Abstract
Plasticvervuiling van het watermilieu is een van de grootste milieukwesties van onze tijd: het plasticverbruik van de wereld neemt toe en door een slecht afvalbeheer bereikt het grootste deel van deze eindeloze stroom plastic onze waterwegen en uiteindelijk de zeeën en oceanen. Zwerfvuil op zee is een zeer zichtbare kwestie, maar er is meer: plastic in de omgeving ondergaat een proces van degradatie door biotische en abiotische factoren en vormt uiteindelijk miljoenen kleine fragmenten - microplastics. Het is aangetoond dat deze microplastics zich in biota opstapelen en persistente verontreinigende stoffen uit het water adsorberen, waardoor ze mogelijk worden overgebracht naar de organismen die de microplastics opnemen. Vervanging van traditionele door biologisch afbreekbare kunststoffen (met name in toepassingen voor eenmalig gebruik) is voorgesteld als een oplossing voor het probleem. Maar is dit een goed idee voor het mariene milieu? Deze studie stelt een experimenteel plan voor om deze vraag te beantwoorden, door het gedrag in drie hoofdgebieden van twee biologisch afbreekbare polymeren, polymelkzuur (PLA) en polyhydroxyalkanoaat (PHA), te vergelijken met polyethyleen op basis van olie (PE). De vergelijking richt zich op: degradatie in het mariene milieu en microplasticvorming; adsorptie van verontreinigende stoffen aan microplastics; en toxiciteit voor twee belangrijke mariene soorten (de mossel, M. edulis en zeebaars, D. labrax) van zowel microplastics en microplastics verontreinigd met verontreinigende stoffen.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)