Abstract
Diabetes mellitus type 1 (T1DM) is een auto-immuunziekte die de insuline producerende β-cellen vernietigt. Mensen met T1DM hebben vaak auto-antilichamen op een predisponerende genetische achtergrond (HLA-genotype). In België worden nieuwe diagnoses gemeld aan het Belgische Diabetesregister (BDR), omdat ze gratis risicostratificatie (auto-antilichaamdetectie en HLA-klasse) en opvolging van patiënten en eerstegraads familieleden bieden. Auto-antilichamen kunnen maanden tot jaren vóór het begin van de symptomen aanwezig zijn, maar niet alle individuen met antilichamen ontwikkelen T1DM. Veranderingen in insulinesecretie en glucosetolerantie treden doorgaans maanden tot jaren na de ontwikkeling van autoantilichamen op. Dus ondanks bewijs dat het pathofysiologische proces begint lang voordat hyperglycemie aanwezig is, wordt de behandeling met insuline pas gestart als het stadium van hyperglycemie is bereikt.
Onderzoeken hebben aangetoond dat ontwikkeling van T1DM kan worden uitgesteld met immunotherapie. Dit opent de mogelijkheid om type 1 diabetes in de 'preklinische' fase te behandelen. Er is dus een grotere urgentie om personen met een verhoogd risico te identificeren. Momenteel ontbreken biomarkers met voldoende gevoeligheid, specificiteit en vlotte toepasbaarheid. Het identificeren van personen met een hoog risico op T1DM kan alleen worden gedaan met behulp van invasieve methoden, zoals herhaalde bloednames voor antilichaamprofilering en een orale glucosetolerantietest of clamp test. Bloedafname is echter geen ideale manier voor bevolkingsonderzoek, vooral bij kinderen.
Analyse van uitgeademde lucht biedt het potentieel om te dienen als een niet-invasieve screeningstool, aangezien adem vluchtige organische stoffen (VOS) bevat. VOS ontstaan door endogene biochemische processen, via fysiologische of ziektespecifieke mechanismen en komen door gasuitwisseling in de longblaasjes. Daarom kunnen VOS dienen als biomarkers van gezondheid en ziekte. Verschillende pilootstudies onderzochten VOS als surrogaatmarkers van bloedglucose en / of als diagnostisch hulpmiddel voor het detecteren van hyper- of hypoglycemische gebeurtenissen. Deze onderzoeken wezen allemaal op een verband tussen glycemische toestand en bepaalde VOS. Geen van deze studies beoordeelde echter asymptomatische mensen met een preklinische fase van T1DM. Daarom is het doel van deze studie om het nut te onderzoeken van VOS als biomarker om individuen te identificeren met een hoog risico op de ontwikkeling van T1DM.
Als primaire doelstelling wil deze studie achterhalen of VOS van individuen met een hoog risico op T1DM significant verschillen van VOS van individuen met een laag risico op T1DM
De onderzoekspopulatie bestaat uit individuen in het spectrum van T1DM-ontwikkeling:
1. Personen van 6 tot 25 jaar, met een hoog risico op T1DM.
2. Personen van 6 tot 25 jaar, met een recente T1DM-diagnose (<3 maanden).
3. Personen van 6 tot 25 jaar, met een vastgestelde T1DM-diagnose (> 1 jaar).
4. Gezonde personen van 6 tot 25 jaar, met een laag risico op T1DM.
De risicobepaling wordt beoordeeld in samenwerking met prof. Bart Keymeulen, lid van de BDR, en op zowel genetische achtergrond als de aan- of afwezigheid van meerdere auto-antistoffen. BDR heeft meer dan 7000 broers en zussen of nakomelingen van mensen met T1DM in opvolging. Ongeveer 7% van hen is antilichaam-positief, en loopt dus een hoog risico op de ontwikkeling van T1DM. Patiënten met recent ontstane of vastgestelde diabetes type 1 worden gerecruteerd via de UZA-diabetologen, die meer dan 500 patiënten in opvolging hebben.
Deelnemers zullen worden gevraagd om informatie te verstrekken over hun persoonlijke en familiale medische geschiedenis. Capillaire glycemie zal worden gecontroleerd zodat VOS in een euglycemische toestand worden verzameld. Het afnemen van een ademmonster is een eenvoudig proces waarbij gedurende 5 minuten in een mondstuk moet worden geademd dat is aangesloten op een ionenmobiliteitsspectrometer.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)