische gezondheidscentra ter wereld toegang tot gespecialiseerde kennis en infrastructuur om CAR-T-cellen mee te produceren.

“Met de gedeelde infrastructuur van onze spin-off, gevestigd op het Wetenschapspark in Niel, willen we voor wetenschappers de drempel verlagen om aan celtherapie te doen”, aldus prof. Nathalie Cools, oprichter anicells. “De kosten zijn lager, het gaat sneller, én ze krijgen ondersteuning van ons team. Op langere termijn hopen we zo almaar meer patiënten te kunnen helpen.” 

Sneller en breder toegang
De lokale productie van CAR-T biedt belangrijke voordelen naar toegankelijkheid. Kritisch zieke patiënten met een agressief ziekteverloop kunnen sneller behandeld worden. De doorlooptijd van de afname van de cellen tot toediening is door de lokale productie beperkt tot één week. Eigen specialisten hanteren de strengste kwaliteitscontroles en kunnen de ontwikkeling van CAR-T-cellen al tijdens het productieproces opvolgen. Tot slot daalt de kostprijs van deze nieuwe generatie kankertherapieën door het wegvallen van transport naar en verwerking door buitenlandse centra. Hiermee slaan UZA en haar partners verder de weg in naar point-of-care-technologie: ontwikkel gepersonaliseerde therapieën waar je ze nodig hebt, bij de patiënt. 

“Door alles in eigen beheer uit te voeren zitten er nu maar enkele weken tussen diagnose en behandeling, terwijl dit voor commercieel beschikbare CAR-T-producten meestal meerdere maanden beslaat", vertelt prof. dr. Anguille. "Een belangrijk verschil voor kritische patiënten. Momenteel loopt deze studie voor patiënten met lymfeklierkanker, en in de nabije toekomst zullen we een tweede studie openen bij patiënten met multiple myeloom, een ander type bloedkanker. Zo gaan we nog meer patiënten sneller kunnen helpen."

In België komen kinderen en jongvolwassenen met acute lymfatische leukemie en volwassenen met een agressieve vorm van lymfeklierkanker – bij wie traditionele behandelingen zoals chemotherapie geen effect meer hebben – in aanmerking voor een CAR-T-behandeling met terugbetaling door het RIZIV. 

Meer info over anicells
Anicells werd opgericht in 2019 als spin-off van UAntwerpen en UZA, en begeleidt en faciliteert bedrijven in de valorisatie van hun celtherapeutisch onderzoek. 

Anicells | Advancing innovative cell therapy solutions | Antwerp, Belgium

“We moeten inzetten op gepersonaliseerde behandeling”

Antwerpse wetenschappers trekken nieuwe conclusies uit grootschalig onderzoek naar tinnitus

Een continue pieptoon, een rinkelende bel of een zeurende drilboor: tinnitus kan ontzettend vervelend zijn. Onderzoekers zijn voortdurend op zoek naar nieuwe therapieën, zoals het stimuleren van de hersenen met elektrische stroom. Een grootschalige studie van de Universiteit Antwerpen en het UZA trekt nieuwe conclusies.

Ongeveer één op zes volwassenen ervaart tinnitus en neemt dus een geluid waar dat niet aanwezig is in de omgeving. De impact van die tinnitus kan sterk variëren. Bij sommigen kan het leiden tot slaapproblemen, concentratiemoeilijkheden of zelfs angstklachten en depressie. Hoewel er verschillende therapieën bestaan die de impact ervan kunnen verminderen, is tinnitus momenteel niet te genezen.

Elektrische stroom als nieuwe behandeling

Al jarenlang gaan onderzoekers daarom op zoek naar vernieuwende behandelingen. Ze kijken daarvoor steeds vaker naar de hersenen, omdat tinnitus gepaard gaat met verstoorde activiteit in het brein. Kleine elektroden kunnen bijvoorbeeld elektrische stroom toedienen aan de hersenen, om zo de hersenactiviteit te veranderen. Deze techniek is pijnloos en wordt al met succes gebruikt voor andere klachten zoals chronische pijn. Onderzoekers verbonden aan de Universiteit Antwerpen en het UZA voerden daarom een grootschalige studie uit naar de effecten van deze techniek op tinnitus.

Uit Antwerps onderzoek blijkt dat een tinnitusbehandeling best gepersonaliseerd wordt aangepakt.

De behandeling werd vergeleken met een placebogroep. “Over het algemeen vonden we geen aanwijzingen dat de hersenstimulatie een beter effect had dan de placebovariant,” zegt onderzoekster Emilie Cardon. “We merkten wel enorme onderlinge verschillen op. Sommigen ervaarden een grote verbetering van de tinnitusklachten na de behandeling, terwijl anderen er helemaal geen effect van ondervonden.”

Inzetten op gepersonaliseerde geneeskunde

Het stimuleren van de hersenen met elektrische stroom is met andere woorden geen universele oplossing voor iedere persoon met tinnitus. Volgens de onderzoekers maken deze resultaten, die werden gepubliceerd in het vaktijdschrift Brain, duidelijk dat individualisering broodnodig is.

“Het is onrealistisch om te denken dat er één standaardbehandeling zal komen die iedereen van tinnitus kan genezen. Daarvoor zijn de onderlinge verschillen te groot. We moeten nu veel meer inzetten op gepersonaliseerde geneeskunde, en preciezer onderzoeken wie gebaat is bij welke behandeling. Op die manier willen we in de toekomst iedere persoon met tinnitusklachten zo goed mogelijk ondersteunen”, aldus Cardon.

Lees het volledige onderzoek op https://academic.oup.com/brain/article-lookup/doi/10.1093/brain/awac263

Hoe meer landbouw rond je woning, hoe meer pesticide in je urine

Onderzoekers vinden glyfosaatresten in urine van jongeren die omringd zijn door landbouwgrond

‘Op den buiten wonen’ wordt over het algemeen gezien als gezonder dan het stadsleven, maar een team Vlaamse onderzoekers vond dat hoe meer je woning omringd wordt door landbouwvelden, hoe meer resten van het giftige product AMPA in je urine terug te vinden zijn.

Wereldwijd worden pesticiden en onkruidverdelgers gebruikt in de landbouw. Blootstelling aan die producten brengt heel wat gezondheidsrisico’s met zich mee, zoals kanker, diabetes, aandoeningen van de luchtwegen en neurologische aandoeningen.

België tweede grootste pesticidegebruiker

In Vlaanderen is bijna de helft van het landoppervlak landbouwgrond. Pesticiden en onkruidverdelgers worden in Vlaanderen op grote schaal gebruikt. Volgens het departement Landbouw en Visserij gebeurt dat voornamelijk in de fruit-, aardappel-, sier-, graan- en bietenteelt. Geschat wordt dat elk jaar ongeveer 7,5 kg pesticiden en onkruidverdelgers per hectare akkerland wordt gebruikt, waardoor België de op een na grootste pesticidegebruiker per hectare landbouwgrond in Europa is.

In het kader van het Vlaamse humane biomonitoringprogramma van het Steunpunt Milieu en Gezondheid 2016-2020 bogen onderzoekers van de universiteiten van Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt en Leuven zich samen met collega’s van VITO en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne zich over de kwestie.

De ‘kwantiteit’ aan landbouw is relevanter dan de loutere afstand tot de woning.

Anders dan bij voorgaande onderzoeken keken de wetenschappers niet in de eerste plaats naar de afstand tussen een woning en de landbouwgrond, maar naar de hoeveelheid landbouwgrond die je woning omringt. Dat leidt tot een betere inschatting, want de ‘kwantiteit’ aan landbouw is relevanter dan de loutere afstand. De onderzoekers keken naar de pesticiden en onkruidverdelgers die op dit moment in Vlaanderen worden gebruikt en of die op een bepaalde manier terug te vinden waren in de urine van adolescenten. In totaal namen 424 jongeren aan het volledige onderzoek deel.

Glyfosaatresten in je urine

“We stelden vast dat méér landbouwgrondgebruik rond je woning gerelateerd is aan een verhoging van de niveaus van AMPA in je urine”, vertelt Katrien De Troeyer, verbonden aan de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van UAntwerpen. “AMPA is een biomarker voor blootstelling aan de onkruidverdelger glyfosaat, zoals het welbekende Roundup – dat overigens sinds 2018 is verboden in particulier gebruik, net omwille van alle gezondheidsrisico’s.”

De bevindingen suggereren dat het sprayen met glyfosaat op velden bijdraagt aan de interne blootstelling ervan. De Troeyer: “De gezondheidsrisico’s die bij glyfosaat en AMPA horen, moeten in acht worden genomen voor de mensen wiens huis omringd wordt door landbouwvelden.”

Voor andere onderzochte biomarkers voor pesticiden werden door de wetenschappers geen significante verbanden gevonden met het percentage landbouwgrond rond je woning.

De volledige studie vindt u op https://doi.org/10.1016/j.ijheh.2022.114039.

Meer info over de biomonitoringcampagne 2016-2020: https://www.milieu-en-gezondheid.be/nl/onderzoeksresultaten.