Onderzoeksgroep
Expertise
Mijn onderzoekspopulatie bestaat uit patiënten met congenitale hartziekten en zwangere vrouwen met hart- en vaatziekten. Het onderzoek richt zich voornamelijk op de evaluatie van de rechter ventriculaire functie, de aanwezigheid van microvasculaire disfunctie, de therapeutische effecten van training en cardiovasculaire verpleging met verbetering van het zorgplan. Huidige multidisciplinaire samenwerkingen omvatten projecten met Neurologie, Kindercardiologie en Gynaecologie. Internationale samenwerking met Erasmus Universitair Ziekenhuis Rotterdam.
De ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een geintergreerd, multidisciplinair zorgpad voor zwangere vrouwen met een cardiovasculaire aandoening: een multicentrische effectiviteitsstudie.
Abstract
In de Westerse wereld stijgt het aantal zwangerschappen en bevallingen bij vrouwen die te kampen hebben met een aangeboren, verworven of genetisch overgedragen cardiovasculaire aandoening op significante wijze. Spijtig genoeg zijn maternale cardiovasculaire aandoeningen en complicaties momenteel de meest voorname reden voor niet-obstetrische mortaliteit bij vrouwen tijdens en na de zwangerschap. Wereldwijd worden bijna 1 op de 3 overlijdens gerelateerd aan een zwangerschap toegeschreven aan onderliggende cardiovasculaire aandoeningen of complicaties. Om de kans op een succesvolle zwangerschap te vergroten, met het vrijwaren van maternale en foetale gezondheid op langere termijn, bevelen talrijke wetenschappelijke en professionele organisaties de inschakeling van interdisciplinaire teams die een vrouwen-hart kliniek runnen. Deze Europese en Amerikaanse richtlijnen bevelen de implementatie van diverse zorgcomponenten aan zoals het voorzien van pre-conceptie counselling, perinatale risicobepaling, prenatale zorg en post-partum opvolging. Momenteel is de groep van vrouwen van vruchtbare leeftijd, die tevens een cardiovasculaire aandoening hebben, sterk groeiend in omvang. Daarom is de evaluatie van de effectiviteit van een cardio-verloskundig zorgmodel hoogstnoodzakelijk. Ondanks het gegeven dat diverse richtlijnen de creatie van een dergelijke zwangerschaps-hartkliniek aanbevelen, zijn deze aanbevelingen momenteel louter gebaseerd op de meningen van experten en ontbreekt een wetenschappelijke onderbouwing ervan. Tot op heden zijn wetenschappelijke studies die inzicht verlenen in de patiënt-gerapporteerde noden, organisatorische uitdagingen en effectiviteit van dit cardio-verloskundige zorgmodel in termen van feto-maternale uitkomsten, zeer beperkt tot onbestaande. Aangezien maternale mortaliteit en morbiditeit een belangrijk onderdeel vormt van onze volksgezondheid, zijn wetenschappelijke studies noodzakelijk die ons inzicht geven in succesvolle strategieën met het oog op het ontwikkelen, implementeren en evalueren van de zorgcomponenten aanbevolen in de huidige richtlijnen. Bijgevolg heeft dit onderzoeksproject primair tot doel om een multidisciplinair geïntegreerd zorgpad voor vrouwen met cardiovasculaire aandoening te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. Om dit primaire onderzoeksdoel te bereiken, omvat dit doctoraatsproject diverse opeenvolgende studies. Drie onderzoeksdoelstellingen worden hierbij voorop gesteld. Ten eerste wensen we diepgaand inzicht te verwerven in de noden, uitdagingen en ervaringen van vrouwen met cardiovascularie aandoeningen voor en tijdens de zwangerschap door middel van een kwalitatieve studie. Deze kwalitatieve studie zal data collecteren door middel van semi-gestructureerde interviews. Ten tweede hebben we binnen dit project tot doel om een multicentrisch prospectief register op te stellen waarin gegevens worden verzameld met betrekking tot de fysiologische en psychologische uitkomsten vanzwangere vrouwen met cardiovasculaire aandoeningen tijdens de post-partum periode (cfr. 4e trimester). Als onderdeel van deze studie zullen wij gebruik maken van een gevalideerde, standaard set van uitkomstparameters waarin een combinatie wordt gemaakt van klinische indicatoren, patient-gerapporteerde uitkomsten en ervaringen zoals door ICHOM. Ondanks het gegeven dat diverse wetenschappelijke organisaties voorstellen om een multidisciplinaire cardio-verloskundige kliniek op te starten, als strategie om het risico op zwangerschapsgerelateerde complicaties te beperken, ontbreken momenteel wetenschappelijke data om deze aanbeveling te ondersteunen. Een derde doelstelling van dit doctoraatsproject is om de impact van de implementatie van een geïntegreerd zorgpad voor vrouwen met cardiovasculaire aandoeningen tijdens de zwangerschap in termen van maternale, obstetrische en foetale uitkomsten tijdens de post-partum periode (cfr. 4e trimester) te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Goossens Eva
- Co-promotor: Van Berendoncks An
- Mandaathouder: Vanharen Yaël
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Microvasculaire disfunctie in volwassenen met een aangeboren hartaandoening en het effect van een fysiek trainingsprogramma (MICONEX).
Abstract
Volwassenen met een aangeboren hartafwijking (VAH) hebben een lagere inspanningscapaciteit, verminderde levenskwaliteit en een slechtere prognose in vergelijking met gezonde personen. VAH en patiënten met hartfalen (HF) secundair aan andere oorzaken hebben veel kenmerken gemeen, waaronder inspanningsintolerantie, rechter ventrikel (RV) disfunctie en een verhoogd aantal inflammatoire cytokines. Onder de pathofysiologische veranderingen in HF komt endotheeldisfunctie naar voor. De aanwezigheid van endotheeldisfunctie bij VAH is echter onbekend. De literatuur is beperkt en tegenstrijdig. Ik geloof dat coronaire microvasculaire disfunctie (CMD) belangrijk is in de pathofysiologie van VAH. Onze hypothese is dat meerdere factoren waaronder genen, onderliggende hartafwijkingen, hartchirurgie en RV overbelasting, verder verergerd door klassieke verworven risicofactoren de laminaire shear stress verstoren en een veralgemeende ontsteking met endotheliale oxidatieve stress veroorzaken resulterend in een verminderde biologische beschikbaarheid van stikstofmonoxide en endotheeldisfunctie. Bijgevolg veronderstel ik dat CMD onderdeel is van een systemische microvasculaire aandoening. Ik ben ervan overtuigd dat het opsporen van CMD belangrijk is om VAH met een ongunstige prognose te identificeren en dat dit op een eenvoudige manier kan doormiddel van doppler echocardiografie met adenosine. Tenslotte zal het potentiële therapeutische effect van een fysiek trainingsprogramma worden onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Berendoncks An
- Co-promotor: Hens Wendy
- Co-promotor: Segers Vincent
- Co-promotor: Van Craenenbroeck Emeline
- Mandaathouder: Vanreusel Inne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Rechter ventrikel (dys)functie bij congenitale hartafwijkingen: rol van microvasculaire dysfunctie en effect van fysieke training.
Abstract
Inspanningscapaciteit is duidelijk verminderd bij volwassenen met aangeboren hartafwijkingen (VAH) en geassocieerd met een verhoogd risico op ziekenhuisopname en sterfte. De rechter ventrikel (RV) functie is cruciaal bij hun prognose. Onze groep heeft recent een verminderde RV functie aangetoond bij VAH met RV overbelasting. Bovendien zouden strainmetingen bij TOF patiënten hun functionele capaciteit kunnen voorspellen. In andere onderzoekspopulaties (HFpEF en PAH) is aangetoond dat coronaire microvasculaire dysfunctie (CMD) frequent voorkomt en geassocieerd is met ergere RV strain en inspanningsintolerantie. Voor zover wij weten, is de aanwezigheid van CMD nog niet eerder onderzocht in VAH. Onze hypothese is dat meerdere factoren, waaronder genen, onderliggende hartafwijkingen, hartchirurgie en RV overbelasting, verergerd door klassieke verworven risicofactoren waarvan bekend is dat ze een inflammatie veroorzaken en de biologische beschikbaarheid van stikstofmonoxide verminderen, systemische ontsteking bevorderen die leidt tot endotheliale dysfunctie. Bijgevolg veronderstellen we dat de aanwezigheid van endotheeldysfunctie kan fungeren als prognostische en potentiële therapeutische merker in VAH. We willen een prospectieve studie over CMD in VAH opzetten. Potentiële correlaten van verminderde CFR, waaronder RV-belasting, klinische en biochemische merkers, systemische endotheelfunctie en echocardiografische gegevens zullen worden onderzocht, evenals het effect van training.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Berendoncks An
- Co-promotor: Heidbuchel Hein
- Co-promotor: Van Craenenbroeck Emeline
- Mandaathouder: Vanreusel Inne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Perifere skeletspierafwijkingen bij patiënten met chronisch hartfalen: studie naar onderliggende mechanismen en de impact van fysieke training
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Conraads Viviane
- Co-promotor: Vrints Christiaan
- Mandaathouder: Van Berendoncks An
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Perifere skeletspierafwijkingen bij patiënten met chronisch hartfalen: studie naar onderliggende mechanismen en de impact van fysieke training.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Conraads Viviane
- Co-promotor: Vrints Christiaan
- Mandaathouder: Van Berendoncks An
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject