Onderzoeksgroep
Expertise
Computergesteund taalonderwijs: het efficient en effectief gebruik en de ontwikkeling van online resourcen voor tweedetaalverwerving, met specifieke aandacht voor (academische) schrijfvaardigheid en multimodaal feedback; Samenwerking, peer review en cross-level peer tutoring in functie van schrijfvaardigheid in een tweede taal; Het invloed van een buitenlandverblijf op de schrijfvaardigheidsontwikkeling van taalstudenten; Corpusgebaseerde (contrastieve) analyse van geschreven leerderstaal en de ontwikkeling ervan, met specifieke aandacht voor het gebruik van cohesiemiddelen (talen: Duits, Engels); Corpusgebaseerde analyse van verschillen in het gebruik van cohesiemiddelen tussen talen in vertaalcontext (talen: Duits, Nederlands).
AI-tools voor schrijven: Integratie van geavanceerde technologie in academisch schrijven in universitaire curricula en ondersteuningsstructuren voor studenten (AI Write).
Abstract
AI Write wil een revolutie teweegbrengen in het landschap van academisch schrijven in het Engels (als T1 en T2) door de ontwikkeling van innovatieve onderwijsbenaderingen en ondersteunende materialen die gebruikmaken van AI-tools. Met de snelle vooruitgang in AI-technologie voor het genereren van teksten erkent het project het transformatieve potentieel van deze tools voor het hervormen van de culturele schrijfgewoontes. Het project wil de implementatie bevorderen van best practices voor het effectief gebruik van AI-tools ter ondersteuning van academisch schrijven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Strobl Carola
- Co-promotor: Ureel Jim
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
- Onderwijsproject
Een corpusgebaseerde analyse van grammaticale cohesie in Duits T2: inzichten in het effect van de moedertaal op academische schrijfvaardigheid in een vreemde taal.
Abstract
Dit project onderzoekt hoe gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) cohesie creëren in hun academische teksten. Het is belangrijk in academisch taalgebruik om cohesieve teksten te schrijven, d.w.z., grammaticale en lexicale middelen zo te gebruiken dat de logische structuur van een tekst duidelijk wordt. Uit onderzoek naar Engels T2 blijkt dat leerders cohesiemiddelen anders gebruiken dan moedertaalsprekers (T1). Het gebruik van cohesiemiddelen door leerders van andere talen dan het Engels heeft tot heden echter weinig aandacht gekregen in het onderzoek naar T2-verwerving. Dit project wil deze leemte vullen door een analyse van grammaticale cohesie in samenvattingen die door T2-leerders van het Duits zijn geschreven. Het doel van de studie is drieledig: (1) empirisch onderzoek naar de rol van de T1 in het taalgebruik van T2-leerders van het Duits met betrekking tot cohesie; (2) analyse van overeenkomsten en verschillen in het gebruik van cohesiemiddelen in Duits T1 en T2, met een focus op specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met Nederlands T1; (3) samenstelling van de benodigde corpora voor de analyse. Voor de contrastieve corpusanalyse zal ik een nieuwe methode gebruiken waarbij drie corpora in opeenvolgende cycli vergeleken worden. Op deze manier levert dit project een bijdrage aan het groeiend aantal leerderscorpora en bevordert het de theoretische inzicht in T1-specifieke en T1-onafhankelijke kenmerken van cohesie in leerderstaal.Onderzoeker(s)
- Promotor: Strobl Carola
- Co-promotor: Mortelmans Tanja
- Co-promotor: Ureel Jim
- Mandaathouder: Wedig Helena
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Academische taalvaardigheid in Duits als vreemde taal: een corpusgebaseerd contrastief onderzoek naar cohesie in geschreven leerderstaal.
Abstract
In dit project onderzoeken we de schrijfvaardigheid van gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) op het gebied van cohesie. Om lezersvriendelijke teksten in academische en professionele settings te schrijven, moeten leerders de gangbare cohesiemiddelen van de vreemde taal beheersen. Door het doelgerichte gebruik van cohesiemiddelen maakt een auteur de onderliggende logische structuur van een tekst zichtbaar voor de lezer. Deze lexicale en grammaticale middelen dienen ertoe woorden op een effectieve manier te verbinden tot zinnen, alinea´s, ideeën en teksten. Omdat het gebruik van cohesiemiddelen sterk taalafhankelijk is en de traditionele grenzen tussen woordenschat en grammatica doorbreekt, moet aan dit onderwerp bijzondere aandacht worden besteed in het (hoger) taalonderwijs. Gelet op het belang van cohesie voor effectieve tekstproductie is er tot op heden verrassend weinig onderzoek verricht in vreemdetaalverwerving dat op dit onderwerp focust. De bestaande studies beperken zich meestal tot cohesie in het Engels als vreemde taal; het onderwerp speelt verder weinig of geen rol in onderzoek naar vreemdetaalverwerving van andere talen, zoals het Duits. Tegelijk zien we dat cohesie in vertaalwetenschappelijk onderzoek een alsmaar grotere rol speelt. Hieruit zijn reeds belangrijke theoretische inzichten over het verschil in cohesievorming tussen talen voortgevloeid, die ook het onderzoek naar vreemdetaalverwerving kunnen bevorderen. Een tweede lacune doet zich voor op het gebied van het vreemdetalenonderwijs. Ook hier wordt weinig aandacht aan cohesie besteed, met als gevolg dat zelfs gevorderde leerders cohesiemiddelen op een manier gebruiken die afwijkt van de doeltaalnormen. Met dit project beogen we een omvattende analyse van cohesie in academische teksten (meer bepaald in samenvattingen) van leerders met Duits als vreemde taal en willen we op deze manier de beschreven lacunes vullen. Daarbij streven we drie doelen na: (1) we willen de manier waarop geavanceerde leerders cohesiemiddelen gebruiken vergelijken met het gebruik door moedertaalsprekers, (2) we willen de specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met het Nederlands als moedertaal onderzoeken; in het kader van dit project wordt daarom een nieuw corpus van samenvattingen in Duits T2 aangemaakt die geschreven zijn door studenten met Nederlands als moedertaal, een novum binnen het groeiende aantal leerderscorpora. (3) we willen onze theoretische bevindingen vertalen naar voorstellen voor een doeltreffende didactische aanpak van cohesie in het (academische) vreemdetalenonderwijs. Ook in methodologisch opzicht is het projectvoorstel vernieuwend omdat we een benadering beogen die baseert op opeenvolgende contrastieve corpusgebaseerde analyses. Hiervoor hebben we drie vergelijkbare corpora gekozen, een bestaand corpus van samenvattingen geschreven door Duitstalige studenten, een bestaand corpus van samenvattingen geschreven door leerders van het Duits met diverse moedertalen, en ons nieuw corpus van samenvattingen geschreven door leerders van het Duits met Nederlands als moedertaal. Met ons onderzoek leveren we een belangrijke bijdrage binnen het corpuslinguïstisch gebaseerd onderzoek naar leerderstaal, met name de kennis over de kenmerken van cohesie die al dan niet aan een bepaalde moedertaal (hier: Nederlands) toe te schrijven zijn. Eveneens zullen uit ons onderzoek voorstellen voortvloeien voor een doelgerichte innovatieve aanpak van cohesie als belangrijk onderdeel in het academische vreemdetalenonderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Strobl Carola
- Co-promotor: Mortelmans Tanja
- Co-promotor: Ureel Jim
- Mandaathouder: Wedig Helena
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject