Abstract
De overweldigende realiteit van klimaatverandering veroorzaakt vaak wanhoop en gelatenheid bij burgers. Door hoop te creëren, proberen sommige sociale bewegingen hier tegenin te gaan. Daarom onderzoekt dit project hoe de klimaatrechtvaardigheidsbeweging omgaat met hoop. Hiermee wil ik inzicht krijgen in de dynamieken van hoop en in de opkomende klimaatrechtvaardigheidsbeweging. Over beide onderwerpen is nu namelijk nog niet zoveel geweten. Mijn bijdrage is om hoop als een sociaal proces te zien, als iets tussen mensen, eerder dan als een abstract idee. Omdat hoop iets is dat mensen gezamenlijk denken en voelen, zal ik kijken naar hoe hoop in de praktijk samenhangt met twee sociologische concepten. Eerst onderzoek ik de transitienarratieven; de verhalen die mensen vertellen over hoe maatschappijen kunnen verduurzamen. Daarna kijk ik naar interactierituelen; de manieren waarop enthousiasme wordt gecreëerd in situaties zoals vergaderingen of betogingen van deze beweging. Vanuit deze theoretische invalshoeken zal ik twee cases onderzoeken: als eerste groepen voor klimaatrechtvaardigheid in België, en ten tweede de Groningse beweging tegen gaswinning. Hiervoor gebruik ik verschillende methoden: analyse van publieke documenten, het bijwonen en observeren van het functioneren van deze bewegingen, het interviewen van deelnemers ten slotte met een focusgroep. Met dit onderzoek wil ik bijdragen aan het uitbouwen van een academische en sociaal relevante sociologie van de hoop.
Onderzoeker(s)
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)