Onderzoeksgroep
Expertise
Pre- en postmetingen, kwantitatieve data-analyse, literatuurstudies, diepte-interviews, focusgroepen, Delphi-studie.
Professionalisering van Lerarenopleiders in Engels en Wiskunde (ProTEEM).
Abstract
ProTEEM verschaft professionalisering van lerarenopleiders in Engels en wiskunde voor academische gelijkheid en succes van studenten door middel van kwaliteitsonderwijs in geletterdheid en gecijferdheid. Meer dan 30 senior of junior lerarenopleiders van vier universiteiten in DR Congo (UNIKIN, UNILU, UCB) en Zambia (KNU) kunnen bogen op de expertise in onderwijscontexten gekenmerkt door financiële en materiële schaarste aanwezig aan de Universiteit Antwerpen (B), Kaunas University of Technology (LT), Stellenbosch University (SA) en Rhodes University (SA): ProTEEM richt zich op de professionele ontwikkeling van lerarenopleiders in inclusieve, autonomieversterkende en door diversiteit gekenmerkte leeromgevingen voor Engels en wiskunde om finaal gendergelijkheid te vergroten en armoede te verminderen door middel van kwaliteitsonderwijs. Naast de training van leerkrachten zijn de Inspectiediensten en lerarenverenigingen ook betrokken bij de verspreiding van projectresultaten, bestaande uit lesplannen en -materiaal voor flipped classrooms, blended learning, gendergedifferentieerde taken, low-tech digitale hulpmiddelen, enz. Het in het project inbegrepen onderzoek naar de projectoutcomes heeft een toegevoegde waarde op het vlak van capaciteitsopbouw waar alle betrokken hogeronderwijsinstellingen als onderwijs- en onderzoeksinstellingen met een maatschappelijke opdracht van profiteren: de partners werken samen in PhD-projecten over de doeltreffendheid van de hybride professionaliseringsaanpak van het project in de specifieke context van lage-inkomenslanden. Vier vrouwelijke doctoraatsstudenten, verbonden aan elke instelling in de DR Congo en aan UNZA (Zambia), zullen professionaliserings(transfer)data van de deelnemers en hun studenten verzamelen en analyseren. ProTEEM is op efficiënte wijze (1) gericht op professionalisering van lerarenopleiders, gebruikmakend van hun multiplicatoreffect (train de trainer & trickle-down effecten), (2) in staat om zowel geletterdheid als gecijferdheid te verbeteren, omdat kwaliteitsonderwijs in Engels en wiskunde cruciaal is voor onderwijsgelijkheid en sociaaleconomische emancipatie, en (3) erop gericht om een duurzame hybride on-site/online opleidingsaanpak, met evidence-informed modulair blended learning, te hanteren. Het bereikt een combinatie van Duurzame Ontwikkelingsdoelen, waarvan SDG 4.6 de belangrijkste is: ervoor zorgen dat alle jongeren (...), zowel mannen als vrouwen, geletterd en gecijferd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Smits Tom
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Effectief CLIL-onderwijs in Vlaanderen. Profielen van scholen en leerlingen, ervaren effecten en randvoorwaarden.
Abstract
Hoe ziet een effectieve methodiek voor CLIL (Content and Language Integrated Learning) eruit? In welke mate beantwoordt het CLIL-onderwijs in het Vlaamse secundair onderwijs aan deze kenmerken? En wat kunnen stakeholders doen om effectief CLIL-onderwijs te ondersteunen? Dit onderzoek ambieert om op basis van een mixed-methods-aanpak antwoorden te geven op deze vragen en doet dit in drie onderzoekslijnen: (1) een literatuuronderzoek (umbrella review) dat de kenmerken van effectief CLIL-onderwijs in kaart brengt; (2) een kwantitatief onderzoek waarin een Vlaanderenbrede survey enerzijds profielen identificeert van scholen die CLIL aanbieden en leerlingen die CLIL volgen (latent profile analysis), en anderzijds ervaren effecten en bepalende variabelen in kaart brengt (structural equation modeling); en (3) een verdiepend kwalitatief onderzoek dat bij een selectie van scholen (enerzijds scholen die 'effectief' CLIL-onderwijs aanbieden; anderzijds scholen die recent hun CLIL-aanbod stopzetten) aan de hand van een delphi-studie die kenmerken van effectief CLIL-onderwijs alsook de randvoorwaarden voor succesvolle implementatie in Vlaanderen identificeert. Dit onderzoek kan waardevolle input leveren aan de actoren die betrokken zijn bij CLIL in Vlaanderen. Ten eerste krijgen zij een evidence-informed inzicht in de kernelementen die de effectiviteit van CLIL-onderwijs beïnvloeden. Ten tweede verhelderen de resultaten in welke mate het Vlaamse CLIL-onderwijs aan deze kenmerken van effectiviteit beantwoordt, hoe deze effecten ervaren worden op verschillende niveaus (leerlingen, leerkrachten en schoolteams), en kunnen beleidsmakers op deze manier beslissingen nemen die op data gebaseerd zijn. Ten derde kan men scholen ondersteunen die met CLIL-onderwijs starten doordat dit project essentiële randvoor-waarden voor succesvolle implementatie in kaart brengt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Simons Mathea
- Co-promotor: Casteleyn Jordi
- Co-promotor: Smits Tom
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
B+: bestemming bereikt bij wiskundeleraren in de B-stroom.
Abstract
Het B+ project is een nascholingsproject, gericht op wiskundeleraren B-stroom en gefinancierd door de Vlaamse Regering. De professionalisering binnen het B+ project bestaat uit een samengaan van inhoudelijke en vakdidactische professionalisering op basis van wetenschappelijke kaders waarbij het eigenaarschap van de leraren wiskunde centraal staat. Er wordt zowel op individueel leraarniveau gewerkt, als op vakgroep niveau. Op basis van zijn of haar beginsituatieanalyse geeft de leraar wiskunde 1ste graad B-stroom het eigen B+ professionaliseringstraject vorm. Via o.a. lesson study wordt de professionalisering school-gebaseerd georganiseerd met collectief leren door vakgroepen van leraren wiskunde die activerend aan de slag gaan (lesontwerp, lesgeven, herontwerp van de les).Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lesson study als hefboom voor het leren van leraren en leerlingen in het wiskunde-onderwijs (LESSAM)
Abstract
Het internationaal onderzoeksproject beoogt de impact in kaart te brengen van het gebruik van de methodiek van Lesson Study op het leren van leraren en leerlingen, overheen vier deelnemende landen. Lesson Study (LS) is een professionaliseringsmethodiek, die haar oorsprong kent in Japan (1870), maar in aangepaste en gemoderniseerde vorm meer en meer ingang kent wereldwijd in de context van professionalisering. In een LS-model wordt gewerkt met lerarenteams die gezamenlijk en op autonome wijze de effectiviteit van de eigen lespraktijk onderzoeken in functie van het bevorderen van leren en uitkomsten van leerlingen. Hierbij wordt een cyclisch model doorlopen: a) het plannen van lessen, b) het lesgeven en observeren van case leerlingen en c) het trekken van 'lessen' vanuit observatie en reflectie. Er zijn verschillende varianten van LS, gaande van een LS facilitator die grotendeels als coach optreedt, dan wel een meer inhoudelijk-sturende rol opneemt in het proces van kennisontwikkeling van leraren. In contrast met de LS-praktijk, wordt er weinig onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van LS ten aanzien van de leeruikomsten van leerlingen en de rol van de begeleidingsvormen in LS. Via quasi-experimenteel onderzoek, beoogt dit project, (1) inzicht te verwerven in de impact van een reeks LS-interventies in het domein van wiskunde-onderwijs (grade 7-9) in vier landen (België, Nederland, Cyprus en Griekenland) waarbij uitkomsten worden onderzocht op zowel het niveau van het leren van leraren en de prestaties van leerlingen (wiskundig redeneren); (2) inzicht te verwerven in de rol en de impact van de LS facilitator of LS inhoudelijk expert; en (3) inzicht te verwerven in de relatie tussen de intentionele en werkelijke lespraktijk van leraren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
It takes two to teach! De effecten van team teaching modellen op ervaringen, leerpatronen en leerresultaten van student-leraren tijdens lesstages.
Abstract
Binnen de lerarenopleiding vormen praktijkstages een cruciaal leermoment. Gedurende deze stages worden aspirant-leraren doorgaans individueel bij een mentor geplaatst. Sinds samenwerking binnen scholen aan belang wint (o.a. collegiale visitaties, co-teaching, leergemeenschappen), tonen lerarenopleidingen een groeiende interesse in praktijkstages gebaseerd op collaboratief leren. Samenwerking tussen aspirant-leraren heeft verscheidene voordelen (o.a. betere communicatievaardigheden). Om die reden wordt een duo-stage, waarbij twee aspirant-leraren samenwerken met één mentor, gesuggereerd als een goed alternatief voor een individuele stage. Tijdens duo-stages ontstaan mogelijkheden voor team teaching: twee of meer leerkrachten werken samen op het vlak van lesvoorbereiding, -uitvoering en/of -evaluatie. Er bestaan verscheidene modellen van team teaching (bv. assistant teaching, equal status), maar (vergelijkend) onderzoek naar deze onderscheiden modellen is zo goed als onbestaande. Om die reden beoogt dit onderzoek na te gaan hoe verscheidene actoren (aspirantleraren, mentoren, leerlingen, lerarenopleiders) deze verschillende modellen ervaren. Voorts gaan we ook na welke effecten deze modellen hebben op leerpatronen en leerresultaten van aspirant-leraren. Op deze manier draagt het projectvoorstel bij aan theorievorming over kenmerken van team teaching modellen en aan een beter begrip van het leren van aspirant-leraren in duo-stages.Onderzoeker(s)
- Promotor: Schelfhout Wouter
- Co-promotor: Simons Mathea
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
- Mandaathouder: De Backer Loan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Semi-automatisch beoordelen en feedback geven bij het trainen van wiskundige bekwaamheid: een quasi-experimentele studie naar leer-effectiviteit, betrouwbaarheid en tijdwinst.
Abstract
Feedback is de krachtigste motor van elk leerproces. In de wiskundedidactiek wordt daarom uitgebreid onderzocht hoe men beoordelingen kan automatiseren. Dat is niet evident voor studenten: zich wiskundig uitdrukken is moeilijk op een computer en leersystemen kunnen vaak enkel de uitkomst verwerken en niet de oplossingsmethode. Digitale testen blijken zich veelal te beperken tot procedurele kennis ten koste van inzichtelijke denkvragen. Digitale wiskundetests ontwikkelen is een tijdrovende klus en daarnaast zijn leraars erg sceptisch om ze in te zetten, waardoor pen-en-papier het wiskundeonderwijs nog steeds domineert. Eén van de karakteristieken van wiskundig beoordelingswerk is dat foute antwoorden in een studentengroep patronen vertonen. Bijgevolg moeten leerkrachten hun feedback en punten meermaals herhalen. Dat brengt ons op het idee van semi-automatisch beoordelen: door pen-en-papier-evaluaties digitaal te beoordelen, kan feedback bewaard en hergebruikt worden. Dat kan uitgebreidere feedback en tijdswinst opleveren, maar biedt ook mogelijkheden om het leerproces van een student gedetailleerder te monitoren op basis van een Bayesiaans netwerk en zo, via adapatieve instructie, gericht te sturen. Een Bayesiaans netwerk is een probabilistisch, grafisch model dat de bekwaamheid van een student in kaart brengt. We willen focussen op de leerwinst die semi-automatische beoordelingssystemen kunnen bieden en ook hun betrouwbaarheid, tijdswinst en acceptatiegraad onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandervieren Ellen
- Co-promotor: Colpaert Jozef
- Mandaathouder: Moons Filip
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Identificatie en analyse van praktijken van gerichte inzet en ontwikkeling van competenties van leerkrachten in de laatste jaren van het lager onderwijs.
Abstract
Dit onderzoek wil bestaande goede praktijkvoorbeelden rond klas- en vakoverschrijdende inzet van leraren in de laatste jaren van het lager onderwijs in kaart brengen, met als doel een optimale inzet van aanwezige lerarencompetenties, meer gedifferentieerd werken in de klas en de realisatie van een vlottere overgang van het basis- naar het secundair onderwijs. Niet enkel beogen we een gedetailleerde beschrijving van zulke goede praktijken, maar wensen we ook inzicht te geven in de randvoorwaarden en de beleving van de praktijk, vanuit zowel het oogpunt van de directie, de leraar als de leerlingen. Data worden verzameld via case studies en een Delphi-onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Casteleyn Jordi
- Co-promotor: Simons Mathea
- Co-promotor: Smits Tom
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject