Patronen van gezinsvorming bij jongvolwassenen met een migratieachtergrond: hoe worden ze beïnvloed door arbeidsmarktmogelijkheden en economische conjunctuur? 01/10/2024 - 30/09/2028

Abstract

Het aandeel jongvolwassenen met ouders met een migratieachtergrond (2de generatie) of die als kind zijn gemigreerd (tussengeneratie of 1,5 generatie) neemt toe in heel Europa. Patronen van gezinsvorming in de 1,5 en 2de generatie trekken steeds meer de aandacht van de academische wereld en beleidsmakers vanwege de mogelijke impact die ze kunnen hebben op toekomstige demografische trends in Europa. Deze impact zal echter verschillen naargelang de 1,5 en 2de generatie onderscheiden patronen van gezinsvorming behouden met betrekking tot het tijdstip van ouderschap en het aantal kinderen, dan wel verwacht kan worden dat patronen van gezinsvorming in migrantenpopulaties convergeren naar die in meerderheidspopulaties. Onderzoek naar gezinsvorming heeft aangetoond dat de verlenging van schoolloopbanen en variërende kansen op de arbeidsmarkt in functie van economische cycli een sterke invloed hebben gehad op het aantal kinderen en vooral op de timing van het ouderschap. De literatuur over de vruchtbaarheid bij migranten heeft zich tot nu toe grotendeels gericht op de ontwikkeling van geschikte indicatoren en de verschuiving van vruchtbaarheidspatronen over opeenvolgende generaties, maar er is nauwelijks onderzoek verricht naar de associatie tussen economische cycli en vruchtbaarheid in migrantenpopulaties, laat staan variatie in deze associatie naar herkomstgroep en migratiegeneratie. Gegeven de verschillende kansen die migranten en autochtonen hebben op de arbeidsmarkt, geven theorieën over gezinsvorming bij jongeren met een migratieachtergrond aanleiding tot tegenstrijdige hypothesen over de vraag of patronen van gezinsvorming in de 1,5 en 2de generatie zullen convergeren met die van autochtonen. Gezien deze hiaten in de literatuur, gebruikt dit project unieke longitudinale microdata uit Belgische registers van de sociale zekerheid om i) de variatie in de associatie tussen economische cycli en gezinsvorming in de 1,5 en 2de generatie in België te onderzoeken rond de Grote Depressie (2005-2017) in verschillende herkomstgroepen en migratiegeneraties, en ii) te bepalen in welke mate differentiële arbeidsmarktkansen en werkonzekerheid op individueel, koppel- en huishoudensniveau deze associatie mediëren. Het project neemt vier analyseniveaus in beschouwing. Ten eerste onderzoekt het project hoe het verband tussen geaggregeerde economische indicatoren en gezinsvorming varieert tussen herkomstgroepen en migrantengeneraties. Ten tweede analyseert het project hoe de verschillende stabiliteit in werkgelegenheid op individueel niveau de associatie tussen economische cycli en gezinsvorming tussen herkomstgroepen en migrantengeneraties medieert. Ten derde onderzoekt het project de dynamiek van koppels om te bepalen partners de onzekerheid op de arbeidsmarkt accumuleren, dan wel onderling compenseren. Ten vierde en laatste, gegeven de hogere prevalentie van multigenerationele en uitgebreide huishoudens in specifieke migrantenpopulaties, analyseert het project of huishoudens het effect van individuele werkonzekerheid op de timing van ouderschap en het aantal kinderen bufferen, dan wel uitdiepen door processen van accumulatie of compensatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject