Abstract
Het onroerendgoedbelastingregister dat dit onderzoeksvoorstel in een database wil verwerken heet officieel het 'Kohier van den tweehonderdsten penning voor Amsterdam en onderhoorige plaatsen over 1631'. De originele bron wordt bewaard in het Stadsarchief Amsterdam (arch. nr. 5044, inv. nr. 460). SAA-archivarissen hebben mijn aandacht echter gevestigd op een getranscribeerde versie van het belastingregister, uitgegeven door het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam (Frederiks & Frederiks, 1890). Deze gedrukte versie, die in her SAA is opgeslagen en die ik mag digitaliseren, kan uiteraard veel sneller in een database worden verwerkt dan de originele handgeschreven documenten. Clé Lesger, de historicus die het kadaster van 1832 verwerkte, vertelde me dat hij ongeveer twee volle maanden bezig was met het invoegen van zijn handgeschreven gegevens in een database. Gegeven het feit dat de stad – en a fortiori het belastingregister – in 1631 kleiner was, in combinatie met de beschikbaarheid van een gedrukte versie van de bron voor dit jaar, kan men redelijkerwijs inschatten dat de taak in één maand volbracht kan worden.
Deze schatting sluit mooi aan bij de omvang van de subsidie; dat wil zeggen, 2000 EUR. Volgens Pintra bedraagt het huidige uurloon voor jobstudenten 12,88 euro. De bijbehorende arbeidskosten bedragen 15,20 EUR per uur. Een beurs van 2.000 EUR kan dus ongeveer 132 uur uitbetalen aan een jobstudent. Dit is goed voor ongeveer een maand fulltime werk, maar we zullen waarschijnlijk kiezen voor een meer gedistribueerde regeling. Als dat het geval is, adverteren we de werkvereisten als één volledige werkdag, oftewel 8 uur, per week. Zo kan een jobstudent 16,5 week, of ongeveer vier maanden, aan de slag met de beursmiddelen. Dit komt min of meer overeen met een semester. Idealiter zouden wij de vacature daarom in augustus bekend maken, zodat de werkzaamheden tussen 1 september en 31 december 2023 uitgevoerd kunnen worden.
Dit overzicht van de verdeling van de subsidiemiddelen sluit aan bij de timing van het PhD-project. In de samenvatting van het onderzoeksvoorstel heb ik al vermeld dat de databank met nalatenschappeninventarissen uiterlijk in september 2023, als het FWO-project halverwege is, klaar zal zijn. In het eerste semester van academiejaar 2023-2024 ben ik van plan mijn empirische werk in andere richtingen uit te breiden, die ik hier niet zal schetsen. Het volstaat te zeggen dat dit extra werk naar verwachting ook tegen 31 december 2023 zal zijn afgerond. Als de subsidie dus aan het huidige project wordt toegewezen, zal al het empirische werk op die datum zijn afgerond. Er blijft dan anderhalf jaar over voor analyse en schrijven.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)