Onderzoeksgroep
- Antwerp Centre for Digital humanities and literary Criticism (ACDC)
- Centrum voor Filosofische Psychologie
Expertise
Wijbegeerte, wijsgerige psychologie, filosofie van de cognitieve wetenschappen
Voorbij het informatieparadigma: van voorspelling naar anticipatie
Abstract
Binnen de theoretische neurowetenschappen hebben velen inmiddels de opvatting omarmd dat de hersenen een voorspellende machine zijn die zijn voorspellingen bijwerkt in het licht van binnenkomende informatie. Toch hebben deze 'voorspellende verwerking' theorieën (PP) te maken met grote conceptuele uitdagingen. Zoals ik eerder heb laten zien, door te vertrouwen op semantische begrippen als informatie, representatie, voorspelling, hypothese-testen enz., keren deze theorieën zich tegen integratie binnen het grotere causaal-mechanistische raamwerk waarvan ze beweren deel uit te maken. Het tweeledige probleem is, ten eerste, hoe op een naturalistische manier betekenis te geven aan semantische inhoud of betekenis op het niveau van individuele neuronen of neurale populaties en, ten tweede, hoe de veronderstelde semantische inhoud geacht wordt causaal werkzaam te zijn. Maar als we de neurowetenschappelijke gegevens niet kunnen begrijpen in termen van upstream informatie, downstream voorspelling en resulterende voorspellingsfouten, hoe moet de neurowetenschapper dan de bidirectionele neurale activiteit interpreteren? Via 3 complementaire onderzoeksdoelstellingen (RO1-03) is dit project gericht op het bieden van een alternatieve verklaring voor de neurowetenschappelijke gegevens die traditioneel worden gekaderd in termen van informatieverwerking en, meer recentelijk, informatie-voorspelling.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Zahnoun Farid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Conceptuele en praktische reflecties op het systeemperspectief.
Abstract
Het project heeft tot doel te bestuderen hoe sociale, materiële, technologische en contextuele factoren in de loop van de tijd worden gecoördineerd en opnieuw geconfigureerd door de groepen en individuen die zich bezighouden met bekwame praktijken, in het bijzonder wetenschappelijke en interdisciplinaire praktijken. Concreet zal het project zich richten op de praktijken van REPAIRS ETN. Als groot interdisciplinair consortium brengt het REPAIRS ETN verschillende disciplines samen, samengesteld uit individuen die reageren op verschillende patronen van sociaal-materiële praktijken en normen, met als gemeenschappelijk doel het bevorderen van revalidatiepraktijken vanuit het systeemperspectief. Het bereiken van dit gemeenschappelijke doel betekent dat individuen zullen leren hoe ze kunnen deelnemen aan verschillende praktijken en hoe ze deze kunnen coördineren, en hoe ze samen hun criteria voor succes kunnen veranderen naarmate deze praktijken in de loop van de tijd worden gecoördineerd. Begrijpen hoe normen en waarden voortkomen uit gecoördineerde activiteiten is cruciaal voor het waarderen van de reikwijdte van het systeemperspectief dat het ETN stuurt. Door middel van etnografie en observaties van de verschillende praktijken van wetenschappers en onderzoekers probeert dit project bij te dragen aan een dieper begrip van hoe normatieve coördinatie tot stand komt door de activiteiten van bekwame individuen en groepen, maar vooral om de rol van materialen, technologieën en de omgeving bij het vormgeven en mogelijk maken van deze coördinatie in de loop van de tijd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Di Rienzo Giulia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een globale niet-representatieve theorie van de geest.
Abstract
Predictive Processing (PP) is een steeds populairder wordend neurocomputationeel raamwerk, dat alle kanten van de geest lijkt te kunnen verklaren. Belangrijk is dat PP nauw aansluit bij essentiële inzichten uit niet-representatieve, ecologische en enactieve benaderingen van cognitie, en deze in feite bevestigt. Toch wordt algemeen aangenomen dat niet-representatieve benaderingen structureel niet in staat zijn om veel aspecten van mentaliteit te verklaren. Hoe kan het dus dat PP rekening houdt met elk feit van de geest, maar toch nauw aansluiten bij dergelijke benaderingen? Mijn project werkt een tweeledige strategie uit om deze vraag te beantwoorden. Enerzijds zal ik het PP-kader aanvullen met conceptuele en empirische bronnen, afkomstig van uitgebreide en gedistribueerde benaderingen van cognitie. Zo zal ik aantonen hoe de door PP beschreven cognitieve motoren het rijke geheel van ons mentale leven kunnen verklaren, terwijl ze op de relevante manier niet- representatief blijven. Anderzijds zal ik betogen dat elke verklarende behoefte aan innerlijke representaties te wijten is aan een cognitieve illusie. Deze illusie komt voort uit de onterechte toepassing op de psychologie en de neurowetenschappen van de (niet-wetenschappelijke) interpretatieve strategieën die wij gebruiken om andere menselijke middelen te begrijpen en met hen te om te gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Facchin Marco
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Virtuele realiteit begrijpen door voortdurende belichaamde verbeelding.
Abstract
Virtuele Realiteit (VR) wordt als een enactieve en belichaamde technologie gezien, omdat de gebruikersinterface een interactieve ervaring mogelijk maakt. Maar men wordt nog steeds gezien als 'ontlichaamd' in de VR. Het belangrijkste kenmerk van VR is niet de belichaming, maar verbeelding, omdat verbeelding ons in staat stelt na te denken over fictieve entiteiten. De rol die belichaamde/enactieve verbeelding speelt in VR is echter nog niet goed onderzocht. Dat komt omdat dit concept nog niet volledig is ontwikkeld. Ook ziet de bestaande literatuur over VR de verbeelding die betrokken is bij VR als gekoppeld aan de mentale capaciteit: virtuele objecten, gezien als ficties, moeten in de verbeelding worden gerepresenteerd. Dit creëert een probleem wanneer men de immersie die plaatsvindt bij VR wil analyseren. Dit project brengt het lichaam op een sterke manier in VR. Het verdedigt een nieuwe voortdurende belichaamde verbeelding (VBV) thesis voor VR, die stelt dat lopende belichaamde processen ons in staat stellen om toekomstige toestanden of acties te anticiperen, ook in virtuele situaties. Het ziet VR als een plaats van actiemogelijkheden die beschikbaar zijn voor een belichaamd wezen. Deze thesis is cruciaal om onze interacties in VR te kunnen begrijpen. Het kan problemen oplossen, zoals: is iemand echt belichaamd in de VR?, en kan iemand echt aanwezig zijn in de VR? Dit onderzoek bestudeert het resultaat van de VBV thesis in VR-contexten zoals: onderwijs, games en sport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Rucinska Zuzanna Aleksandra
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ethiek volgens het enactivisme: een pragmatische benadering.
Abstract
Menselijke cognitie zit niet in het hoofd – dat is stilaan een wijdverspreide gedeelde opvatting geworden in de wijsgerige psychologie (de 'philosophy of mind'). De discussie gaat erom wat er precies bedoeld wordt met de stelling dat cognitieve processen (zoals waarnemen, zich inbeelden, zich herinneren) structureel verbonden zijn met onze lichamen en de wereld. De interdisciplinaire onderzoeksstroming genaamd 'het enactivisme' neemt misschien wel de meest radicale positie in. Volgens het enactivisme is het onmogelijk om onze gedachten, handelingen en waarnemingen te scheiden van de omstandigheden waarin we denken, handelen en waarnemen. Cognitie is niet iets dat 'binnenin' iemand gebeurt, iets dat een verhouding tot de buitenwereld zou aanduiden. Cognitie is veel onlosmakelijker verweven met de wereld zodat het onderscheid tussen 'binnenin' en 'buiten' enkel nog bij wijze van spreken kan worden gemaakt. Cognitie is een activiteit die groeit uit de constante interactie tussen actor en wereld. Volgens het enactivisme dragen brein, lichaam en omstandigheden elk evenveel bij aan onze ervaring, ze vormen een intrinsiek gekoppeld systeem dat via feedback loops en interactieve aanpassingen zichzelf voortdurend bijbeent. Het enactivisme kent grote aanhang onder filosofen en cognitieve wetenschappers. Moraalfilosofen hebben zich tot nu weinig gemengd in de discussie. Maar welke implicaties heeft het enactivisme eigenlijk voor de morele dimensie van menselijk handelen, waarnemen en denken? Dit project wil deze open vraag beantwoorden. Het doet daarbij een beroep op inzichten uit de traditie van het pragmatisme, dat (hoewel minstens een halve eeuw ouder) interessante affiniteiten vertoont met het enactivisme. De vraag oe moraliteit eruitziet in een enactivistisch kader zal specifiek beantwoord worden door na te gaan hoe moreel handelen en morele kennis eruit ziet onder de aanname dat mens en omgeving elkaar voortdurend vormgeven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Schaubroeck Katrien
- Co-promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Schoute David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Waarnemen en handelen her-leren vanuit een systeemperspectief (REPAIRS).
Abstract
Verstoringen van waarneming en handelen, zoals veroorzaakt door een infarct, kunnen een enorme impact hebben op het functioneren in het dagelijks leven. Rehabilitatie-therapie is gericht op het herstelling van functionele vaardigheden door het her-leren van perceptie-actie koppelingen, maar leidt tot geringe verbeteringen. Dit project is gericht op het beter begrijpen van de processen waaruit perceptie-actie-verstoringen bestaan, via een systeembenadering. Een systeembenadering erkent niet-lineaire interacties tussen componenten, en interacties tussen niveaus van organisatie en laat zo toe om te begrijpen waarom standaard rehabilitatietraining niet aanslaat. De focus in het training netwerk REPAIRS ligt op het toepassen van de systeembenadering met het doel rehabilitatiepraktijken te verbeteren. Het filosofische project aan de UA zal het systeemperspectief toepassen op REPAIRS en streven naar een beter begrip en daardoor een betere werking van interacties tussen de verschillende academische en praktische groepen waaruit REPAIRS bestaat.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Voorbij het informatie paradigma: van 'voorspelling' naar 'anticipatie'.
Abstract
Binnen theoretische neurowetenschap is het inroepen van informatie een vaste praktijk. Velen hebben nu ook het idee omarmd dat het brein een voorspellingsmachine is die haar voorspellingen bijwerkt in het licht van binnenkomende informatie. Deze 'Predictive Processing' theorieën staan echter voor grote conceptuele uitdagingen. Door zich te beroepen op semantische begrippen als informatie, representatie, voorspelling enz. weerstaan zij integratie in het causaal-mechanistische kader waarvan zij beweren deel uit te maken. Maar als we de neurowetenschappelijke gegevens niet kunnen begrijpen in termen van upstream informatie, downstream voorspelling en resulterende voorspellingsfouten, hoe moet de neurowetenschapper dan de tweerichting neurale activiteit interpreteren? Ten eerste zal dit project de data die de Predictive Processing theoreticus in termen van voorspelling ziet, herinterpreteren. De cruciale zet hier is om het begrip voorspelling te vervangen door een empirisch onderbouwd begrip van anticipatie dat past binnen het causaal-mechanistische kader. Ten tweede zal het onderzoek nagaan hoe de data kan worden toegepast op twee onopgeloste filosofische problemen: de aard van informatie (informatie in relatie tot anticipatie) en het lichaam-geestprobleem (anticipatie als een fenomeen dat het fysiek-mentale onderscheid overstijgt). Dit interdisciplinaire project streeft dus naar een vruchtbare kruisbestuiving tussen filosofie en (theoretische én experimentele) neurowetenschap.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Zahnoun Farid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FWO Sabbatsverlof 2023-2024 (Prof. E. Myin).
Abstract
Het hoofddoel van deze sabbatical is het afwerken van het manuscript voor "Of a Different Mind". Voor de uitgave van het manuscript is een contract getekend bij MIT press. Erik Myin is de enige auteur. Het werk zal een inleiding bieden op de "Philosophy of Mind" en de wijsgerige psychologie vanuit een ander dan het gangbare narratief.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BOF Sabbatsverlof 2023 - E. Myin - "Of a Different Mind"
Abstract
Het belangrijkste doel van mijn sabbatical is het afmaken van het manuscript voor een boek getiteld "Of a Different Mind". Het boek zal solo geschreven worden door Erik Myin en staat onder contract bij MIT Press. "Of a Different Mind" zal een algemeen beeld geven van de filosofie van de geest en de filosofische psychologie, maar vanuit een perspectief dat heel anders is dan het bestaande standaardverhaal. Een secundair doel is om te beginnen werken aan artikelen die voortkomen uit het uitgebreide systematische en historische onderzoek dat verricht werd en wordt voor "Of a Different Mind".Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Beschouwingen over muzikale textuur als een waarneembaar fenomeen; Implementatie van visuele textuuranalysemethoden, over het fenomeen muzikale textuur.
Abstract
Muzikale textuur is een meta-parameter die relaties tussen sonische parameters weergeeft. In dit project wordt muzikale textuur onderzocht in het licht van de bevindingen in het studiedomein van de visuele textuur. Muzikale textuur wordt beschouwd als een perceptueel fenomeen en een theorie wordt ontworpen die een analyse biedt van de aspecten van muziek die tot de totstandkoming van muzikale textuur leiden. Het model zal gebaseerd zijn op analyse van muziekstukken, en zal gebruikt worden om muziekwerken en kleinere fragmenten (texturale studies) te componeren.Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
KIMUPE – KineMuzikale Performance – Een artistieke reis op weg naar creative multimodale improvisatie.
Abstract
Muzikanten bewegen. Da's evident. Om klanken te produceren, om hun muzikale intenties aan anderen te tonen, om te communiceren met hun publiek. Maar, kan beweging ook gebruikt worden om muzikale vaardigheden te ontwikkelen? Om improvisatie vaardigheden te ontwikkelen? In dit project zal ik de natuurlijke connectie tussen muziek en beweging exploreren als basis voor de ontwikkeling van mijn eigen improvisatie vaardigheden. Ik zal bestuderen hoe mijn artistieke groei op het vlak van improvisatie kan gestuurd en gevormd worden door die natuurlijke connectie tussen muziek en beweging in te zetten. De drijvende vragen zijn: Hoe kan beweging artistiek ingezet worden? Kan beweging een basis worden voor de ontwikkeling van creatieve improvisatie vaardigheden en om mijn eigen muzikale taal te ontwikkelen? In de voorbije 10 jaar heb ik beweging in het instrumentale leerproces bestudeerd vanuit een theoretisch, didactische en empirisch perspectief (zie publicaties.lucnijs.be). Maar steeds meer voel ik me geconfronteerd met de nood om mijn onderzoeksvragen ook vanuit mijn eigen artistieke praktijk te benaderen. Ik ben ervan overtuigd dat mijn artistieke praktijk het fundament moet worden van mijn huidig educatief werk en dat het de basis moet worden voor de verdere ontwikkeling van dat educatieve onderzoek. Daarom wil ik een artistiek pad ontvouwen dat de integratie van muziek en beweging exploreert vanuit een iteratief proces op basis van enerzijds vrije artistieke exploraties en anderzijds een aanpak met specifieke beperkingen ("constraints-led approach") gebaseerd op verschillende bewegingsmethoden (bv. Gaga, Viewpoints, Laban, Dalcroze). Ik zal daarbij mijn eigen artistieke groei onderzoeken aan de hand van een methodologie die 3 luiken omvat: (1) desk research, deelname aan bewegingsworkshops, conceptueel ontwerp en uitwerking van een theoretisch kader over "kinemuzikale muzikale uitvoering", (2) een empirisich luik in verschillende bewegings-georienteerde fasen, waarin het kwantitatieve meten van beweging (adhv neuronmocap sensors) en muzikale output gecombineerd wordt met een fenomenologisch onderzoek (think aloud procedure, video stimulated recall, dagboek) van mijn geleefde ervaring, en (3) het artistiek gebruik van de kwantificering van beweging in functie 'augmented' multimodal performances, waarin improvisaties ontstaan vanuit een interactieve loop tussen muziek, beweging en visuals. De geplande uitkomsten van dit project zijn: een reeks kinemuzikale performances, verschillende publicaties in gerenommeerde wetenschappelijke en artistieke tijdschrijften, een geschreven thesis, een reeks video performances en een foto repertage, een pedagogisch-didactische publicatie, software voor multimodale muziek uitvoeringen, een analyse methode voor de bewegingsdata.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Predictieve sensorimotor theorie: Een onderzoek naar nonrepresentationalistische oplossingen.
Abstract
In de filosofie van de cognitieve wetenschappen bestaat een aantal verschillende theorieën om het bewustzijn te verklaren. Twee veelbelovende van deze zijn "predictive processing" en de sensomotorische contingentietheorie. Hoewel ze elkaar aanvullen, zijn de theorieën incompatibel. Het doel van dit project is deze incompatibiliteit op te heffen en een hybride, maar consistente synthese te formuleren, die zowel recht doet aan de rol van het brein als aan die van sensomotorische activiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: van Es Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het raakvlak tussen kennis en perceptie zonder representationele inhoud.
Abstract
Wat je waarneemt, beinvloedt wat je gelooft en weet, en wat je gelooft en weet beinvloedt wat je waarneemt. In dit project wordt onderzocht hoe men zulke interactie tussen waarneming en kennis kan opvatten, indien men waarneming beschouwt als een vorm van dynamische wisselwerking tussen organisme en omgeving die niet noodzakelijk neerkomt op een verwerving van betekenisvolle informatie. Er wordt nagegaan in hoeverre wijzigingen in aandacht wederzijdse invloeden tussen waarneming en kennis kunnen verklaren die vaak worden verklaard in termen van de invloed van één soort van informatie op een andere soort van informatieOnderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De geest van het hoofd verwijderen. Een Wittgensteiniaans perspectief.
Abstract
Wat en waar is het mentale? Veel filosofen dachten dat, al het mentale sowieso bestaat, het met het brein moet samenvallen. Anderen hebben betoogd dat mentale verschijnselen extern zijn, en zich in de buitenwereld bevinden. Ze zijn niet simpelweg breinverschijnselen, maar processen waarbij het lichaam betrokken is. In dit project wordt betoogd dat zowel de internalistische als de externalistische positie incorrect is. Het mentale is noch een toestand van het brein, noch een lichamelijk proces. Het project bouwt verder op Wittgenstein, die stelde dat sommige van onze mentale concepten specifieke manieren zijn om ons gedrag te karakteriseren. Het mentale kan echter niet gereduceerd worden tot gedrag, maar maar manifesteert zich in wat we doen en zeggen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Loughlin Victor
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een enactieve benadering van doen alsof.
Abstract
Dit onderzoek exploreert het potentieel van enactivisme om doen aslof te verklaren. Doen alsof of pretenderen maakt deel uit van de normale ontwikkeling van kinderen en behoort tot ons cultureel repertoire. Zogeheten cognitivisme tracht doen alsof te verklaren als het representeren van "x als y". In dit project wordt onderzocht of enactivistische verklaring van 'doen alsof' mogelijk is. Zulke verklaring veronderstelt geen basisvermogen om te representeren, en beschouwt doen alsof als een uitkomst van ontwikkelende vormen van sociale interactie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Rucinska Zuzanna Aleksandra
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De paradox van interactieve fictie: een nieuwe benadering van verbeelding in het licht van interactieve fictie-ervaringen
Abstract
De doelstelling van dit project bestaat erin de hedendaagse fictie- en verbeeldingstheorieën te toetsen aan de ervaring van interactieve fictie zoals die zich voordoet in videospelen en andere interactieve spelen in zogenaamde virtuele of 'toegevoegde' realiteit (augmented reality), en een uitgebreide fictie- en verbeeldingstheorie te ontwikkelen en te verdedigen die in staat is zich rekenschap te geven van interactieve fictie. Kenmerkend voor deze fictie is dat de fictieconsument tegelijk deelnemer is, aangezien de ontplooiing van het verhaal mede afhankelijk is van de handelingen van de fictieconsument die in het verhaal kan ingrijpen door zich te identificeren met een fictionele figuur. Op die manier genereert interactieve fictie een ervaring van presentie in een fictionele ruimte. De bestaande dominante fictietheorieën, zoals Kendall Waltons "make-believe theory" en Peter Lamarques "thought theory", hebben betrekking op traditionele ficties zoals literatuur, theater en film. Zij kunnen niet verklaren hoe we in staat zijn handelingen te stellen ten aanzien van fictionele representaties. Dit project wil een theorie uitwerken die dat wel kan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cools Arthur
- Co-promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Van de Mosselaer Nele
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Beschouwingen over muzikale textuur als een waarneembaar fenomeen; Implementatie van visuele textuuranalysemethoden, over het fenomeen muzikale textuur.
Abstract
Muzikale textuur is een meta-parameter die relaties tussen sonische parameters weergeeft. In dit project wordt muzikale textuur onderzocht in het licht van de bevindingen in het studiedomein van de visuele textuur. Muzikale textuur wordt beschouwd als een perceptueel fenomeen en een theorie wordt ontworpen die een analyse biedt van de aspecten van muziek die tot de totstandkoming van muzikale textuur leiden. Het model zal gebaseerd zijn op analyse van muziekstukken, en zal gebruikt worden om muziekwerken en kleinere fragmenten (texturale studies) te componeren.Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De praktijk van het denken: een ecologisch-enactivisische aanpak
Abstract
In de moderne cognitiewetenschappen wordt waarneming gezien als iets dat we doen, en niet als iets dat ons overkomt. De wereld hoeft dan niet in ons hoofd te worden geprojecteerd om daar een mentale representatie achter te laten. Maar kunnen we deze non-representationele aanpak ook uitbreiden om, naast onze waarneming, ook ons denken te begrijpen? Het doel van dit project is om te laten zien hoe denken begrepen kan worden vanuit een non-represenationeel perspectief, een perspectief dat ecologische psychologie en enactivisme combineert. Om dit doel te bereiken zal eerst het ecologische concept "affordances", actiemogelijkheden, verder ontwikkeld worden in het licht van enactivistische uitgangspunten. Daarna zal dit concept worden toegepast in een analyse van ons denken tijdens verschillende facetten van wetenschapsbeoefening. Deze toepassing geeft blijk van het potentieel van een ecologisch-enactivistisch perspectief op ons denken. De analyse wijst bovendien op een nieuwe vorm van continuïteit tussen psychologie en de wetenschappelijke praktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: van Dijk Ludger
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Predictieve sensorimotor theorie: Een onderzoek naar non-representationalistische oplossingen
Abstract
In de filosofie van de cognitieve wetenschappen bestaat een aantal verschillende theorieën om het bewustzijn te verklaren. Twee veelbelovende van deze zijn "predictive processing" en de sensomotorische contingentietheorie. Hoewel ze elkaar aanvullen, zijn de theorieën incompatibel. Het doel van dit project is deze incompatibiliteit op te heffen en een hybride, maar consistente synthese te formuleren, die zowel recht doet aan de rol van het brein als aan die van sensomotorische activiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: van Es Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De paradox van interactieve fictie: een nieuwe benadering van verbeelding in het licht van interactieve fictie-ervaring.
Abstract
De doelstelling van dit project bestaat erin de hedendaagse fictie- en verbeeldingstheorieën te toetsen aan de ervaring van interactieve fictie zoals die zich voordoet in videospelen en andere interactieve spelen in zogenaamde virtuele of 'toegevoegde' realiteit (augmented reality), en een uitgebreide fictie- en verbeeldingstheorie te ontwikkelen en te verdedigen die in staat is zich rekenschap te geven van interactieve fictie. Kenmerkend voor deze fictie is dat de fictieconsument tegelijk deelnemer is, aangezien de ontplooiing van het verhaal mede afhankelijk is van de handelingen van de fictieconsument die in het verhaal kan ingrijpen door zich te identificeren met een fictionele figuur. Op die manier genereert interactieve fictie een ervaring van presentie in een fictionele ruimte. De bestaande dominante fictietheorieën, zoals Kendall Waltons "make-believe theory" en Peter Lamarques "thought theory", hebben betrekking op traditionele ficties zoals literatuur, theater en film. Zij kunnen niet verklaren hoe we in staat zijn handelingen te stellen ten aanzien van fictionele representaties. Om de sterkte- en zwaktepunten van beide theorieën te analyseren in relatie tot de ervaring van interactieve fictie worden ze geconfronteerd met Paul Ricoeurs hermeneutische fictietheorie. In zijn fictietheorie maakt Ricoeur gebruik van het concept van re-figuratie en van een notie van praxis om de ervaring van literaire fictie te beschrijven. Deze twee termen zullen worden onderzocht en ingezet om de problemen van Waltons "make-believe theory" te vermijden en om te toetsen of (en hoe) Lamarques "thought theory" kan uitgebreid worden naar interactieve fictie. Een centraal aspect van Lamarques fictietheorie is de zogenaamde opaciteitsthese. Deze stelt dat de manier waarop fictieve gebeurtenissen worden gepresenteerd bepalend is voor de verbeelding bij het lezen van literaire fictie. De hypothese van waaruit dit project vertrekt is dat Lamarques opaciteitsthese kan worden uitgebreid en geherformuleerd om ook de werking van de verbeelding in de ervaring van interactieve fictie uit te leggen. Er zal dus onderzocht worden of en hoe de nieuwe aspecten van interactieve fictie - handelingsbekwaamheid, immersie en identificatie - afhankelijk zijn van de specifieke wijze waarop het fictionele verhaal zich in interactieve fictie presenteert. Tegelijk wordt onderzocht of het concept van verbeelding in de hedendaagse fictietheorieën moet worden gereviseerd. In het algemeen gesproken nemen deze theorieën aan dat door fictie opgewekte verbeelding wel (quasi-)emoties kan veroorzaken, maar geen handelingen. Om aan te tonen dat door fictie opgewekte verbeelding ook handelingen met betrekking tot fictionele objecten kan opwekken, gaat het project te rade bij een aantal hedendaagse studies over verbeelding op het domein van de "philosophy of mind" en confronteert het deze met de fenomenologische benadering van de verbeelding in de filosofie van Jean-Paul Sartre. Deze benadering die de constitutieve bijdrage van de verbeelding in emoties en gedragingen analyseert, kan een interessant perspectief bieden om de samenhang tussen verbeelding, emotie en handeling in interactieve fictie uit te leggen. Doorheen deze verschillende stappen wil het project gaandeweg de rol van de verbeelding in (interactieve) fictie-ervaringen verhelderen en articuleren. Tot slot zal het de uitgewerkte positie evalueren door te zien of ze in staat is hardnekkige problemen binnen de filosofie van de fictie (onder meer de zogenaamde fictieparadox) op te lossen en of ze in staat is de fenomenologische ervaring van interactieve fictie te verklaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cools Arthur
- Co-promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Arienti Marco
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De paradox van interactieve fictie: een nieuwe benadering van verbeelding in het licht van interactieve fictie-ervaringen.
Abstract
De doelstelling van dit project bestaat erin de hedendaagse fictie- en verbeeldingstheorieën te toetsen aan de ervaring van interactieve fictie zoals die zich voordoet in videospelen en andere interactieve spelen in zogenaamde virtuele of 'toegevoegde' realiteit (augmented reality), en een uitgebreide fictie- en verbeeldingstheorie te ontwikkelen en te verdedigen die in staat is zich rekenschap te geven van interactieve fictie. Kenmerkend voor deze fictie is dat de fictieconsument tegelijk deelnemer is, aangezien de ontplooiing van het verhaal mede afhankelijk is van de handelingen van de fictieconsument die in het verhaal kan ingrijpen door zich te identificeren met een fictionele figuur. Op die manier genereert interactieve fictie een ervaring van presentie in een fictionele ruimte. De bestaande dominante fictietheorieën, zoals Kendall Waltons "make-believe theory" en Peter Lamarques "thought theory", hebben betrekking op traditionele ficties zoals literatuur, theater en film. Zij kunnen niet verklaren hoe we in staat zijn handelingen te stellen ten aanzien van fictionele representaties. Dit project wil een theorie uitwerken die dat wel kan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cools Arthur
- Co-promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Van de Mosselaer Nele
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Logische en methodologische analyse van wetenschappelijke redeneerprocessen.
Abstract
Het doel van de wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap Logical & Methodological Analysis of Scientific Reasoning Processes is onderzoek over twee themas te stimuleren en te coördineren: -logische analyse van wetenschappelijke redeneerprocessen (zoals bijvoorbeeld logische analyses van paraconsistent redeneren, abductie, causaal redeneren of redeneren over handelingen en normen; -methodologische en epistemologische analyse van wetenschappelijke redeneerprocessen (zoals bijvoorbeeld methodologische en epistemologische analyses van verooorzaking en mechanismen, de structuur van theorieën en modellen, wetenschappelijke verklaring , experimenten en gedachte-experimenten of wetenschappelijke expertise).Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Co-promotor: Leuridan Bert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gezichtspunten in de periferie.
Abstract
In dit project zullen we onze artistieke, wetenschappelijke en filosofische benadering van het onderzoek van perifere visie, waarneming buiten het centrum van de blik, verderzetten en verruimen. We zullen een geheel nieuw soort beeld creëren - beelden die kunnen herkend worden in de periferie, maar niet in het centrale gezichtsveld. We zullen de resultaten onderzoeken, evenals onze eerdere bevindingen, vanuit elke discipline. Ons publieksbereik zal verruimen, met presentaties in universiteiten en exposities in galerijen en musea.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
The Mind verwijderen uit het hoofd : A Wittgensteiniaanse perspectief.
Abstract
Wat en waar is het mentale? Veel filosofen dachten dat, al het mentale sowieso bestaat, het met het brein moet samenvallen. Anderen hebben betoogd dat mentale verschijnselen extern zijn, en zich in de buitenwereld bevinden. Ze zijn niet simpelweg breinverschijnselen, maar processen waarbij het lichaam betrokken is. In dit project wordt betoogd dat zowel de internalistische als de externalistische positie incorrect is. Het mentale is noch een toestand van het brein, noch een lichamelijk proces. Het project bouwt verder op Wittgenstein, die stelde dat sommige van onze mentale concepten specifieke manieren zijn om ons gedrag te karakteriseren. Het mentale kan echter niet gereduceerd worden tot gedrag, maar maar manifesteert zich in wat we doen en zeggen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Loughlin Victor
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Woorden en getallen zonder franjes. Een enactieve benadering van taal en wiskunde.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Actiemogelijkheden waarnemen in natuurlijke, sociale en morele omstandigheden. Een studie van het concept 'actiemogelijkheid', en de verklarende waarde ervan.
Abstract
Wanneer een persoon haar hand naar mij uitsteekt, dan zie ik dat als een uitnodiging om haar hand te schudden. Met andere woorden, ik zie haar uitgestoken hand als 'schudbaar'. J.J. Gibson vond een term uit voor dit fenomeen. Hij noemde het een 'affordance', in het Nederlands vertaald als een 'actiemogelijkheid'. De uitgestoken hand 'biedt mij de mogelijkheid' om ze te schudden. Naar analogie daarmee biedt een bal die naar mijn toe vliegt de mogelijkheid hem te vangen, tenminste indien ik bepaalde vaardigheden heb. De bal heeft de affordance/actiemogelijkheid 'vangbaarheid'. Wat zorgt ervoor dat ik aspecten van situaties zie als 'Q-baar'? Niet enkel de fysische eigenschappen van de situatie of het object spelen een rol. Karakteristieken van de waarnemer evenzeer, cf. mijn vaardigheid om ballen te vangen. Iemand die nog nooit een balspel gespeeld heeft, ziet een erg snelle bal wellicht niet als vangbaar, maar veeleer als een gevaar dat ontweken moet worden. Hoe moeten we deze vorm van waarnemen begrijpen? 'Infereert' of 'concludeert' de waarnemer de actiemogelijkheid op basis van informatie over zichzelf en de situatie? Of ziet hij de mogelijkheid 'direct', zonder inferentiëel proces? Gibson verdedigde de tweede, 'directe' versie, maar zijn geschriften bieden geen duidelijke theorie over hoe directe waarneming van actiemogelijkheden dan wel begrepen moet worden. Het concept 'affordance/actiemogelijkheid' is aantrekkelijk voor toepassingen in sociale en morele perceptie, maar is evenzeer bekritiseerd als zijnde te vaag. Bijgevolg bestaat er onzekerheid over de vraag of het begrip wel verklarende waarde heeft binnen een wetenschappelijke theorie over de waarneming. Dit project heeft als doel te verhelderen wat het betekent om actiemogelijkheden waar te nemen in brede zin, d.w.z. zowel in eenvoudige, fysische zin als in sociale en morele situaties. Tevens is het doel om de verklarende waarde van het begrip aan te tonen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Co-promotor: Lemmens Willem
- Mandaathouder: Van Eemeren Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Offline cognitie.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Radicaal belichaamde morele emoties.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Co-promotor: Lemmens Willem
- Mandaathouder: Van Eemeren Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Berekening herbekeken.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Afwerken manuscript 'Radicalizing Enactivism'.
Abstract
Het is de bedoeling dat in het manuscript Prof. Hutto en Prof. Myin hun versie van het 'enactivisme' presenteren. In het enactivisme van Hutto en Myin wordt radicaler gebroken met traditionele 'cognitivistische' opvattingen dan in standaard enactivisme of de 'Extended Mind' benadering.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Virtualiteit en herhaling: een fenomenologische ontologie van de virtuele werkelijkheid
Abstract
De elektronische massamedia - vandaag alomtegenwoordig - worden gekenmerkt door transparantie. Ze verdwijnen om iets anders zichtbaar te maken, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd of een spelomgeving. Dit project wil een fenomenologische beschrijving geven van deze gemedieerde (of virtuele) werkelijkheden, om op basis daarvan inzicht te krijgen in de verhouding van virtuele en niet-virtuele realiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Eekert Geert
- Co-promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Gooskens Geert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Enactivisme en uitgestrekt bewustzijn.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Mandaathouder: Loughlin Victor
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De visuele verbeelding als perceptuele activiteit.
Abstract
In dit project zal een theorie van de visuele verbeelding verdedigd worden die haar opvat als een vorm van perceptuele capactiteit. Onderbouwd door de zogenaamde 'enactieve' benadering tot de waarneming, waarin de waarneming beschouwd wordt als een actieve exploratie van de omgeving, zal het idee ontwikkeld worden dat de verbeelding een proces van 'hersituering' is waarbij geen interne beelden of representaties in het hoofd gecreëerd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zintuigen. Een filosofie van de sensorische modaliteiten.
Abstract
Waarneming heeft een objectieve en een subjectieve zijde. We nemen gebeurtenissen en objecten waar, maar tegelijkertijd verschijnen deze gebeurtenissen en objecten ons op een bepaalde manier. Een belangrijke rol in de bepaling van 'hoe de objecten ons verschijnen' wordt gespeeld door de zintuiglijke modaliteiten. Filosofen van Aristoteles tot Paul Grice hebben zich over de vraag gebogen wat nu precies de zintuiglijke modaliteiten van elkaar onderscheidt. Wat maakt horen tot horen, en zien tot tot zien? Daarnaast heeft ook de vraag naar wat de sensorische modaliteiten verbindt een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op filosofen. Hierom draait de beruchte vraag van Molyneux: wat zou er gebeuren indien een blinde, die objecten op de tast herkent, plots zou zien? Zou deze persoon een bol of een kubus op zicht als een bol of kubus herkennen? In het voorgestelde project zullen de twee vragen naar wat de zintuigen onderscheidt en wat de zintuigen bindt, herbekeken worden in het licht van de sensomotorische contingentietheorie voor waarneming en perceptueel bewustzijn en de opvatting van de filosoof Andy Clark over de 'Extended Mind' en zijn stelling dat mensen wat hij noemt 'Natural Born Cyborgs' zijn: wezens die externe hulpmiddelen zo in hun gedrag integreren dat deze artefacten letterlijk een deel van henzelf worden. Op deze basis zal een nieuwe opvatting over de zintuigen worden geëxploreerd die mogelijk een bevredigend antwoord toelaat zowel op de vraag naar wat zintuigen onderscheidt, als op de vraag naar wat zintuigen verbindt. Bovendien zal vanuit deze nieuwe opvatting over de modaliteiten getracht worden een invulling te geven aan het dubbele karakter van de perceptuele ervaring: dat van objectief zijn en subjectief verschijnen, die de traditionele spanning tussen beide aspecten kan verzachten. Tenslotte heeft de voorgestelde opvatting over de zintuigen belangrijke implicaties voor het debat tussen internalisten en externalisten omtrent de vraag of het mentale zich 'in het hoofd' bevindt, of integendeel, of het mentale en de ervaring zich 'uitstrekt' over de omgeving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Radicaal enactivisme.
Abstract
Het doel van dit project is een boek af te werken, getiteld 'Enactivism Explicated. Consciousness Clarified', in co-auterschap tussen Professor Dan Hutto (University of Hertforshire, UK), en de promotor (Erik Myin). Het boek -onder contract bij MIT Press- heeft als onderwerp de zogenaamde 'Enactive Approach' of 'enactieve aanpak' van perceptie en bewustzijn. De enactieve aanpak is een hedendaagse poging om het mentale te hersitueren in het belichaamde en gecontextualiseerde handelen van subjecten. In het boek zal een radicale versie van enactivisme uitgewerkt en verdedigd worden, en zal aangetoond worden dat di radicaal enactivisme een plausibele houdiing impliceert ten opzichte van het probleem van het bewustzijn, en tegelijkertijd perfect verzoenbaar is met vooruitgang in de neurowetenschappen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Virtualiteit en herhaling: een fenomenologische ontologie van de virtuele werkelijkheid.
Abstract
De elektronische massamedia - vandaag alomtegenwoordig - worden gekenmerkt door transparantie. Ze verdwijnen om iets anders zichtbaar te maken, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd of een spelomgeving. Dit project wil een fenomenologische beschrijving geven van deze gemedieerde (of virtuele) werkelijkheden, om op basis daarvan inzicht te krijgen in de verhouding van virtuele en niet-virtuele realiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Graeve Peter
- Promotor: Van Eekert Geert
- Co-promotor: Myin Erik
- Co-promotor: Van Eekert Geert
- Mandaathouder: Gooskens Geert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het bewustzijn verhelderd: boekproject van Erik Myin en Dan Hutto.
Abstract
Het project wordt aangevraagd ter ondersteuning van het gezamenlijk schrijven van een boek getiteld 'Consciousness Clarified', door de aanvrager en Dan Hutto. In het boek zal een nieuwe positie in het debat over de relatie tussen het fysische en het mentale worden uitgewerkt die vruchtbaar zal blijken voor zowel de filosofie als de wetenschappen, die worstelen met de vraag naar de relatie tussen de ervaring en objectieve wetenschappelijke gegevens.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Filosofische implicaties van de sensorimotorische benadering van perceptie: kleur, ruimte en sensorische substitutie.
Abstract
Dit project betreft de exploratie van de filosofische implicaties van de sensorimotorische contingentie theorie over perceptie en perceptueel bewustzijn. Drie domeinen die centraal staan zijn: kleur, ruimte en sensorische substitutie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De visuele ervaring en picturale representatie herbekeken: een benadering gebaseerd op belichaamde actie.
Abstract
Het project wil het onderwerp van picturale representatie onderzoeken als een onderdeel van het ruimer onderzoek naar de natuur van het visuele bewustzijn. Het hoofddoel is picturale representatie te herbekijken in het licht van de recente ontwikkelingen in ons begrip van visuele perceptie. Gebruik makend van de beschikbare theorieën, zal er onderzocht worden hoe een adequate theorie van picturale representatie eruit zou moeten zien. Er zal geargumenteerd worden dat geen van de huidige voorstellen erin slaagt om adequaat afbeeldingen te verklaren, en dat dit in hoofdzaak te wijten is aan enkele ernstige misvattingen over de natuur en de fenomenologie van de visuaele waarneming in het algemeen. Er zal worden geargumenteerd dat bepaalde diepgewortelde doch foute concepties van zowel afbeeldingen als van de visuele waarneming nauw een elkaar zijn gerelateerd. Het ontwarren van deze relatie zal verhelderend zijn voor een beter begrip van zowel de natuur van picturale representatie als de fenomenologie van de waarneming. Een alternatief model van picturale represenatie zal worden voorgesteld, geïnspireerd door een 'enactive approach', of een op belichaamde actie gebaseerde benadering, van de visuele ervaring.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
- Co-promotor: Leilich Joachim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Filosofische implicaties van sensoriële substitutie
Abstract
Het doel is de sensorimotorische contingentietheorie van waarneming en bewustzijn zowel in de diepte als in de breedte verder uit te werken. In het bijzonder zal het fenomeen van de sensoriële substitutie onderzocht worden. Bij sensoriële substitutie vervangt men de ene zintuiglijke modaliteit door de andere, bijvoorbeeld zien door horen. Resultaten verkregen uit de studie van sensoriële substitutie hebben belangrijke filosofische implicaties, ondermeer betreffende de de rol van het 'lichaamsschema'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een interactieve opvatting over kleur en ruimte: een verdere exploratie van het filosofisch potentieel van de sensorimotorische contingentietheorie.
Abstract
Het doel is het verder onderzoeken van de filosofische consequenties van de sensorimotorische contingentietheorie van perceptie en perceptueel bewustzijn. Naast de verdere uitwerking van deze als een theorie over bewustzijn, is het de bedoeling verdere filosofische conclusies te puren uit recente ontwikkelingen binnen de theorie over kleur en ruimte. Dit zou moeten leiden tot een externalistische opvatting over kleur en ruimte, die gevoelig verder gaat dan bestaande filosofische theorieën die eveneens het belang van het externe en van activiteit erkennen voor perceptie en cognitie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Myin Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject