Onderzoeksgroep

Expertise

- Het ontrafelen van de biopsychosociale achtergrond van pijn in verschillende kankerpopulaties - Focus op de interactie tussen verschillende comorbiditeiten na kanker - Klinische evaluatie en revalidatie van pijn in kankerpopulaties met de nadruk op lichaamsbeweging en educatieve interventies.

Naar het voorschrijven van gepersonaliseerde oefeninterventies ter preventie van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie 01/11/2024 - 31/10/2028

Abstract

Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een slopende en veel voorkomende bijwerking van neurotoxische kankerbehandeling. De meest voorkomende symptomen van CIPN zijn sensorische en motorische symptomen in de handen en/of voeten. CIPN kan de dagelijkse activiteiten en de behandeling van kanker belemmeren. Hoewel er proof of concept is voor lichaamsbeweging in de preventie van CIPN, is de kwaliteit van het bewijs vrij laag. Als gevolg hiervan is lichaamsbeweging niet opgenomen in de huidige internationale evidence-based richtlijnen voor de preventie van CIPN (zoals geen enkele andere strategie) en wordt lichaamsbeweging niet routinematig aanbevolen of voorgeschreven in de klinische praktijk voor patiënten die beginnen met chemotherapie. Een extra hiaat is kennis over de barrières en facilitatoren van een beweegprogramma tijdens chemotherapiebehandeling ter preventie van CIPN. Deze kennis is cruciaal voor het optimaliseren van beweeginterventies en therapietrouw, evenals voor het effectiever maken van de integratie van lichaamsbeweging in de klinische praktijk in het kader van de preventie van CIPN. Daarom is het primaire doel van het huidige project het bestuderen van het effect van een oefenprogramma op symptomen van CIPN bij borst- en darmkankerpatiënten die op taxanen of platina gebaseerde chemotherapie krijgen. Het oefenprogramma is op maat gemaakt voor de patiënt en gebaseerd op de richtlijnen voor fysieke activiteit in de oncologie. Een prospectieve gerandomiseerde gecontroleerde studie met korte (3 maanden) en lange termijn (6 maanden) follow-up zal worden uitgevoerd met zelfgerapporteerde CIPN-symptomen (QLQ-CIPN20, sensorische subschaal) als primaire uitkomstmaat. Secundaire wetenschappelijke doelstellingen zijn het effect van het oefenprogramma op tekenen van CIPN (objectief onderzoek), mentaal en sociaal functioneren (zelfgerapporteerd) en relatieve dosisintensiteit van chemotherapie (objectief onderzoek). Tertiaire wetenschappelijke doelstelling is het uitvoeren van een procesevaluatie. Het doel van deze procesevaluatie is om de barrières en bevorderende factoren van het beweegprogramma te onderzoeken bij patiënten die op taxanen of platina gebaseerde chemotherapie krijgen, door na te gaan of ze zich aan het beweegprogramma houden en hoe patiënten en zorgverleners de implementatie van het beweegprogramma ervaren. Een dergelijke procesevaluatie kan helpen bij het identificeren van determinanten van het uitvallen van het beweegprogramma en aanbevelingen doen voor valorisatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Effect en neuro-immunologische werkingsmechanismen van een nieuwe multimodale oefeninterventie ter vermindering van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie: DE CIPN-EX TRIAL. 01/11/2024 - 31/10/2027

Abstract

Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is een slopende en veelvoorkomende bijwerking van chemotherapie. De meest voorkomende symptomen zijn sensorische veranderingen in de handen en/of voeten. CIPN kan dagelijkse activiteiten en de voortzetting van de kankerbehandeling verstoren. Ondanks het belang van CIPN zijn er geen evidence-based interventies om CIPN af te remmen. Multimodale oefentherapie is een veelbelovende strategie, echter is het klinische bewijs op het afremmen van CIPN beperkt. Het zou baanbrekend zijn als een nieuw multimodaal oefenprogramma bestaande uit neurodynamische oefeningen, aerobe en weerstandstraining effectief is in het afremmen van CIPN. Doel van dit project is om diepgaande kennis te vergaren over hoe een multimodaal oefenprogramma (neurodynamische + aerobe en weerstandstraining) CIPN kan verminderen bij patiënten die taxanen- of platinumgebaseerde chemotherapie krijgen, door het onderzoeken van 1) het effect van oefentherapie op CIPN-symptomen en tekenen, 2) op CIPN biomarkers (Neurofilament Light Chain, Brain Derived Neurotrophic Factor, Nerve Growth Factor, inflammatoire cytokines) en 3) of veranderingen in CIPN biomarkers veroorzaakt door oefentherapie geassocieerd zijn met vermindering van CIPN symptomen. Een prospectieve gerandomiseerde gecontroleerde studie zal worden uitgevoerd met CIPN symptomen als primaire uitkomst en CIPN tekenen als secundaire uitkomst (kwantitatieve sensorische testen), zowel op korte als lange termijn.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het enigma van subjectief lymfoedeem: Waarom rapporteren patiënten lymfoedeem na de behandeling van borstkanker zonder een objectief meetbare zwelling? De rol van sensorische stoornissen en subklinisch lymfoedeem - LymphSens Trial. 01/01/2023 - 31/12/2026

Abstract

Borstkanker-gerelateerd lymfoedeem of 'BCRL' is door zijn chroniciteit en impact een uiterst gevreesde complicatie na de behandeling van borstkanker. De prevalentie van objectief BCRL daalt omwille van de verbeterde behandelingsmogelijkheden van borstkanker. De prevalentie van subjectief BCRL is echter veel hoger dan die van objectief BCRL. Subjectief BCRL wordt gedefinieerd als de diagnose van BCRL die gebaseerd is op het gevoel van de patiënt dat er verschil in volume aanwezig tussen beide armen en /of flanken en dit zonder dat er een objectief meetbare zwelling is. Op dit ogenblik is het niet duidelijk hoeveel borstkankerpatiënten subjectieve BCRL ervaren en wat de onderliggende mechanismen hiervoor zijn. Onze hypothese is dat er mogelijk vier mechanismen geassocieerd zijn met de aanwezigheid en de ernst van subjectief BCRL, namelijk sensorische stoornissen (1. nociceptief, 2. neuropathisch, 3. centraal) en de aanwezigheid van verstoord lymfatisch transport zonder klinische manifestatie (4. subklinisch BCRL). Om te begrijpen wie en waarom patiënten tijdens en na de behandeling van borstkanker subjectief BCRL rapporteren, wordt een multicenter longitudinale studie uitgevoerd. Dit zal de eerste studie zijn die bij 230 borstkanker patiënten de prevalentie en de onderliggende mechanismen van subjectief BCRL op verschillende tijdstippen onderzoekt (start voor de operatie tot 6 maanden na de radiotherapie), gebruik makend van state-of-the art en innovatieve evaluatiemethodes.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Effectiviteit van een eHealth zelf-management programma voor blijvende pijnklachten na de behandeling van borstkanker. 01/10/2022 - 30/09/2026

Abstract

De huidige state-of-the-art pleit voor een biopsychosociale benadering voor persisterende pijnklachten na de behandeling van borstkanker. Binnen deze benadering wordt pijnwetenschappelijke educatie gecombineerd met het promoten van een actieve levensstijl op basis van zelfregulatietechnieken. In dit project zal een innovatief eHealth zelfmanagement programma getest worden voor dit doel. Een eHealth interventie kan barrières voor pijn zelfmanagement verminderen, door tijdige ondersteuning dicht bij mensen te brengen, een veilige omgeving te creëren in tegenstelling tot een ziekenhuisomgeving, een interventie te bieden dat rekening houdt met de individuele biopsychosociale behoeften van patiënten, ondersteuning op maat te bieden en gezondheids-gerelateerde kosten te verlagen. Dit programma kan patiënten de kennis, proactieve, cognitieve en zelfmanagement- vaardigheden bieden om hun situatie de baas te worden en op weg te gaan naar minder pijn en pijn-gerelateerde beperkingen. Het programma maakt gebruik van een chatbot voor het geven van pijnwetenschappelijke educatie en het motiveren en monitoren van fysieke activiteit. Het eHealth programma is geautomatiseerd en gepersonaliseerd met behulp van uitgebreide algoritmen. Het primaire wetenschappelijke doel van de studie is het bepalen van de effectiviteit van dit eHealth zelfmanagement programma (I) voor aanhoudende pijn na de behandeling van borstkanker (P) in vergelijking met 1) de gebruikelijke zorg (d.w.z. superioriteit van het eHealth zelfmanagement programma) (C1) en 2) een uitgebreid pijnrevalidatieprogramma face-to-face in een kinesitherapeutische setting (d.w.z. non-inferioriteit van het eHealth zelfmanagement programma) (C2) op pijn-gerelateerde beperkingen (O).

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een beter begrip van de rol van de structurele en mechanische eigenschappen van weke delen in de functie van het bovenste lidmaat na de behandeling van borstkanker: de SOFT-TI-TRIAL 01/10/2022 - 30/09/2025

Abstract

Disfuncties van het bovenste lidmaat (BL) na de behandeling van borstkanker zijn complex en multifactorieel. Er is steeds meer bewijs voor lokale weke delen problemen als onderliggend mechanisme van BL disfuncties tijdens en na borstkanker. Deze problemen omvatten structurele veranderingen (weefselsamenstelling, dikte en volume) en veranderde mechanische eigenschappen (weefselstijfheid en verminderd glijden). De uitdaging bestaat erin deze eigenschappen goed te meten. Tot nu toe werden alleen (subjectieve) methoden met beperkte validiteit gebruikt. Ook ontbreken longitudinale metingen van alle eigenschappen tezamen. Daarom zal dit project een set van innovatieve, kwalitatief hoogstaande en objectieve ultrasone technieken ontwikkelen en toepassen voor de beoordeling van zowel structurele als mechanische eigenschappen. Meer specifiek zijn de doelstellingen 1) het ontwikkelen en testen van een uitgebreid meetprotocol voor de kwantificering (d.w.z. ernst) van weke delen eigenschappen met ultrasone technieken; 2) het onderzoeken van de klinische relevantie van ultrasone bevindingen door deze te vergelijken met andere klinische uitkomsten en 3) het bepalen van de waarde van weke delen eigenschappen als een diagnostische en prognostische biomerker voor BL disfuncties tot één jaar na borstkankerchirurgie. Met deze inzichten zullen de momenteel beschikbare en/of nieuwe therapieën beter kunnen worden afgestemd op het (de) exacte onderliggende mechanisme(n) van BL disfuncties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

sKANsens: Identificatie van biomarkers voor chronische pijn na borstkankerbehandeling. 01/01/2021 - 31/12/2024

Abstract

Tot 40% van de vrouwen ervaren chronische pijn na de behandeling voor borstkanker, en deze pijn is vaak erg invaliderend. Toch blijft chronische pijn na borstkanker, onderkend en onderbehandeld. Een doeltreffende en patiënt-gericht aanpak van (chronische) pijn na borstkanker vraagt immers een grondige kennis en evaluatie van de pijn. In de dagelijkse klinische praktijk ontbreken echter richtlijnen voor een uitgebreide diagnose van pijn bij kankerpatiënten en overlevers. Om de aanpak van pijn na borstkanker efficiënt, zowel preventief als curatief, in te zetten, is verder onderzoek in deze topic cruciaal. Naast de hoge prevalentie en de belangrijke impact van pijn bij deze populatie, is de borstkankerpopulatie ook een ideale populatie om chronische pijn en het natuurlijke tijdsverloop ervan in verschillende stadia te bestuderen, vermits de meeste patiënten pijnvrij aan het traject beginnen, maar bijna de helft van hen eindigen met chronische pijn. Daarom wil deze studie biomarkers (zowel voorspellende, prognostische als diagnostische) voor chronische pijn na behandeling van borstkanker in kaart gaan brengen. We zullen mogelijke biopsychosociale biomarkers bestuderen in relatie tot (chronische) pijn en de temporele veranderingen ervan gaan monitoren van moment van diagnose tot 1 jaar na de chirurgie. De potentiële biomarkers situeren zich binnen de medische beeldvorming van de hersenen, metingen van pijnsensitiviteit en psychologische variabelen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Naar een beter begrip van de rol van de structurele en mechanische eigenschappen van weke delen in de functie van het bovenste lidmaat na de behandeling van borstkanker: de SOFT-TI-TRIAL 01/07/2022 - 31/12/2023

Abstract

Een verminderde functie van de bovenste ledematen, d.w.z. moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven met de bovenste ledematen, komt met een prevalentie van 50% één jaar na de operatie, zeer vaak voor na de behandeling van borstkanker. Disfuncties van de bovenste ledematen na de behandeling van borstkanker zijn complex en multifactorieel met een verscheidenheid aan mogelijke bijdragende factoren. Zowel in onderzoek als in de klinische praktijk bestaat er geen twijfel over de veranderingen in de eigenschappen van de weke delen als gevolg van borstkankerbehandelingen, in het bijzonder chirurgie en radiotherapie. Problemen met de weke delen omvatten structurele veranderingen (waaronder weefselsamenstelling en weefselvolume) en veranderde mechanische eigenschappen (waaronder weefselstijfheid en verminderd glijden van weefsels ten opzichte van elkaar). De uitdaging is om de structurele en mechanische eigenschappen van weke delen goed in kaart te brengen om een goed inzicht te krijgen in hun bijdrage aan disfuncties van de bovenste ledematen. Tot nu toe werden (subjectieve) methoden gebruikt met beperkte validiteit, in het bijzonder voor diepere structuren. De eigenschappen van weke delen kunnen objectief geëvalueerd worden in vivo door middel van ultrasonografie (US) en een breed scala aan 'add-ons', zoals 3D freehand US volumemeting, speckle tracking en shear-wave elastografie. De specifieke voordelen van US (met zijn add-on technieken) maken een uitgebreide objectieve beoordeling van zowel structurele als mechanische eigenschappen van zachte weefsels in één keer mogelijk. Dit zal het mogelijk maken om kennis te verwerven over hun rol in de functie van de bovenste ledematen na de behandeling van borstkanker. Het begrijpen van de problemen met weke delen na de behandeling van borstkanker kan nieuwe wegen openen naar betere screening, preventie en behandeling van disfuncties van de bovenste ledematen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een 'de novo' ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn voor goede klinische praktijk met betrekking tot de oncologische nazorg in de eerste lijn. 01/01/2022 - 30/06/2023

Abstract

Het doel is om een multidisciplinaire richtlijn voor goede klinische praktijk te ontwikkelen met betrekking tot de oncologische nazorg in de eerste lijn, volgens de internationale standaarden voor de ontwikkeling van een evidence-based richtlijn en de criteria die het Belgische Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM) hanteert voor de validatie van richtlijnen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

PijnEducatie na KANker (PEKAN)-app: een nieuwe, innovatieve methode voor pijneducatie bij borstkankeroverlevers 01/07/2020 - 31/12/2021

Abstract

Zowel in onderzoek als in de klinische praktijk is de belangstelling voor educatieve interventies of Pain Science Education (PSE) voor de behandeling van blijvende pijn na borstkanker de afgelopen decennia aanzienlijk toegenomen. PSE verklaart de neurofysiologie van (chronische) pijn, het vermogen van het zenuwstelsel om de pijnervaring te moduleren en te handhaven, en benadrukt de invloed van andere factoren (zoals slaap, gedachten, gevoelens en cultuur) op pijn. Ondanks de toenemende evidentie, moeten enkele belangrijke aspecten in rekening gebracht worden. Ten eerste vereist het aanbieden van individuele face-to-face sessies aanzienlijke middelen en kan het een belemmering vormen voor deelname als borstkankeroverlevers over beperkte middelen, mobiliteit, motivatie of toegang tot dergelijke diensten beschikken. Ten tweede, gezien de complexe biopsychosociale aard van aanhoudende pijn na de behandeling van borstkanker, is een persoonlijke benadering nodig. Daarom kunnen eHealth-modaliteiten met geïndividualiseerde informatie geschikter zijn voor deze specifieke populatie. Het algemene doel van dit project is dan ook het leveren van proof of concept voor het gebruik van apps met behulp van een Embodied Conversational Agent (ECA) of een virtuele agent in de gezondheidszorg, in het bijzonder de nazorg voor kanker. Meer specifiek focust dit project op een ECA-gebaseerde app, de PECAN-app, bestaande uit een individueel aangepaste PSE-interventie om zelfmanagement van pijn te bevorderen en de gevolgen van aanhoudende pijn na borstkanker te verminderen. Het doel van het voorgestelde project is tweeledig: 1) Het evalueren van de voorkeuren van de borstkankeroverlever voor en de inhoud en vormgeving van de PECAN app voor PSE voor borstkankeroverlevers met hardnekkige pijn door middel van een kwalitatieve studie; en 2) het verzamelen van proof of concept voor a) het gemak en de aanvaardbaarheid van een interventie met een op ECA voor PSE bij borstkankeroverlevers met hardnekkige pijn; en b) een grote effectiviteitsstudie door middel van een piloot gerandomiseerde gecontroleerde studie en kwalitatieve studie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ontwikkeling en validatie van een screeningsinstrument voor het identificeren van centrale sensitisatie pijn bij kankeroverlevers. 01/10/2018 - 30/09/2021

Abstract

Naast vermoeidheid is pijn het meest voorkomende chronische symptoom bij kankeroverleves. Pijn na kanker leidt tot slechte kwaliteit van leven en verminderd dagelijks functioneren. Het identificeren van de oorsprong of het mechanisme van de pijn is een cruciale stap in de klinische besluitvorming. De laatste decennia groeit meer en meer het bewustzijn dat centrale sensitisatie een rol speelt bij kankeroverlevers . In dit geval kan pijn worden verklaard door een te efficiënte pijnverwerking (sensitisatie) in het perifere en / of centrale zenuwstelsel en door gewijzigde pijnmodulatie. Centrale sensitisatie is afhankelijk van andere mechanismen dan typische nociceptieve en neuropathische pijn en vereist daarom een andere behandelingsstrategie. Helaas is er tot nu toe geen gevalideerde tool voor de identificatie van centrale sensitisatiepijn in de dagelijkse klinische praktijk beschikbaar. Daarom is het doel van het voorgestelde project om een instrument te ontwikkelen voor de identificatie van centrale sensitisatiepijn bij kankeroverlevers met aanhoudende pijn enkele maanden na het beëindigen van de behandeling. Ten eerste zal de tool worden ontwikkeld en gevalideerd in een cohort van kankeroverlevers met aanhoudende pijn gerekruteerd in een ziekenhuissetting. Ten tweede zullen pilottests worden uitgevoerd om een grootschalig valideringsonderzoek in een niet-ziekenhuisomgeving uit te voeren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject