Onderzoeksgroep
Expertise
Mijn onderzoek richt zich vooral op morfosyntactische variatie en verandering in het Nederlands, en de invloed daarvan op de werking van het taalsysteem. Om dat te bestuderen maak ik gebruik van kwantitatief corpusonderzoek en agentgebaseerde computersimulaties.
Directe of indirecte objecten? Het optionele gebruik van het voorzetsel 'aan' bij tweeplaatsige werkwoorden.
Abstract
Het Nederlands kent zowel tweeplaatsige werkwoorden met een direct object als met een indirect object waarbij het gebruik van het voorzetsel aan optioneel is, bv. respectievelijk 'ik bouw (aan) een konijnenverblijf' en 'het contract ontglipte (aan) ons bedrijf'. Er bestaan een aantal werkwoorden waar de aard van het object onduidelijk is, bv. 'hij gehoorzaamt (aan) de heilige wet'. Dit project zoekt uit (i) wanneer en waarom taalgebruikers het voorzetsel aan gebruiken of weglaten bij deze werkwoorden, en (ii) welke objecten zich eerder gedragen als directe of indirecte objecten. Hierbij geeft het antwoord op de eerste vraag ook een indicatie voor de tweede: bij welke werkwoorden gedraagt de alternantie zich eerder als de datiefalternantie (bv. 'Sophia geeft (aan) hem een dikke knuffel') of eerder als de transitief-prepositioneelalternantie (bv. 'Frederik zoekt (naar) zijn vrachtwagen')? Deze vragen worden aangepakt met diepgravend corpusonderzoek en experimenten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Pijpops Dirk
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject