Onderzoeksgroep

Expertise

Wooncultuur in Vlaanderen - naoorlogse huisvesting - modernisme - gender - publieke ruimte - publiek interieur - interieurarchitectuur en kunst - herbestemming van modernistisch erfgoed

Spider Models Research. Onderzoek naar de diversiteit van de professionaliseringsgraad van interieurarchitectuur in diverse landen (WP 5-7). 01/03/2023 - 20/12/2023

Abstract

Deze studie, uitgevoerd in opdracht van de European Council of Interior Architects ECIA, onderzoekt de verschillen in professionaliseringsgraad tussen Europese landen. Ten tweede wordt onderzocht welke kennis professionele organisaties in Europa nodig hebben om de discipline verder te professionaliseren. Daarvoor onderzoekt het hoe de discipline in de verschillende Europese landen wordt gereguleerd door drie componenten, onderwijs, beroepsorganisaties en door de wet. Dit onderzoek is een deelproject van het Europees gefinancierde ECIA-BCSP project: Building on connections for a stronger profession.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Spider Models Research. Onderzoek naar de diversiteit van de professionaliseringsgraad van interieurarchitectuur in diverse landen (WP 1-4). 01/09/2022 - 30/06/2023

Abstract

Deze studie, uitgevoerd in opdracht van de European Council of Interior Architects ECIA, onderzoekt de verschillen in professionaliseringsgraad tussen Europese landen. Ten tweede wordt onderzocht welke kennis professionele organisaties in Europa nodig hebben om de discipline verder te professionaliseren. Daarvoor onderzoekt het hoe de discipline in de verschillende Europese landen wordt gereguleerd door drie componenten, onderwijs, beroepsorganisaties en door de wet. Dit onderzoek is een deelproject van het Europees gefinancierde ECIA-BCSP project: Building on connections for a stronger profession.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De neutralisering van de stedelijke ruimte door hervestiging in het post-revolutionaire Caïro tijdens het late neoliberale autoritarisme. 15/07/2022 - 14/07/2023

Abstract

Dit onderzoek gaat na hoe belangen in machtsoverheersing zich manifesteren in de gebouwde omgeving, een proces dat we de politieke 'neutralisering' van de stedelijke ruimte noemen. Daarvoor wordt de situatie in Egypte onderzocht, waar de overheid het stedelijk ontwerp inzet om de publieke ruimte te depolitiseren door diverse vormen van oneigenlijk gebruik te belemmeren. Dit komt tot uiting in een ongekend tempo van verstedelijking, relocatie en herhuisvesting vanaf 2014. Sommige speciale controlemechanismen worden ingezet in deze nieuwe ruimten, zoals systematische uitsluiting, segregatie en diepe surveillance. Zo wil ze haar stedelijke controle uitbreiden. De lokale eigenheden,tendensen van neoliberalisering, veelkleurig burgerschap, depolitisering, controlemechanismen, financialisering, zijn zowel globale als lokale tendensen relevant voor het concept van neutralisering. Het bestuderen van dit archetype van hervestiging stelt ons in staat deze mondiale denkbeelden te begrijpen in hun Egyptische politieke en historische context, evenals de vertaling van politiek en hegemonie in ruimtelijke vormen. Het neutralisatieproces wordt bestudeerd aan de hand van twee complementaire casussen die diverse aspecten van het proces bestrijken: de wijk Maspero in het centrum van Caïro, en het overheidshuisvestingsproject 'Tahia Masr' in al-Asmarat aan de rand van de stad. Deze twee casestudies maken het mogelijk de exacte mechanismen van de ontwrichting en aftakeling van het publieke karakter in het ontwerp bloot te leggen. Zij belichten hoe het proces van neutralisering bestaat uit het afstoten van de veelheid aan scripts die in ruimten en territorialiteit aanwezig zijn, en uit het terugbrengen van stedelijke verscheidenheid en territorialiteit tot één enkel formeel ruimtelijk script dat leidt tot een eenduidige territoriale overheersing.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De opkomst van interieurarchitectuur in België, 1945-1999. Een evaluatie van de impact van educatie op de identiteitsvorming van de ontwe discipline 01/01/2020 - 31/12/2023

Abstract

In veel Westerse landen wordt het domein van het interieurontwe gekenmerkt door een aanhoudende identiteitscrisis. De verwarring toont zich met name in de diverse nomenclatuur: interieurarchitectuur, interieurvormgeving en binnenhuiskunst. Bovendien werd en wordt de discipline nog steeds gezien als vrouwelijk en amateuristisch. Pogingen om dit beeld te corrigeren hebben de professionalisering van interieurarchitectuur sinds de Tweede Wereldoorlog sterk gekleurd. Dit is met name zichtbaar in het onderwijs. Interieuropleidingen worden voortdurend uitgedaagd om zichzelf te definiëren en om hun gegenderde imago aan te pakken. Meerdere opleidingen hebben nu een academisch statuut, maar op welke manier veranderde dit de identiteit van de discipline? Dit project neemt België als casestudie omwille van zijn gevarieerd en tweetalig educatief landschap. De interieuropleidingen zijn geworteld in verschillende tradities: die van de Beaux Arts en die van de Arts & Crafts. Hoe ontwikkelde interieurarchitectuur in relatie tot deze modellen? Om die vraag te beantwoorden, beoogt het project gedetailleerde genealogieën te ontwikkelen van alle interieuropleidingen in België tot 1999, het jaar van de Bolognaverklaring. Bovendien wordt een nieuwe methode ontwikkeld en verfijnd om de impact van educatie op de identiteitsvorming van de interieurdiscipline te evalueren. Deze methode biedt tegelijk een thematisch kader voor internationaal vergelijkend onderzoek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Gezien worden. De gegenderde weerstand in de 'publieke' ruimte van Nubische hervestigingen. 15/07/2018 - 14/07/2019

Abstract

Dit project onderzoekt hoe genderrelaties manifest worden in het ontwerp, het gebruik en de representaties van de gebouwde omgeving van gedwongen verplaatste Nubiërs, een Afrikaanse bevolking die herhuisvest werd in 1964, onder een Development-Induced Displacement and Resettlement (DIDR) schema. Daarmee wil het een gereedschapskist ontwikkelen voor ruimtelijke ontwerpers die met gemarginaliseerde gemeenschappen werken. Genderaspecten van dispositie en de architectuur van hervestigingsprojecten zijn beide onderbelicht gebleven in DIDR literatuur. De vrouwen in het bijzonder leden grote verliezen in zowel status als de kwaliteit van hun ruimten. Specifiek de gedwongen verhuis van Nubiërs is onderbelicht gebleven, aangezien het onderwerp ontoegankelijk was voor onafhankelijk onderzoek sinds de jaren '60. Dit onderzoek tracht deze leemte te vullen aangezien het de ruimten van de gedwongen verhuis bestudeert vanuit een genderperspectief. Een enkelvoudige case-study benadering is toegepast, aangezien het onderzoek gebaseerd is op één casus, de Nubische nederzetting Qustul, een middelgrote nederzetting die ook de geboorteplaats van de onderzoeker is. Het onderzoek is geïnformeerd door feministische literatuur en post-positieve epistemologie. Het project gebruikt etnografische methoden voor de dataverzameling en -verwerking, en vooral auto-etnografische methoden die de onderzoeker positioneren als een 'displaced' persoon, een Nubiër en een vrouw. Elke positie laat een andere dataverzameling en –verwerking toe. Tijdens het onderzoek werd geëxperimenteerd met een gereedschapskist die gebruik maakt van participerende observatie, ervaringsgerichte tekeningen en nieuwe mapping methoden om ruimtelijke dynamieken in kaart te brengen die meer gericht zijn op de gegenderde ervaring van de ruimten. Dit onderzoek argumenteert dat ruimten van gedwongen verhuis werken als een instrument van ruimtelijk geweld die gedwongen verhuisde mensen, in het bijzonder vrouwen, achterstelt. Tot nu toe heeft het onderzoek kaarten geproduceerd van de ruimtelijke tactieken die weerstand bieden aan ruimtelijk geweld. Deze kaarten zullen het uitgangspunt vormen van ontologische lessen over de gegenderde productie van de ruimte en de concepten van publieke en private ruimte. Tenslotte zal het resulteren in een morele en tactische gereedschapskist voor architecten, stedenbouwkundigen en planners.

Onderzoeker(s)

  • Promotor: De Vos Els
  • Mandaathouder: Ahmed Menatalla

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Woonwensen en wooncultuur in Vlaanderen. 30/11/2017 - 31/01/2018

Abstract

In dit project wordt de betekenis van het wonen geëxploreerd aan de hand van de aspecten locatiekeuze, woninggrootte en woningtypologie. Welke woningtypologieën zijn geschikt voor het wonen in de toekomst? Hoe kan de woning ontwikkelen onder invloed van bepaalde technologische ontwikkelingen en evoluties op gebied van mobiliteit? Welke woningtypologieën verkiezen de Vlamingen zelf?

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Hergebruik van modernistische gebouwen (RMB) 01/09/2016 - 31/08/2019

Abstract

Het RMB- project, Herbestemming van Modernistische Gebouwen, streeft naar de initiatie van een educatief netwerk van gezamenlijke definities, benaderingen en methodologieën om om te gaan met renovatie en herbestemming van het modernistisch patrimonium op een Europees niveau. Demografische en klimatologische veranderingen resulteerden in enorme uitdagingen voor de Europese bouwsector. De nood voor betaalbare en goede woningen in stedelijke centra neemt toe en kan en mag niet alleen ingevuld worden met nieuwe gebouwen. Een grote taak voor de bouwindustrie ligt net in de renovatie van de bestaande woningvoorraad, evenals de conversie van andere gebouwtypologieën (kantoren, industrie, …) in woningen. Dit geldt vooral voor het naoorlogse patrimonium. Wegens een discrepantie tussen de Europese job markt en de lokale tewerkstelling, is het belangrijk dat studenten architectuur, interieurarchitectuur, en erfgoedstudies vaardigheden verwerven om te opereren in andere landen of te participeren in internationale projecten. Het project bouwt verder op bestaand onderzoek, onderwijspraktijken en referenties in diverse landen, aangevuld met nieuwe case studies en methodologisch onderzoek. RMB verkent combinaties van traditionele en e-learning onderwijsvormen, in-situ evenementen zoals congressen en workshops evenals uitgebreide innovatieve e-learning opties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderwijsproject
  • Onderzoeksproject

De genealogie van de discipline interieurarchitectuur. De missie, educatie en het architecturaal oeuvre van gatekeeper Jul De Roover. 01/07/2016 - 31/12/2017

Abstract

Dit onderzoeksvoorstel beoogt een diepgaande studie naar het werk en professionele leven van architect Jul De Roover, inclusief zijn woonopvattingen, zijn inzet voor de discipline en opleiding interieurarchitectuur in België en zijn hoogstaand architecturaal oeuvre. Het project is gemotiveerd door de aanname dat dit pilootproject zal bijdragen tot de ontwikkeling van een groter kader waarin diverse actoren kunnen geplaatst worden die een sleutelrol vervulden in de ontwikkeling van de discipline interieurarchitectuur.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Het ontwerp van duurzame, inclusieve publieke interieurs vanuit een stedenbouwkundig en interieur-architecturaal perspectief 01/10/2014 - 30/09/2018

Abstract

"Stedelijke publieke ruimte vormt één van de wezenskenmerken van de stad, van het stedelijk leven, van de stadscultuur. Om die redenen zijn hybride vormen van publieke ruimte, de zogenaamde tweede publieke ruimte, pas interessant in zoverre ze geen ondermijning vormen van de eerste publieke ruimte." (Borret, beleidsnota 2006-2011, p.39) Kristiaan Borret, voormalig stadsbouwmeester van Antwerpen, wijst in zijn beleidsnota op de kwaliteiten van de zogenoemde 'tweede publieke ruimte', namelijk passages, insteken, toegankelijke binnengebieden en open interieurs. Ze mogen echter niet de levendigheid van de zogenoemde 'eerste publieke ruimte', namelijk de straten en pleinen, aantasten, aldus Borret. Ook andere auteurs wijzen op de gevaren van de 'tweede publieke ruimten' voor de kwaliteit van de publieke ruimte. (Sorkin 1992; Avermaete & Teerds 2007, Koolhaas 2002; De Cauter 2004). Anderzijds kunnen deze 'tweede publieke ruimten' juist een ontmoetingsplaats vormen voor groepen die geen plaats vinden in de straten en pleinen. Architect Manuel de Sola-Morales (1992) wees juist op het belang van deze nieuwe vormen van publieke ruimte die het alledaagse leven van de huidige Europese stad kunnen stimuleren. Stedenbouwkundige Ali Mandanipour (2010) meent dat deze ruimten juist een tegenwicht kunnen bieden voor sociale fragmentatie in de stad. Tenslotte dient het ontwerp van deze ruimten ook duurzaam in tijd te zijn. Tot nu toe werd vooral de 'eerste publieke ruimte' onderzocht binnen door academici werkzaam binnen stadsontwerp en stedenbouw. Daarnaast werden vanuit architectuur en interieurarchitectuur heel specifieke publieke interieurs, zoals kinderdagverblijven of winkel- en zorgcentra, bestudeerd. Maar een interdisciplinaire benadering ontbrak tot nu toe. Deze studie wil de disciplinaire grenzen overschrijven en zoeken naar een gemeenschappelijke taal of framework om de 'tweede publieke ruimten' op een meer holistische manier te ontwerpen. De onderzoeksvraag stelt: Hoe kunnen we duurzame, kwalitatieve publieke interieurs of 'tweede publieke ruimten' ontwerpen die bovendien geïntegreerd zijn in een breder netwerk met de 'eerste publieke ruimte'? Om dit te bereiken, zullen we ontwerpprincipes ontwikkelen die gebaseerd zijn op theorie over de publieke ruimte en het stadsontwerp enerzijds, als (interieur)architectuurtheorie anderzijds. Daarenboven worden die getest in diverse casestudies.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Architectuur in Antwerpen: van Academie tot Universiteit. 01/01/2012 - 31/12/2013

Abstract

Het project beoogt enerzijds een thematische studie van de opleiding tot architect aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (opgericht in 1663), vanaf 1952 aan het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw en sinds 1996 aan het departement ontwerpwetenschappen aan de huidige Artesis Hogeschool van Antwerpen, en anderzijds een eerste blik op de ontwikkeling van de andere opleidingen binnen het huidige studiegebied architectuurwetenschappen, zijnde interieurarchitectuur, stedenbouw en ruimtelijke planning, en landschaps- en monumentenzorg. Niet alleen het onderwijs, maar ook de gebouwen waarin dat onderwijs plaatsvond, evenals de mogelijkheden van ontwerpend onderzoek, worden onderzocht. Het resultaat van dit onderzoek dat kan steunen op heel wat fragmenten van bestaand onderzoek, mondt uit in een wetenschappelijke publicatie, bestaande uit thematische essays.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject