Onderzoeksgroep
Expertise
Als cognitieve linguïst gaat mijn interesse in eerste instantie uit naar de betekenis van grammaticale constructies, waarbij ik mij voornamelijk toeleg op tijd, aspect en modaliteit. Ik vraag me onder meer af waarom sprekers bepaalde grammaticale keuzes maken terwijl ze perfect een andere keuze hadden kunnen maken. Waarom, bijvoorbeeld, zeggen Nederlandstaligen sprekers eerder "Zit niet zo te zeuren" dan "Zeur niet"? En waarom precies heeft McDonald's de slogan "I'm loving it" gekozen terwijl "I love it" eigenlijk grammaticaal correcter is? Deze op het eerste gezicht misschien triviale vragen kunnen heel wat onthullen over de rol van taal, niet alleen als drager van betekenis, maar ook over haar sociale en communicatieve functie. Ik onderzoek bovendien wat dergelijke taalspecifieke observaties ons vertellen over soortgelijke en verschillende patronen in andere talen, en in welke mate ze algemene (niet-talige) cognitieve principes reflecteren. Om deze vragen te beantwoorden bestudeer ik natuurlijke taaldata van uiteenlopende talen, zoals het Engels (in al haar variëteiten), het Nederlands, het Frans of Slavische talen, waarbij ik zowel het historische als het hedendaagse perspectief in beschouwing neem. De theoretische analyses die ik ontwikkel, kunnen gesitueerd worden binnen een brede cognitief-functionele en typologische opvatting van semantiek.
De digitale geletterdheid van senioren: De toe-eigening van interactieve online schrijftaal op sociale media door oudere generaties
Abstract
Sociale media zoals Facebook en WhatsApp zijn niet langer de communicatiemiddelen waar vooral jongeren gretig gebruik van maken. Toch is het wetenschappelijke onderzoek naar de (socio)linguïstische kenmerken van socialemediataal haast enkel op de jongste generaties gefocust. Dit voorstel wil daar verandering in brengen: we willen nagaan of en hoe senioren zich de conventies van het genre eigen maken. Vertoont hun taalgebruik de typische kenmerken van socialemediataal zoals geïdentificeerd in onderzoek naar de online schrijfpraktijk van jongeren? Hoe verzoenen ouderen hun stevig verankerde schrijfgewoonten met de mogelijkheden van het genre? Zijn ze meer geneigd om socialemediaconventies over te nemen in intergenerationale conversaties met 'digital natives' dan in conversaties met peers? Onze studie beoogt zowel een analyse van spontane als experimentele taaldata. We zullen spontane WhatsApp-conversaties van senioren binnen verenigingen analyseren, en vergelijken met beschikbare WhatsApp en Messenger-conversaties van jongeren. Daarnaast zetten we ook WhatsApp-conversatie-experimenten op, om na te gaan in hoeverre bepaalde kenmerken aan hen ontlokt kunnen worden. Ook de percepties en attitudes van senioren m.b.t. socialemediataal zullen in kaart gebracht worden. Deze studie zal ons niet enkel inzicht bieden in talige flexibiliteit op oudere leeftijd, ze moet ook recht doen aan de 'agency' van de oudste generaties in 'nieuwe' media en de intussen als evident aangenomen benchmarks voor socialemediataal in vraag stellen. Op die manier kan het onderzoek bijdragen tot de ontwikkeling van een meer inclusieve benadering van digitale geletterdheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandekerckhove Reinhild
- Co-promotor: Bernolet Sarah
- Co-promotor: De Wit Astrid
- Mandaathouder: Baert Lara
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onvoorspelbaar taalgebruik voorspellen: Onconventionele gebruiken van verbale constructies.
Abstract
Dit project legt zich toe op het gebruik van bepaalde linguïstische structuren om aan te geven dat situaties onconventioneel zijn. In principe zijn er tal van manieren waarop taalgebruikers van verschillende talen de conventionele eigenschappen van taalkundige elementen, zoals woorden of intonatie, kunnen exploiteren om op te vallen. Dit project toont echter aan dat ook syntactische constructies voor dergelijke doeleinden kunnen worden aangewend. We concentreren ons in ons onderzoek op drie van die syntactische constructies: de progressief (uitgedrukt door 'aan het + infinitief' in het Nederlands), GAAN-constructies, en KOMEN-constructies. Onze taalvergelijkende studie toont aan dat deze constructies, ongeacht hun mate van ontwikkeling in specifieke talen, door taalgebruikers systematisch gerekruteerd worden in onverwachte contexten – niet om, bijvoorbeeld, aan te geven dat een situatie een bepaalde duur heeft of gaat gebeuren, maar simpelweg om onconventionaliteit te benadrukken. Ons belangrijkste doel is, met andere woorden, om aan te tonen hoe bepaalde grammaticale keuzes die op het eerste gezicht verrassend lijken, niet willekeurig zijn vanuit taalvergelijkend perspectief.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Wit Astrid
- Co-promotor: Petré Peter
- Mandaathouder: Vancauwenbergh Margot
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe het heden te bevatten? Een typologische studie van tegenwoordige tijdsaanduiding
Abstract
Uit taalspecifiek en contrastief onderzoek blijkt dat constructies die geclassificeerd worden als grammaticale markeerders van tegenwoordige tijd dikwijls gebruikt worden voor uiteenlopende andere dingen – zoals het markeren van verleden of toekomende tijd. Dit fenomeen zou een gevolg zijn van de interactie tussen tegenwoordige tijd constructies en ectuele constructies die gebruikt worden om de temporele begrenzing van een situatie te specificeren, en staat bekend onder de naam "paradox van de perfectieve tegenwoordige tijd". Het project zal onderzoeken hoe typologisch verschillende talen omspringen met deze paradox en vertrekt daarom vanuit een sample van vijftig genetisch en geografisch uiteenlopende talen. Enerzijds dient het project om de precieze eigenschappen van tegenwoordige tijd constructies (in interactie met ect) te beschrijven op basis van gedetailleerd onderzoek van beschikbare bronnen, vragenlijsten en geavanceerde veldwerkmethodes. Dit project zal ook onderzoeken waarom talen specifieke strategieën hanteren als gevolg van linguïstische en extralinguïstische factoren en zal patronen verklaren aan de hand van cognitief-functionele inzichten. Op basis van de bevindingen van deze typologische studie zal een zogenaamde connectiviteitskaart getekend worden, waarin patronen van polysemie en taalverandering voor tegenwoordige tijd constructies zichtbaar worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Wit Astrid
- Mandaathouder: Koss Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een semantische typologie van de tegenwoordige tijd.
Abstract
Uit taalspecifiek en contrastief onderzoek blijkt dat constructies die geclassificeerd worden als grammaticale markeerders van tegenwoordige tijd dikwijls gebruikt worden voor uiteenlopende andere dingen – zoals het markeren van verleden of toekomende tijd – eerder dan voor het verwijzen naar het heden. Dit fenomeen zou een gevolg zijn van de speciale interactie tussen zulke tegenwoordige tijd constructies en specifieke aspectuele constructies die gebruikt worden om de temporele begrenzing van een situatie te specificeren, en staat bekend onder de naam "paradox van de perfectieve tegenwoordige tijd". Het huidige project heeft als doel om te onderzoeken hoe typologisch verschillende talen omspringen met deze paradox en vertrekt daarvoor vanuit een sample van vijftig genetisch en geografisch uiteenlopende talen. Enerzijds dient het project om de precieze eigenschappen van tegenwoordige tijd constructies (in interactie met aspect) te beschrijven op basis van gedetailleerd onderzoek van beschikbare bronnen, vragenlijsten en geavanceerde veldwerk methodes. Deze beschrijving biedt een uniek inzicht in de waaier van (temporele) betekenissen die door zogenaamde tegenwoordige tijd constructies kunnen worden uitgedrukt. Anderzijds heeft dit project ook analytische doeleinden, aangezien het zal onderzoeken waarom talen specifieke strategieën hanteren als gevolg van linguïstische en extralinguïstische factoren en universele patronen zal verklaren aan de hand van cognitief-functionele inzichten. Op basis van de bevindingen van deze typologische studie zal een zogenaamde connectiviteitskaart getekend kunnen worden, waarin theoretisch gefundeerde patronen van polysemie en taalverandering voor tegenwoordige tijd constructies uitgelegd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Wit Astrid
- Mandaathouder: Koss Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De interactie tussen tijd en lexicaal en grammaticaal aspect. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma.
Abstract
Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd).Onderzoeker(s)
- Promotor: Brisard Frank
- Co-promotor: van der Auwera Johan
- Mandaathouder: De Wit Astrid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De interactie tussen tijd en lexicaal en grammaticaal aspect. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma.
Abstract
Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd).Onderzoeker(s)
- Promotor: Brisard Frank
- Co-promotor: van der Auwera Johan
- Mandaathouder: De Wit Astrid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De interactie tussen Aktionsart en grammaticale tijd. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma.
Abstract
Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd).Onderzoeker(s)
- Promotor: Brisard Frank
- Mandaathouder: De Wit Astrid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject