Onderzoeksgroep
Expertise
Mijn onderzoek richt zich op translationele studies bij kinderen. Hierbij focus ik mij voornamelijk op de volgende ziektebeelden: Obstructief slaapapneu, Obesitas en het metabool syndroom, Bronchopulmonaire dysplasie
Inflammatie-gerelateerde pathologieën: van pathogenese naar het ontwikkelen van nieuwe biomerkers en behandelingen via nieuwe generatie technologieën en snelle data analyse.
Abstract
Het Laboratorium voor Experimentele Geneeskunde en Pediatrie – binnen de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en nauw gerelateerd aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) - bestudeert inflammatie in een klinisch relevante context, gebaseerd op interdisciplinaire methodologieën en samenwerkingen. We voeren baanbrekend fundamenteel, klinisch en translationeel onderzoek uit van "bench to bedside" en vice versa, met behulp van innovatieve en hoogwaardige methodologieën, waaronder organoïden, proefdiermodellen, celculturen, verschillende next-generation omics benaderingen en klinische studies. We dagen je uit om een project te schrijven dat een toegevoegde waarde heeft voor een van de onderzoekslijnen die bij LEMP (www.uantwerpen.be/en/research-groups/lemp) worden bestudeerd, waaronder: Verlies van de integriteit van de mucosale barrière is een drijvende kracht in de pathofysiologie van mucosale inflammatoire/infectieuze ziekten (IBD, gastro-intestinale kankers, RSV, COVID-19). De rol van transmembranaire mucines die de barrièredisfunctie mediëren, is onvoldoende gekend. Bovendien kunnen genetische verschillen via alternatieve splicing aanleiding geven tot structureel diverse mucine mRNA isovormen die op hun beurt coderen voor vergelijkbare biologische functies of het veranderen van de eiwitfunctie, resulterend in ziekteprogressie. Momenteel is het mucine-mRNA isovorm landschap, betrokken bij mucosale barrièredisfunctie, dan ook een interessante piste om verder te onderzoeken. Vluchtige organische stoffen (VOS) zijn bijproducten van metabolisme en inflammatie. Deze kunnen worden uitgeademd en dienen als merkers voor ziekte. Daarom wordt breathomics toegepast in onderzoek naar klinisch relevante diagnostische, prognostische en predictieve biomerkers voor inflammatoire ziekten bij volwassenen en kinderen (thoracale kankers, COVID-19, astma, COPD, BPD bij pasgeborenen, gastro-intestinale ziekten) en om het effect van luchtvervuiling op de gezondheid te monitoren. Er is ook behoefte aan verdere identificatie en datamining van VOS, waarbij VOS worden gekoppeld aan pathophysiologie. Chronische inflammatie is een belangrijke factor in obesitas. Onderzoek naar nieuwe behandelstrategieën die drop-out en latere gewichtstoename minimaliseren is essentieel evenals verder onderzoek naar de pathofysiologische processen (zoals hypoxie) van de obesitas-geassocieerde comorbiditeiten zoals cardiovasculaire en metabole complicaties, en obstructief slaapapneu. Niertransplantatie is de beste behandeling voor patiënten met terminale nierziekte. Aangezien diagnose invasieve procedures vereist, is er behoefte aan gevoelige, niet-invasieve merkers voor de vroeg-detectie van acute rejectie, net als voor glomerulaire schade bij kinderen en volwassenen met verschillende comorbiditeiten (diabetes, obesitas of sikkelcelanemie). Viscerale pijn is een belangrijk kenmerk van de gastro-intestinale aandoeningen IBD en IBS. De behandeling van viscerale overgevoeligheid is een uitdaging en vereist verder onderzoek naar nieuwe therapeutische doelwitten. Het ontrafelen van de immunopathogenese van chronische hepatitis B infecties is essentieel in de zoektocht naar nieuwe behandelmethoden. Hoewel de ineffectieve T-celreacties algemeen bekend zijn, zijn B-cellen grotendeels onderbelicht gebleven, wat verder onderzoek naar de rol van de humorale immuunrespons op het niveau van HBV-specifieke antilichaamproductie en van de fenotypische/functionele niveau van B-cellen noodzaakt. Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) is de belangrijkste oorzaak van chronische leverziekte, maar farmacologische behandeling oogst weinig succes. Veranderingen in de hemodynamiek van de lever en in de parenchymale oxygenatie spelen een sleutelrol en vormen dus een potentieel therapeutisch doelwit. Bovendien verdient de rol van NAFLD op extrahepatische vasculaire veranderingen die bijdragen aan cardiovasculaire ziekten verder onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Winter Benedicte
- Co-promotor: Lamote Kevin
- Co-promotor: Ledeganck Kristien
- Co-promotor: Smet Annemieke
- Co-promotor: Van Eyck Annelies
- Mandaathouder: Oosterlinck Baptiste
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol en modulatie van hypoxie-geïnduceerde ferroptose in niet-alcoholische steatohepatitis
Abstract
Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) is de lever component van het metabool syndroom en bereikt wereldwijd epidemische prevalenties. Geïsoleerde steatose is de meest voorkomende vorm, maar een deel van de patiënten kent progressie naar niet-alcoholische steatohepatitis (NASH), dewelke voorbestemt tot fibrose, cirrose en cardiovasculaire ziekte. De belangrijkste oorzaak van progressie naar NASH is op heden onbekend. In geïsoleerde steatose bestaat er een verhoogde intrahepatische vasculaire weerstand die leidt tot lage-perfusie ischemie en hepatische hypoxie. Onze hypothese is dat deze hepatische hypoxie een bepaald type van celdood induceert in steatotische hepatocyten, meer bepaald ferroptose. Deze recent ontdekte celdood wordt veroorzaakt door ijzer-gemedieerde membraan lipiden peroxides en zou een belangrijke rol spelen in NAFLD. We zullen de aanwezigheid van hepatische ferroptose en determinanten ervan bestuderen in een grote humane NAFLD cohorte. Daarnaast zullen we onderzoeken of hypoxie de trigger is van ferroptosis in een in vitro NAFLD model. De aanwezigheid van hepatische hypoxie en ferroptose zullen bestudeerd worden in een muismodel van NAFLD. Tot slot, zullen we trachten de progressie naar NASH te voorkomen en een ingestelde NASH te behandelen in het muismodel, met behulp van vasodilaterende geneesmiddelen (die hepatische hypoxie verminderen) enerzijds en een nieuwe derde generatie ferroptose inhibitor anderzijds.Onderzoeker(s)
- Promotor: Francque Sven
- Co-promotor: Vanden Berghe Tom
- Co-promotor: Van Eyck Annelies
- Mandaathouder: Peleman Cédric
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Obstructief slaap apneu en intermittente hypoxie: hoe beïnvloeden ze de functie van vetweefsel?
Abstract
Obesitas en het metabool syndroom zijn prevalent bij kinderen en volwassenen. De componenten van het metabool syndroom kunnen doorlopen van de kindertijd tot in de adolescentie en volwassenheid, wat een vroeger optreden van cardiovasculaire morbiditeit impliceert. Daarom is het belangrijk om de comorbiditeiten die een additioneel effect op obesitas en zijn metabole complicaties hebben verder te bestuderen, alsook de mechanismen achter de interacties die leiden tot deze metabole disregulatie. In dit perspectief wordt obstructief slaap apneu bestudeerd als een belangrijke factor van bijkomende morbiditeit bij patiënten met obesitas. Het vetweefsel is een belangrijke factor in de ontwikkeling van obesitas en zijn comorbiditeiten. Obstructief slaapapneu gaat gepaard met periodes van hypoxie of verminderde zuurstofconcentraties. Een mogelijk mechanisme dat obstructief slaapapneu en obesitas met elkaar in relatie brengt is een toegenomen hypoxie in de vetcellen ontstaan door het obstructief slaapapneu bij patiënten met obesitas. Dit translationeel onderzoeksproject zal focussen op de impact van obstructief slaapapneu op het vetweefsel door te kijken naar de mogelijks essentiële rol van intermittente hypoxie op de vetweefselregulatie, en dit zowel in een dierenmodel als in een klinische studie bij adolescenten en jongvolwassenen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Eyck Annelies
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van hypoxie in het vetweefsel bij obesitas en obstructief slaapapneu.
Abstract
Zowel obesitas als het metabool syndroom zijn prevalent bij kinderen, adolescenten en volwassenen. Het is geweten dat de componenten van het metabool syndroom van de kindertijd tot in de adolescentie en volwassenheid doorlopen, wat een vroeger optreden van cardiovasculaire morbiditeit impliceert. Om deze reden is er nood aan een vroege preventie en beheer van obesitas. Helaas, is het medisch beleid van obesitas nog redelijk ineffectief op lange termijn en dit in alle leeftijdscategorieën. Daarom is het belangrijk om de pathofysiologische mechanismen die obesitas linken met zijn comorbiditeiten te onderzoeken. In dit perspectief zal ook obstructief slaap apneu (OSA) worden bestudeerd als een belangrijke factor van additionele morbiditeit bij obese patiënten. Het vetweefsel is een belangrijke factor in de ontwikkeling van obesitas en zijn geassocieerde comorbiditeiten. De vetcel is een belangrijke bron voor pro-inflammatoire cytokines en adipokines, en al deze moleculen kunnen belangrijke orgaansystemen in de positieve of negatieve zin beïnvloeden op zowel endocriene als paracriene wijze. Eén van de hypothesen die OSA in verband brengt met dysfunctie van het vetweefsel bij obese patiënten, is een exacerbatie van de obesitas-gerelateerde hypoxie in het vetweefsel. Gezien de hoge prevalentie van OSA bij obesitas en de aangetoonde link tussen OSA en het metabool syndroom, is het essentieel om de mogelijke effecten van OSA op het vetweefsel te bestuderen aangezien dit ons een betere kennis zal geven over de pathofysiologische mechanismen rond obesitas, OSA en het metabool syndroom. In dit translationeel onderzoeksproject gaan wij ons focussen op de impact van OSA op het vetweefsel door te kijken naar de mogelijks essentiële rol van hypoxie op de vetweefselregulatie. Er zal een high-fat-diet muizen model worden opgestart om hypoxie ten tijde van obesitas in kaart te brengen, en de resultaten te correleren met de aanwezige obesitas-gerelateerde complicaties. Gelijklopend zal er ten tijde van een klinische studie subcutane en viscerale vetbiopten worden verzameld bij adolescenten en jongvolwassenen die bariatrische heelkunde ondergaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Eyck Annelies
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Welcome Trial: het verbeteren van de gewichtscontrole en comorbiditeiten bij kinderen met obesitas via training van de executieve functies
Abstract
Dit project is gericht op het verhelpen van een ernstig gezondheidsprobleem, nl. obesitas bij kinderen. Multidisciplinaire obesitas programma's (MOPs) waarbij ouders betrokken worden en die gericht zijn op levensstijl veranderingen zijn efficient, effectief en kosteneffectief. Het innovatieve in obesitas onderzoek ligt in het analyseren van het probleem van behoud van gewichtsverlies na MOP.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhulst Stijn
- Mandaathouder: Van Eyck Annelies
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject