Abstract
Het vroege leven is een kritieke periode voor gedragsmatige en cognitieve ontwikkeling. Een ongunstige omgeving tijdens het vroege leven met onvoldoende voeding, een gebrek aan sociale interacties en ouderlijke verwaarlozing/mishandeling kan daardoor resulteren in cognitieve en gedragsmatige tekortkomingen. Hoe deze effecten kunnen worden geïnterpreteerd in het kader van adaptieve responsen en hoe natuurlijke selectie de effecten van tegenspoed in het vroege leven op ontwikkeling organiseert is nog onduidelijk. De ouderlijke kenmerken die bijdragen aan tegenslagen in het vroege leven kunnen zelfs transgenerationeel worden overgedragen. Het verkrijgen van inzicht in de relatieve bijdrage van genetische en niet-genetische factoren aan de vorming van zulke ouderlijke kenmerken is daarom van fundamenteel belang. In dit project wordt onderzocht hoe een ongunstige vroege sociale omgeving zowel korte- als langetermijneffecten heeft op gedrag en cognitie, of deze effecten van adaptief belang zijn, en hoe epigenetische en andere niet-genetische effecten bijdragen aan de transgenerationele overdracht. Dit zal worden bestudeerd in de kanarie Serinus canaria, waarmee geavanceerde cross-fostering experimenten kunnen worden uitgevoerd, terwijl de sociale omgeving wordt gemanipuleerd, namelijk de competitie/agressie tussen broers en zussen en ouderlijke verwaarlozing/mishandeling, om uiteindelijk ervaringen in het vroege leven in verband te brengen met individuele levenstrajecten.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)