UAntwerpen heeft een mooie positieve beoordeling gekregen van de commissie voor de instellingsreview.
Om de zes jaar worden de hogescholen en universiteiten in Vlaanderen immers doorgelicht door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). In 2021 was het voor de tweede keer de beurt aan UAntwerpen.
Engagement en enthousiasme
Tijdens haar gesprekken ervaarde de commissie veel enthousiasme en engagement bij alle gesprekspartners. ‘Studenten, docenten, medewerkers en bestuurders zijn doordrongen van het belang van kwaliteit binnen onderwijs’, aldus de commissie. UAntwerpen getuigt van een echte kwaliteitscultuur en mag zichzelf terecht een lerende community noemen.
Uit de gesprekken met de (studenten)vertegenwoordigers bleek dat ‘hun vertrouwen in de expertise en de toegankelijkheid van de docenten en medewerkers groot is, en volgens de commissie is dat vertrouwen ook verdiend.’
Matuur bestuur
De UAntwerpen heeft een mature bestuurscultuur en er is een sterke overlegstructuur waarin ook de studentenvertegenwoordiging nauw betrokken wordt. Dat de universiteit beschikt over de nodige wendbaarheid, werd duidelijk tijdens de coronacrisis. Er werd snel geschakeld naar online onderwijs en de (mentale) weerbaarheid van studenten werd erkend als een belangrijk issue dat ook na de crisis structureel aandacht verdient.
De instelling heeft een heldere visie op onderwijs en die visie is uitgewerkt in passend beleid dat dagdagelijks wordt gerealiseerd door zowel het centrale niveau als in de faculteiten en de opleidingen, in de diensten en in werkgroepen.
Aan de hand van het strategisch beleidsthema diversiteit heeft de commissie vastgesteld dat de keuze voor subsidiariteit als bestuursbeginsel goed werkt. Faculteiten en opleidingen kunnen vanuit hun eigenheid en specifieke context evolueren op eigen tempo, binnen een gemeenschappelijk kader dat voor de hele instelling wordt vastgelegd.
Faculteiten beschikken over een ruime mate van autonomie. Dit biedt mogelijkheden voor het werken aan interdisciplinariteit en onderwijsinnovatie. Hierbij is er een evenwicht tussen bottom-up en top-down initiatieven, wat een sterke dynamiek geeft die erg gesmaakt wordt bij zowel de organisatoren als de deelnemers, zoals bv. de studenten. De didactische ondersteuning bij onderwijsinnovatie is goed uitgebouwd.
Kwaliteitszorg volgens de regels van de kunst
Het systeem dat de kwaliteit van de opleidingen garandeert, volgt de internationale regels van de kunst en is robuust: ‘De combinatie van permanente opvolging via het portfolio (een tool waarin informatie over de kwaliteit van de opleiding wordt verzameld) in zesjarige cycli met punctuele interne en externe controles is volgens de commissie een zinvol en werkbaar systeem.’
Tot slot gaf de commissie nog enkele aanbevelingen om de huidige aanpak nog verder aan te scherpen.
- de dienstverlening van de universiteit naar studenten toe kan nog meer en frequenter gecommuniceerd worden;
- het onderwijsportfolio kan systematischer aangevuld worden en hierbij kunnen meer collega’s betrokken worden;
- de externe blik bij de peer reviews van de opleidingen kan versterkt worden door vertegenwoordigers van het werkveld en academici uit buitenlandse instellingen te betrekken.
“Wij zijn als instelling uiteraard zeer blij met het mooie resultaat dat we hebben neergezet. Dit was enkel mogelijk dankzij de medewerking en dagelijkse inzet van velen”, zegt rector Herman Van Goethem. Ook Arne Cobben, die verantwoordelijk is voor het onderwijsluik in de Studentenraad blikt tevreden terug: “Bij de beoordeling van de commissie werden heel veel studenten betrokken, maar dat geldt ook voor de universiteit zelf. Er heerst een grote overlegcultuur aan UAntwerpen, de studenten zijn betrokken in alle mogelijke facetten van het onderwijs.”.
Het resultaat van de review geeft UAntwerpen stimulansen om de kwaliteit van haar onderwijs ook de volgende jaren nog verder te ontwikkelen. “De aanbevelingen van de commissie zullen we heel graag ter harte nemen en deze zullen opgevolgd worden in de Onderwijsraad en relevante werkgroepen”, besluit Ann De Schepper, vicerector Onderwijs.
24 februari 2022