Onderzoeksgroep
Expertise
Microsimulatiemodellen
Duurzaam welzijn door investeringen in sociale diensten (SWINS).
Abstract
SWINS wil een beleidsgeoriënteerd instrumentarium ontwikkelen en testen voor de ex-ante beoordeling van het economische en sociale rendement van investeringen in sociale diensten gedurende de levensloop. Met de nadruk op de complementariteit van diensten gericht op de ontwikkeling van menselijke capaciteiten gedurende de levensloop, onderzoekt het de effecten van alternatieve sociale beleidsscenario's met verschillende configuraties van sociale diensten (ECEC, onderwijs en ALMP, langdurige zorg). SWINS conceptualiseert het rendement van sociale diensten in termen van inkomen, werkgelegenheid en groei, en vult kennislacunes op over hoe deze investeringen de macro-economische stabiliteit beïnvloeden en de prestaties van de EU op het gebied van duurzaamheid bevorderen. Door een op rechten gebaseerde benadering van sociale investeringen te implementeren, wil SWINS de heroverweging van sociale diensten als drijvende kracht achter de verschuiving van de EU naar duurzaam welzijn ondersteunen, en verder gaan dan hun rol als loutere bescherming tegen de neveneffecten van de overgang. De SWINS-methodologie is gebaseerd op drie belangrijke stappen: 1) de identificatie van macro-patronen, dat wil zeggen de relatie tussen investeringen in sociale diensten en geaggregeerde sociaal-economische prestaties, 2) analyse van de microfundamenten, dat wil zeggen de analyse van de mechanismen op microniveau die de macro-patronen verklaren, 3) macro- en langetermijnprojectie van de resultaten. SWINS zal gebruikmaken van verschillende methodologieën, zoals microsimulatieanalyse met behulp van het EUROMOD-platform en de uitbreidingen daarvan, synthetische causale analyse van vergelijkende microgegevens, technieken voor machinaal leren en macro-economische agentgebaseerde modellen. Door gebruik te maken van de expertise van een multidisciplinair consortium (rechten, economie, sociologie, politicologie) streeft SWINS expliciet naar impact door concrete strategieën voor te stellen om onderzoeksresultaten en -instrumenten te integreren in de institutionele, wettelijke en beleidskaders.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Marchal Sarah
- Co-promotor: Marx Ive
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BelHisFirm: lange-termijnbedrijfsdata voor de sociale wetenschappen.
Abstract
Digitale economische langetermijndata zijn vooral op macroniveau beschikbaar voor Vlaanderen en België. Nieuwe onderzoeksvragen vereisen evenwel microdata die enkel in gedrukte vorm beschikbaar zijn. Om de microdata over bedrijven in computerleesbare vorm ter beschikking te stellen, slaan onderzoeksgroepen van de universiteiten van Antwerpen en Gent de handen in elkaar. België heeft sinds 1873 een lange traditie van het publiceren van essentiële gegevens over bedrijven in de Bijlagen bij het Staatsblad. Daarnaast werden er indertijd uitstekende naslagwerken samengesteld ten behoeve van beleggers. In deze bronnen is een schat aan informatie over bedrijven terug te vinden: oprichtingsdatum, (opeenvolgende) bedrijfsnamen, adressen, namen (en adressen) van bestuurders en aandeelhouders, balansen en resultatenrekeningen, effectenportefeuilles, informatie over kapitaalsverhogingen, dividend- en interestbetalingen, relaties tussen bedrijven (deelname in kartels, (de)fusies, spin-offs, …). De onderzoeksinfrastructuur "BelHisFirm: lange-termijnbedrijfsdata voor de sociale wetenschappen" zal al deze microdata samenbrengen in een databank en tools voor de visualisatie en analyse van de data ter beschikking stellen van onderzoekers. BelHisFirm zal zo onder meer baanbrekend onderzoek naar langetermijnontwikkelingen in bedrijfsfinanciering, vermogensongelijkheid en de economische en financiële impact van de (de)kolonisatie mogelijk maken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Annaert Jan
- Co-promotor: Cassimon Danny
- Co-promotor: Deloof Marc
- Co-promotor: Gelderblom Oscar
- Co-promotor: Poukens Johan
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Technische ondersteuning voor de ontwikkeling en update van EUROMOD - België
Abstract
Dit project betreft de actualisering van de Belgische landencomponent voor EUROMOD. Het omvat de volgende taken: 1) Updaten van de inputdatabase op basis van de EU-SILC en HBS; 2) Documenteren en inbouwen van beleidssystemen in EUROMOD; 3) Documenteren, testen en valideren van het model; 4) Landenrapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De ontwikkeling van een nowcastingmethode voor de DG analyse & monitoring van de FOD Sociale Zekerheid.
Abstract
Het doel van deze studie 'Nowcasting BELMOD' is het uitwerken van een nowcastingmethode voor de BELMOD-dataset. Om het probleem van ontbrekende recente gegevens op te lossen, worden nowcastingmethoden steeds vaker gebruikt om het recente verleden, het heden of de nabije toekomst te analyseren. We zullen een parametrische methode gebruiken. Daarnaast zullen we een nowcastingaanpak voor het berekenen van een actuele armoedegrens uitwerken en testen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Marchal Sarah
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een cultuursociologie van duurzaam burgerschap: hoe verschillende sociale groepen duurzaam burgerschap interpreteren aan de hand van culturele repertoires.
Abstract
De huidige milieuproblematiek heeft een enorme invloed op de invulling van het begrip 'burgerschap'en de concrete rol die burgers hierbij spelen. Hoewel er een uitgebreid academisch debat bestaat omtrent de definiëring van duurzaam burgerschap, is er weinig empirisch onderzoek over de manier waarop sociale groepen hun rol interpreteren ten aanzien van milieuproblemen. In dit project wil ik duurzaam burgerschap onderzoeken vanuit een bottom-up perspectief door de sociale actor in het middelpunt te plaatsen. Ik zal een cultuursociologische lens toepassen om te onderzoeken welke culturele repertoires individuen gebruiken om met milieuproblemen om te gaan. Door culturele repertoires te definiëren als een combinatie van cognitieve frames en handelingsscripts, biedt dit concept een uitstekend kader om de inconsistente patronen die deel uitmaken van de constructie van duurzaam burgerschap, te definiëren. Het project doet beroep op zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethode om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag: 'Hoe construeren en interpreteren verschillende sociale groepen duurzaam burgerschap aan de hand van culturele repertoires?' De kwantitatieve fase onderzoekt en vergelijkt hoe verschillende sociale groepen zich voorhouden tot duurzaam burgerschap aan de hand van de data van de Eurobarometer 95.1 (2021). Kwalitatief onderzoek, gebaseerd op reflexieve dagboeken en interview data, zoekt naar genuanceerde verklaringen van de kwantitatieve observaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandermoere Frederic
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Verschraegen Gert
- Mandaathouder: Dallenes Hanne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het leven draait niet enkel om geld: op weg naar het gebruik van multidimensionale maatstaven van welzijn in de ex-ante analyse van sociaal beleid.
Abstract
Het gebruik van een innovatief type van sociale bijstand, conditionele cash transfer (CCT) programma's, is wijdverspreid in Latijns-Amerika en de rest van de wereld. Toch bestaat er discussie of ze al dan niet hun doelen bereiken, met betrekking tot het verminderen van armoede, zowel nu als in de toekomst. Daarnaast wordt zowel voor de evaluatie van CCT programma's als voor het identificeren van gerechtigden vaak gebruik gemaakt van unidimensionele maatstaven, ondanks het feit dat CCT programma's meerdere doelen hebben. Tegelijkertijd heeft de vraag of alternatieve ontwerpen van CCT programma's zouden kunnen leiden tot betere uitkomsten, relatief weinig aandacht gekregen. Tegen deze achtergrond, onderzoekt dit project wat de mogelijkheden en implicaties zijn van het gebruik van een multidimensioneel kader om CCTs te evalueren en gerechtigden te identificeren. We zullen de mogelijkheden van ex-ante microsimulatie analyses verrijken, door a) te bouwen op de informatie die ex-post impact evaluaties bieden en b) het koppelen van een multidimensionele maatstaf van welzijn aan een microsimulatiemodel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Mandaathouder: Panagamuwa Gamage Sakura
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een jobaanbod dat je niet zou mogen weigeren: naar een beter begrip van financiële werkprikkels en de transitie van uitkering naar werk.
Abstract
Moderne welvaartstaten worden geconfronteerd met een opmerkelijke paradox: ondanks de inspanningen om werklozen te activeren en werk lonend te maken, geraken vacatures moeilijk ingevuld en daalt het aantal jobloze huishoudens niet. Zelfs mensen die ogenschijnlijk voldoende werkprikkels zouden moeten hebben, lijken daar niet naar te handelen. Het verband tussen financiële prikkels en de overstap naar werk is dus minder sterk dan verondersteld. Tegen deze achtergrond stelt zich de vraag hoe accuraat en valide deze modellen zijn, gezien ze nog steeds gebaseerd worden op de klassieke opvatting dat werk moet lonen. Het zou dus best goed kunnen dat de huidige modellering gebrekkig is en niet de volledige realiteit weergeeft. Concreet zal dit project de transities naar werk onderzoeken, met bijzondere aandacht voor de huishoudens met een lage arbeidsintensiteit in de marge van de arbeidsmarkt. Het doel is om 1) interacties bloot te leggen tussen arbeidstrajecten, individuele en familiale kenmerken, werkverleden en het belasting- en uitkeringsstelsel; 2) de modellering van financiële werkprikkels te vernieuwen; en 3) na te gaan in welke mate de ge(re-)modelleerde prikkels daadwerkelijk samenhangen met de overgang naar werk. Zo zal het onderzoeksplan ons in staat stellen om 1) tekortkomingen in vorig onderzoek aan te kaarten, wat van cruciaal belang is voor de kennis omtrent de mechanismen ten grondslag van de teleurstellende arbeidsmarktresultaten; en 2) het beleid te optimaliseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Mandaathouder: Aerts Elise
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een contextuele benadering van de groene kloof: Publieke bezorgdheden, energievoorkeuren, en energieconsumptie in Europa.
Abstract
Dit project is gericht op twee thema's: (i) de samenhangende problemen van klimaatverandering en energieonzekerheid, en (ii) de complexe relaties tussen milieubewustzijn en milieuvriendelijk gedrag. Het eerste thema heeft betrekking op de vraag hoe Europese burgers de problemen van klimaatverandering en energieonzekerheid percipiëren. Het tweede thema heeft betrekking op de vraag of en hoe de bezorgdheid over klimaatverandering en energieonzekerheid zich vertaalt in meer duurzame energievoorkeuren alsook in een duurzamer energieverbruik. Om deze kernvragen te beantwoorden wordt in dit project een nieuwe combinatie van data voorgesteld op basis van de module 'Public Attitudes to Climate Change' van de achtste golf van de European Social Survey en gegevens uit de Household Budget Surveys. Op die manier wil dit interdisciplinair project een hoognodig sociaalwetenschappelijk perspectief bieden op de relaties tussen energieonzekerheid en klimaatverandering. Daarbij wordt (i) een sociologisch en een socio-economisch perspectief gecombineerd en (ii) een micro- en een macro-benadering geïntegreerd bij het zoeken naar synergieën en trade-offs tussen het beleid inzake klimaatverandering en energie(on)zekerheid in Europa.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandermoere Frederic
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Mandaathouder: Dallenes Hanne
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
The PARADox of BElgian Inequality Studies: Belgium less unequal than others? (BE-PARADIS)
Abstract
Inequality and poverty are high on the agenda of researchers, politicians, and international institutions, and fuel the public discussion at large. The IMF has labelled inequality as the 'defining challenge' of our time because it signals a lack of income mobility and opportunity, and because it has important consequences for growth and macroeconomic stability, and carries a risk of concentrating decision making in the hands of a few. In the last fifteen years also the OECD has gathered 'a significant body of evidence on the increased inequalities of income and opportunities in many countries', and concludes that inequality is 'bad and getting worse' (OECD 2018). In this proposal we start from two observations. First, and curiously enough, most existing statistics for Belgium tell a different story. Based on survey data, Horemans et al. (2011) and Van Rie and Marx (2014) conclude that the Belgian income inequality remained fairly stable between 1985 and the late 2000s. Also the OECD‐report cited above, reports a minor change in the Gini from 0.257 in 1983 to 0.264 in 2011, and even a slight decline since 2004. Similarly, Decoster et al. (2017) could not find evidence that the top incomes in Belgium have benefitted disproportionally from the economic growth since the nineties. Furthermore, the Belgian at‐risk‐of‐poverty rate has remained stable during the last decades. These findings not only stand in sharp contrast with the conclusions for many other countries; they also seem to contradict the widespread perception that inequality, poverty, material deprivation, and insecurity are on the rise. Understanding this 'paradox' is one of the central objectives of our project (and explains the project acronym). Second, Belgium remains notoriously absent from a rapidly expanding track in empirical research, which describes and analyses distributional information in a standard which emulates the framework of national accounts. This new standard is known as DIstributional National Accounts (DINA), and is essentially an extension of the methods proposed by Kuznets, who combined, in a pioneering effort, national income series (macro‐data) with income tax data (micro‐data). Recently, the upgrade of national accounts to incorporate distributional information has been initiated by the late Tony Before completing, please read carefully the instructions in the information file Call 2019 BRAIN‐be 2.0 Call 2019 'National thematic Project': BE‐PARADIS 2 Atkinson, and further developed by a scholars such as Thomas Piketty and Emmanuel Saez. In early 2018, their team at the Paris School of Economics launched the World Wealth and Income Database, which gives access to data about inequality and other macroeconomic indicators for many countries. Unfortunately, Belgium is missing from this dataset. In this project we will investigate the paradox and bring Belgium to the frontier of international research on inequality by renewed, profound, and critical inquiry of existing and fresh data, concepts, and methods.Onderzoeker(s)
- Promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Basisinkomen in België (BABEL).
Abstract
Het BABEL-project is erop gericht de kloof tussen bewering en werkelijkheid met betrekking tot BI-resultaten te verkleinen. Het project heeft verschillende doelstellingen. Ten eerste wil het de werkelijke effecten van BI op het arbeidsaanbod onderzoeken. Daartoe wordt een quasi-experimentele benadering toegepast waarbij we administratieve gegevens gebruiken om de arbeidsaanbodeffecten van BI te schatten op basis van wat het dichtst in de buurt komt van een reële situatie van het basisinkomen: de Belgische Win-for-Life loterij. Ten tweede, om de potentiële resultaten van het BI en de verschillende beleidsversies te meten, wordt een uitgebreide microsimulatie uitgevoerd om de eerste orde inkomensverdeling en budgettaire effecten van een reeks BI-voorstellen en hun effect op werkprikkels in België. Ten derde beoogt het project, door het uitvoeren van factorial vignet experimenten, een dieper inzicht te krijgen in de publieke steun voor de invoering van een aantal basisinkomensregelingen in België, en of en in welke mate de publieke steun van het basisinkomen afhangt van de resultaten, financiering en implementatiedetails. Ten vierde zal BABEL de nodige aandacht besteden aandacht besteden aan de uitvoering in de praktijk en de technische en administratieve haalbaarheid van een selectie van beleidsvoorstellen en het zal nagaan in welke mate politieke partijen en sociale partners als poortwachters in de Belgische welvaartsstaat bereid zijn om de implementatie van deze regelingen te ondersteunen. Ten slotte zal het project een blauwdruk van trajecten voor beleidsvoorstellen inzake het basisinkomen die (1) waarschijnlijk voldoende steun zullen krijgen van het publiek en door de sociale partners; (2) leiden tot betere resultaten in termen van sociale bescherming en werkprikkels; en (3) kunnen inspireren tot een kunnen inspireren tot een haalbare welzijnshervorming in België. Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Doelgroepanalyse inkomensselectiviteit.
Abstract
In het regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024 staat vermeld dat men de ambitie heeft om bij de toekenning van sociale maatregelen af te stappen van categoriale selectiviteit op basis van sociale statuten en over te schakelen op toekenning op basis van inkomensselectiviteit. Dit heeft ook betrekking op de beleidsmaatregelen binnen het domein van energie. Bij de premies voor renovatie en de premies van de netbeheerder voor energetische investeringen wordt er reeds gewerkt met inkomenscategorieën. Bij de maatregelen binnen het sociaal energiebeleid zijn er momenteel nog categoriale selectiecriteria van toepassing. Ter voorbereiding van de overstap naar inkomensselectiviteit bij deze maatregelen is het belangrijk om zicht te hebben op welke overlap er is tussen de gerechtigden bij de huidige categoriale selectiviteit en de gerechtigden bij inkomensselectiviteit. In dit onderzoeksproject wordt een raming opgesteld van het aandeel van de Vlaamse bevolking dat wordt gevat via de categoriale selectiecriteria, zowel voor de totale bevolking betreft als voor de verschillende inkomensdecielen. We gaan na welk aandeel van de bevolking wordt gevat via de inkomenscriteria en hoe groot de overlap is tussen beide criteria.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gezinsfiscaliteit en Gezinsbijslag.
Abstract
De overheid voorziet verschillende maatregelen om gezinnen met kinderen financieel te ondersteunen. Dergelijke maatregelen voor gezinnen in Vlaanderen zijn verdeeld over verschillende beleidsdomeinen en over verschillende beleidsniveaus. De belangrijkste maatregelen zijn enerzijds te vinden in de personenbelasting in de vorm van fiscale voordelen en anderzijds bij de sociale uitkeringen in de vorm van gezinsbijslagen. In de (federale) personenbelasting (domein financiën) zijn de belangrijkste maatregelen de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste, de extra verhoging van de belastingvrije som voor alleenstaanden met één of meerdere kinderen ten laste en het terugbetaalbaar belastingkrediet voor kinderen ten laste. Op Vlaams niveau is er het Groeipakket dat valt onder het beleidsdomein welzijn, volksgezondheid en gezin. Met het oog op eventuele toekomstige bevoegdheidsverdelingen zal in dit project worden nagegaan welke optimalisatie er mogelijk is tussen beide vormen van ondersteuning.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Progressieve tewerkstelling in andere uitkeringsstelsels? Verkennend onderzoek naar de opportuniteiten en valkuilen.
Abstract
Via progressieve tewerkstelling is het voor arbeidsongeschikte werknemers aantrekkelijk gemaakt om tijdens of na een periode van ziekte of afwezigheid opnieuw aan het werk te gaan. Deze tewerkstelling maakt het namelijk mogelijk dat, wanneer het werk aangepast moet worden, of wanneer het werk slechts deels hervat kan worden, de uitkering van het ziekenfonds (gedeeltelijk) kan gecombineerd worden met een loon voor de gepresteerde arbeid. Ook voor andere uitkeringstrekkers en inactieven kunnen er drempels zijn die ervoor zorgen dat ze niet participeren op de arbeidsmarkt. In dit onderzoeksproject gaan we na welke werkloosheids- en inactiviteitsvallen er zijn voor uitkeringstrekkers en inactieven in Vlaanderen. We gaan na wat de financiële impact zou zijn van een systeem van progressieve werkhervatting voor langdurig werklozen en niet-beroepsactieven en hoe het bestaande systeem kan verbeterd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Op het kruispunt van sociale ongelijkheid en transitiebeleid. Een empirisch onderzoek naar het effect van klimaatbeleid in België op armoede en ongelijkheid.
Abstract
In dit onderzoeksproject analyseren we het effect op ongelijkheid en armoede van fiscaal beleid dat erop gericht is onze samenleving koolstofneutraal te maken (verder aangeduid als 'koolstofneutraal beleid'). Hoe kan dit beleid zo worden ontworpen dat de armen er tenminste niet op achteruit gaan en/of zelfs hun levensstandaard kunnen verbeteren? Het project richt zich op België als verkennende case en op een selectie van beleidsmaatregelen. Dit betekent dat we voor België een ecologisch uitgebreide versie van het microsimulatiemodel Euromod zullen ontwikkelen om de verdelings¬effecten van beleidsmixen op het gebied van de rechtvaardige overgang te onderzoeken. We selecteren voor dit project een empirische analyse van beleid dat gericht is op huisvestingsenergie en dat streeft naar een snelle overgang naar hernieuwbare energiebronnen. Woonenergie is een belangrijke bron van emissies, vooral voor arme huishoudens. Zoals momenteel blijkt uit de energiecrisis door de oorlog in Oekraïne, zijn deze huishoudens bijzonder kwetsbaar voor plotselinge stijgingen van de energieprijzen als er geen beleidsmaatregelen worden genomen en hebben zij wellicht niet de middelen om te investeren in koolstofneutrale technologieën; hierdoor dreigen arme huishoudens op langere termijn vast te komen zitten in koolstofrijke en dure energiebronnen. Beleid dat sociale en ecologische doelstellingen combineert, kan een dubbel dividend opleveren, en dit project wil duidelijk maken hoe dat kan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Update van EUROMOD/HFCS input data/systemen
Abstract
De Household Finance and Consumption Survey (HFCS) data kunnen gebruikt worden als input data set voor het Europese microsimulatiemodel EUROMOD. In dit project voorzien we een update van HFCS data voor Luxemburg als input data set voor EUROMOD. Ook de relevante policy systemen worden geupdated en ontwikkeld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Kuypers Sarah
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie COVIVAT (tweede consortium overeenkomst).
Abstract
COVIVAT heeft als doel de sociale gevolgen van de verspreiding van het coronavirus voor de inkomens van de Belgische gezinnen in kaart te brengen, en wetenschappelijke inzichten te genereren die het sociaal-economische beleid kunnen ondersteunen om de sociale gevolgen van de coronacrisis te beperken, en die het post-coronabeleid mee vorm kunnen geven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marchal Sarah
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van de sociale situatie en evolutie in het kader van de sociale doelstellingen en prioriteiten van het Nationaal Hervormingsprogramma en het Nationaal Sociaal Rapport.
Abstract
Dit project draagt bij aan de verdieping en uitbreiding van de jaarlijkse rapporten over de evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België. Deze rapporten zijn een belangrijk instrument om de informatie die de sociale indicatoren bevatten te ontsluiten. In het bijzonder zal de rapportering worden verbreed met een uitbreiding van het instrumentarium; het gebruik van beleidsindicatoren om meer tijdige informatie te kunnen gebruiken, ook in het kader van de COVID crisis, een inbedding in de nationale en internationale literatuur en een identificatie van sleuteluitdagingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Marchal Sarah
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie COVIVAT.
Abstract
Het COVIVAT consortium is een samenwerking tussen drie onderzoeksgroepen van de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Antwerpen. Het consortium heeft als doel de sociale gevolgen van de verspreiding van het coronavirus voor de inkomens van de Belgische gezinnen in kaart te brengen, en wetenschappelijke inzichten te genereren die het sociaal-economische beleid kunnen ondersteunen om de sociale gevolgen van de coronacrisis te beperken, en die het post-coronabeleid mee vorm kunnen geven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een COVID-19 exit strategie met minimale impact of sociaal vlak: schattingen en scenario's op korte en middellange termijn.
Abstract
In dit project genereren we data op korte termijn om de impact van verschillende exitstrategieën op de gezinsinkomens en armoede te monitoren. Hoewel de macro-economische impact van de lockdownmaatregelen op de Belgische economie ongekend is, zijn er momenteel geen gegevens beschikbaar om de impact van COVID-19 op armoede in te schatten. Dit gebrek aan data maakt het moeilijk om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren beschermd zijn bij een herstart van de economie, en om te vermijden dat de armoede stijgt bij een nieuwe opflakkering van de pandemie. Wij maken gebruik van microsimulatiemodellen en nowcasting technieken om op basis van surveydata op korte termijn (1) de verdelingsimpact van de economische schok in te schatten; (2) na te gaan of de maatregelen die genomen zijn om inkomensverlies te vermijden wel effectief zijn; en (3) om empirisch onderbouwde exit strategieën mogelijk te maken door de armoede-impact van verschillende beleidsscenario's te simuleren. Op middellange termijn integreren we (1) macro-economische scenario's over economisch herstel en werkloosheid om langetermijnprognoses te maken van de gevolgen voor de inkomens van huishoudens en armoede van diverse strategieën; en (2) kalibreren we onze simulatiemodellen met grootschalige administratieve data zodat een accurate beleidsreactie mogelijk wordt bij een heropleving van de pandemie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Technische ondersteuning ontwikkeling en update EUROMOD België jaar 2020
Abstract
Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC; 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD; 3) validering en opname in EUROMOD; 4) Landenrapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijk onderzoek naar een Vlaamse indicatorenset om omgevingsfactoren en beleidsevaluatie inzake armoede te meten (VISA).
Abstract
Met VISA beogen we een set van wetenschappelijk gevalideerde en robuuste beleids- en uitkomstindicatoren uit te werken om het beleid in Vlaanderen en de gevolgen ervan voor de armoede en de sociale uitsluiting in het algemeen en de kinderarmoede in het bijzonder statistisch meetbaar te maken. We zullen ook modellen ontwikkelen die toelaten om voor Vlaanderen een directe link te leggen tussen beleids- en uitkomstindicatoren. Tegelijk zullen we, als stap naar de verdere verfijning van VISA in een verdere toekomst, ook haalbaarheidsstudies uitvoeren naar de ontwikkeling van innovatieve indicatoren, meer bepaald wat betreft a) het effectieve gebruik van Vlaamse sociale rechten (non take up) en b) de effecten van beleid op de armoede bij kinderen met een handicap. We zullen tenslotte aanbevelingen formuleren met betrekking tot het gebruik en de verdere ontwikkeling van de data die nodig zijn om de VISA-indicatoren in de toekomst te onderhouden en verder te ontwikkelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Marchal Sarah
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Storms Berenice M L
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijk onderzoek naar een uniform inkomensbegrip en gezinsbegrip in Vlaanderen.
Abstract
Vlaanderen kent een verscheidenheid aan sociale maatregelen die gericht zijn op het versterken van de inkomenssituatie van maatschappelijk kwetsbare groepen. Deze maatregelen zijn echter versnipperd over verschillende beleidsdomeinen en administraties heen, die elk hun eigen toegangscriteria en voorwaarden bepalen en toepassen.Echter, om ondergebruik tegen te gaan en vooruitgang te boeken op het vlak van armoedebestrijding, is er nood aan (1) duidelijke definities en omschrijvingen van de verschillende inkomens- en gezinsbegrippen die worden toegepast binnen de sociale maatregelen, en aan (2) wetenschappelijk onderbouwde voorstellen om deze inkomens- en gezinsbegrippen waar mogelijk en wenselijk te harmoniseren en een geïntegreerd beleid mogelijk te maken. Met dit onderzoeksvoorstel beogen we aan deze noden tegemoet te komen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderhoud EUROMOD tax-benefit model en voorbereiding transfer naar Europese Commissie
Abstract
Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC; 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD; 3) validering en opname in EUROMOD; 4) Landenrapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse financiële tax expenditures
Abstract
Het doel van dit project is om de reikwijdte van het EUROMOD model te verbreden om de analyse mogelijk te maken van tax expenditures voor 11 Europese landen. Tax expenditures kunnen verschillende vormen aannemen, bv. aftrekken, vrijstellingen, kredieten, aparte tarieven enz. Deze tax expenditures zijn toegenomen over de laatste decennia en doen vragen oproepen met betrekking tot hun nadelig effect op het overheidsbudget (OECD, 2010). Tax expenditures worden gebruikt in verschillende beleidsdomeinen; de focus ligt hier op die betrekking hebben op investeringsactiviteiten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Kuypers Sarah
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BELMOD.
Abstract
Het doel van dit project is tweeledig: 1. het moderniseren van MIMOSIS, d.i. het huidige microsimulatie model van de Belgische sociale zekerheidsadministratie (FOD Sociale Zekerheid), om samenwerkingsmogelijkheden en kennisuitwisseling te bevorderen tussen de belangrijkste actoren op het vlak van statische microsimulatie binnen België en Europa door integratie in EUROMOD. 2. het verbeteren van toegankelijkheid van sociale bescherming in België. Het nieuwe microsimulatiemodel zal gebruikt worden om hervormingen uit te werken en te ondersteunen op het vlak van toekenning van sociale rechten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderhoud van EUROMOD microsimulatie model en voorbereiding van transfer naar de Europese Commissie
Abstract
Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) Landenrapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Tax shift binnen de Vlaamse woonfiscaliteit.
Abstract
De zesde staatshervorming heeft gezorgd voor een bijkomende bevoegdheidsoverdracht van delen van de personenbelasting naar Vlaanderen, en meer in het bijzonder met betrekking tot de woonfiscaliteit. Dit maakt het mogelijk voor Vlaanderen om een meer geïntegreerd beleid inzake woonfiscaliteit te voeren. Zo behoort een tax shift tussen de verschillende instrumenten van de woonfiscaliteit (registratierechten, onroerende voorheffing, woonbonus) tot de mogelijkheden. Het doel van dit onderzoek is om zowel de economische en budgettaire als de juridische aspecten van een dergelijke Vlaamse tax shift binnen de woonfiscaliteit in kaart te brengen. We vertrekken van een centraal scenario, waarvan ook verscheidene varianten gesimuleerd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Peeters Bruno
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Update en uitbreiding van ontwikkeling model EUROMOD Vermogensbelasting.
Abstract
Vermogensbelasting wordt naar voren geschoven als een manier om de inkomensongelijkheid te verminderen, die de afgelopen decennia in veel landen is toegenomen. Nieuwe huishoudenquêtes, zoals het Eurosysteem Household Finance and Consumption Survey (HFCS), ontwikkeld door de Europese Centrale Bank Eurosystem vormen een mijlpaal voor dit soort onderzoek. De HFCS data bevatten echter enkel bruto inkomensgegevens, terwijl voor de analyses van de verdeling van inkomen en vermogen informatie nodig is over het beschikbaar netto inkomen. Als men de gevolgen van een vermogensbelasting en (budget neutrale) hervormingen op dit domein wil simuleren heeft men een microsimulatiemodel nodig is. Om verschillende landen te kunnen onderzoeken iopn een vergelijkbare wijze is een microsimulatiemodel als EUROMOD het meest geschikt. EUROMOD is een statisch model dat de maatregelen van de directe belastingen, sociale premies, uitkeringen en inkomens markt berekent in een vergelijkbare manier in alle EU-landen. Het doel van dit project is om het EUROMOD model up te daten en uit te breiden voor een selectie van EU-landen met beleidsregels om vermogensbelasting te simuleren op basis van de HFCS gegevens. Dit maakt het mogelijk om de beleidsdomeinen in EUROMOD uit te breiden met dimensies zoals vermogensbelasting, die recent veel aandacht krijgen, zowel onder academici als in het publieke debat.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geïntegreerde onderzoeksinfrastructuur voor Europese expertise met betrekking tot inclusieve groei: van data tot beleid (InGRID-2)
Abstract
In het InGRID-2 project coördineert het Centrum voor Sociaal Beleid - Herman Deleeck (CSB) de 'Special Interest Group' van het EU Reference Budgets Network; organiseert het EUROMOD cursussen en een Experten workshop over de kost en toegankelijkheid van publieke goederen en diensten. Daarnaast nemen we deel aan verschillende 'joint research activities' over (1) de verdelingsimpact van sociaal en fiscaal beleid, rekening houdend met vermogen; (2) het meten van de kostprijs en toegankelijkheid voor huishoudens van kinderopvang en onderwijs; (3) coverage en non-take up van uitkeringen. Daarnaast neemt het CSB deel aan het uitwisselingsprogramma voor onderzoekers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EUROMOD jaar 8 subcontract - Onderhoud van EUROMOD microsimulatie model en voorbereiding van transfer naar de Europese Commissie
Abstract
Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) Landenrapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Feit en fictie rondom het basisinkomen.
Abstract
Er wordt heel wat gezegd en geschreven over het basisinkomen, in Nederland en elders in de wereld. Zowel in academische kringen als in diverse maatschappelijke fora woedt het debat. Dat gaat deels over principes. Tegelijkertijd en misschien wel vooral wordt het geanimeerd door de feitelijke claims die zowel voor- als tegenstanders van het basisinkomen maken. Die staan vaak diametraal tegenover elkaar. Volgens de enen zou een basisinkomen een katalysator zijn voor economische groei. Het zou de ondernemingszin vergroten. Mensen zullen innovatief en creatief zijn omdat ze basisinkomenszekerheid hebben. Tegenstanders vrezen dan weer sterk negatieve effecten. Wie zou nog gaan werken? Wie zou nog de minder leuke baantjes willen doen? Je zou ook de meest getalenteerde, de meest hardwerkende mensen hoog moeten belasten om een behoorlijk basisinkomen te kunnen financieren. Dit rapport brengt de wetenschappelijke evidentie samen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Van Lancker Wim
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een betere arbeidsmarktpositie voor mensen met een migratieachtergrond (IMMIGBEL).
Abstract
Context België is een immigratieland. Eerste generatie migranten zijn verantwoordelijk voor meer dan 15 procent van de arbeidskrachten en voor meer dan 50 procent van de groei van de arbeidskrachten. Nergens in de EU15, echter, is de kloof tussen de migranten en autochtonen zo groot. De armoedecijfers van de eerste generatie migranten zijn van de ergste in de EU15. In geen andere EU-landen zijn de eerste generatie-migranten zo sterk oververtegenwoordigd in de minimum inkomensbescherming. Hoewel we weten dat de werkgelegenheid van mensen met een migratieachtergrond achterop hinkt, weten we minder over de oorzaken daarvan. Dit project beoogt longitudinale data te gebruiken, die tot 18 jaar bestrijken, om de arbeidsmarkttrajecten van immigranten op individueel, huishouden en bedrijfsniveau te onderzoeken. Algemene doelstellingen en onderliggende onderzoeksvragen Door rijke administratieve gegevens en enquêtes te koppelen, streven we naar een grondig inzicht in de complexe dynamiek van de sociaaleconomische trajecten van mensen met een migratieachtergrond. Met geavanceerde longitudinale analyses hopen we nieuwe inzichten te verwerven over de socio-economische positie van mensen met een migratieachtergrond. Individueel niveau Op het individuele niveau streven we naar een beter begrip van de werkgelegenheidstrajecten van mensen met een migratieachtergrond vanuit een individueel perspectief. De trajecten die de eerste generatie migranten volgen, weerspiegelen de wisselwerking tussen kansen en belemmeringen waar mensen met een migratieachtergrond mee te maken krijgen alsook hun eigen strategische reacties. Door administratieve gegevens en surveys te koppelen, kunnen we grootschalige data gebruiken om de arbeidsmarkttrajecten van mensen met een migratieachtergrond in kaart te brengen. Onze bijdrage ligt in het feit dat we gedetailleerd en voor een relatief lange periode de rol van determinanten zoals origine, migratiegeschiedenis, gender, leeftijd, huishoudkenmerken op de arbeidsmarkttrajecten van mensen met een migratieachtergrond analyseren. Het niveau van het huishouden Op het niveau van het huishouden bestuderen we de arbeidsmarkttrajecten in relatie tot gezinsvorming - met bijzondere aandacht voor het gebruik van werk-gezinsbeleid. We gebruiken longitudinale microdata van het Rijksregister en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid om de trajecten van arbeidsmarktdeelname en de opname van werk-gezinsbeleid door migranten en autochtone ouders tussen 2000 en 2014 te documenteren. Daarnaast bestuderen we in welke mate verschillen tussen ouders met en zonder een migratieachtergrond kunnen worden verklaard door verschillen in werkgelegenheid en inkomensposities voor de geboorte van een kind. Naast de beschikbaarheid van unieke microdata, vormt België ook een interessante case aangezien het land enerzijds een voortrekkersrol vervult in de ontwikkeling van werk-gezinsbeleid zoals formele kinderopvang en gesubsidieerde uitbesteding van huishoudelijk werk, maar anderzijds ook de grootste arbeidsmarktverschillen tussen migranten en autochtonen kent. Het bedrijfsniveau Tenslotte analyseert ons project arbeidsmarktprestaties door de lens van de Belgische bedrijven waarin immigranten werken. Het doel van het werkpakket ULB / MONS is het longitudinale panel van Belgische firma's en hun werknemers te gebruiken om verschillende aspecten betreffende de aanwezigheid van migranten te verhelderen die tot nu toe niet bestudeerd werden, namelijk: 1) de rol van concurrentie van de productmarkt in loondiscriminatie tegen immigranten; 2) de incidentie en determinanten van over-opleiding onder immigranten; (3) de effecten van de mismatch van opleiding en vaardigheden op autochtone en werknemers met een migratieachtergrond; 4) de gevolgen van over-kwalificatie in termen van productiviteit, lonen en winsten naar de herkomst van werknemers; 5) de beleidsimplicaties van het verzamelde bewijsmateriaal op al deze kwesties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Cycli van Zorg en Inkomensherverdeling in het leven van Europeanen (CIRCLE).
Abstract
Het doel van dit project is om nieuw internationaal vergelijkend empirisch materiaal te verstrekken over de impact van de interactie tussen economische en demografische veranderingen en het welvaartssysteem op de verdeling van middelen, rechten en verantwoordelijkheden tussen generaties. De analyses hebben betrekking op 1) een evaluatie van de intergenerationele herverdeling van middelen naar ouderen via de belangrijkste pay-as-you-go systemen in Europese welvaartsstaten; 2) een onderzoek naar de informele intra-huishoud-mechanismes inzake de verzekering tegen inkomens en zorgrisico's in Europese Ianden in het laatste decennium; 3) een studie van de percepties en kennis van individuen over de belangrijkste welvaartsvoorzieningen en hun belang voor intergenerationele verhoudingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het fijnstellen van een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering door middel van standaardsimulaties.
Abstract
Arbeidsongeschikten die in België terugkeren naar de arbeidsmarkt worden vaak geconfronteerd met een inactiviteitsval, dit wil zeggen dat het netto inkomen uit werk niet of nauwelijks hoger ligt dan het netto inkomen bij inactiviteit. Het doel van dit project is alternatieve systemen voor de re-integratie van arbeidsongeschikten op de arbeidsmarkt te formuleren waarbij een inactiviteitsval vermeden wordt. Aan de hand van standaardsimulaties zullen verschillende scenario's voor een gedeeltelijk behoud van de arbeidsongeschiktheidsuitkering gesimuleerd worden. Voor deze simulaties maken we gebruik van MOTYFF (http://www.flemosi.be/easycms/MOTYFF).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Mechelen Natascha
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EUROMODupdate3Year1 subcontract - Microsimulation tool
Abstract
Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) LandenrapportOnderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Armoedebestrijding door het verbeteren van de opname van sociale maatregelen door huishoudens en bedrijven (TAKE).
Abstract
Het TAKE-project onderzoekt de non-take up (NTU) van Belgische overheidsvoorzieningen. Dit onderzoeksproject wil empirische evidentie aanleveren aangaande drie dimensies van NTU: hoe groot is het probleem van NTU, welke factoren liggen aan de grondslag ervan, en hoe kunnen we het beleid aanpassen om NTU tegen te gaan? Daarnaast zullen we de gevolgen van NTU in termen van publieke uitgaven, armoede en sociale ongelijkheid in kaart brengen, en gaan we op zoek naar voorbeeldpraktijken inzake het monitoren en opvolgen van NTU door overheidsadministraties. Een breed spectrum van overheidsvoorzieningen wordt onderzocht. Centraal in het TAKE project staan gezinnen met een laag inkomen. We onderzoeken de NTU van diverse publieke voorzieningen en diensten die tot doel hebben de levensstandaard van deze gezinnen te verbeteren: bijstandsuitkeringen (het leefloon en de inkomensgarantie voor ouderen), kostencompenserende maatregelen (bv. de verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidskosten, de sociale tarieven voor gas en elektriciteit), sociale dienstverlening (bv. schuldbemiddeling of arbeidsmarktbegeleiding), en loonsubsidies voor werkgevers van laaggeschoolde arbeidskrachten. Op methodologisch vlak zal het TAKE project gebruik maken van verschillende databronnen en innovatieve onderzoeksmethoden. Ten eerste zal een specifieke bevraging georganiseerd worden bij een steekproef van lage inkomensgezinnen in België. Deze bevraging heeft tot doel de omvang, kenmerken, oorzaken én gevolgen van NTU van overheidsvoorzieningen in kaart te brengen, met name van voorzieningen die levenstandaard van lage inkomensgroepen willen verbeteren. De steekproef zal getrokken worden op basis van administratieve gegevens van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. Ten tweede, om de omvang NTU te meten is een microsimulatiemodel nodig dat op basis van surveygegevens nagaat wie recht heeft op welke voorzieningen. Daartoe zal het bestaande statische simulatiemodel MEFISTO uitgebreid en verfijnd worden. MEFISTO werd ontwikkeld in het kader van het IWT-SBO project 'FLEMOSI: a tool for ex ante evaluation of socio-economic policies in Flanders' (2010-2013) (http://www.flemosi.be/easycms/MEFISTO). De aangepaste versie van MEFISTO zal ons toelaten om NTU te identificeren en kwantificeren, om zo de kenmerken, determinanten en gevolgen van NTU in kaart te kunnen brengen. Vervolgens zal MEFISTO ingezet worden om de impact van beleidswijzigingen op NTU na te gaan (bv veranderingen in de toegankelijkheidsvoorwaarden). Ten derde, in het kader van het TAKE project zal een experiment opgezet worden om het effect van diverse impulsen en aanmoedigingen op NTU te meten, met name van de verhoogde tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering (VT). Ten vierde, in het kader van het TAKE-project wordt een databestand ontwikkeld met gedetailleerde beschrijving van de toegankelijkheidsvoorwaarden van de onderzochte maatregelen en de wijze waarop ze geïmplementeerd (werktitel: TAKE-ISSOC). Het doel is een gebruiksvriendelijk bestand op te stellen waarin externe gebruikers gemakkelijk en op gestructureerde wijze informatie kunnen opzoeken. Ten vijfde, TAKE zal bestaande administratieve data gebruiken om de NTU van loonsubsidies voor werkgevers van laagopgeleide werknemers en andere kwetsbare groepen te onderzoeken gedurende de periode 2004-2013. Dit onderzoeksluik zal gebaseerd zijn op longitudinale administratieve gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Ten zesde, de bestaande tweejaarlijkse enquête naar de administratieve lasten bij ondernemingen en zelfstandigen zal ingezet worden om de oorzaken van de NTU van loonsubsidies beter te begrijpen. In het kader van TAKE zal waardevolle informatie verzameld worden over de NTU van loonsubsidies door een specifiek luik met vragen over het gebruik van loonsubsidies op te nemen in deze enquête.Onderzoeker(s)
- Promotor: Goedemé Tim
- Promotor: Van Mechelen Natascha
- Co-promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Mortelmans Dimitri
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Vergauwen Jorik
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Harmonisatie en integratie van data in het EUROMOD model voor onderzoek naar vermogensbelasting.
Abstract
Vermogensbelasting wordt naar voren geschoven als een manier om de inkomensongelijkheid te verminderen, die de afgelopen decennia in veel landen is toegenomen. Nieuwe huishoudenquêtes, zoals het Eurosysteem Household Finance and Consumption Survey (HFCS), ontwikkeld door de Europese Centrale Bank Eurosystem vormen een mijlpaal voor dit soort onderzoek. De HFCS data bevatten echter enkel bruto inkomensgegevens, terwijl voor de analyses van de verdeling van inkomen en vermogen informatie nodig is over het beschikbaar netto inkomen. Als men de gevolgen van een vermogensbelasting en (budget neutrale) hervormingen op dit domein wil simuleren heeft men een microsimulatiemodel nodig is. Om verschillende landen te kunnen onderzoeken iopn een vergelijkbare wijze is een microsimulatiemodel als EUROMOD het meest geschikt. EUROMOD is een statisch model dat de maatregelen van de directe belastingen, sociale premies, uitkeringen en inkomens markt berekent in een vergelijkbare manier in alle EU-landen. Het doel van dit project is om het EUROMOD model uit te breiden voor een selectie van EU-landen met beleidsregels om vermogensbelasting te simuleren op een op maat gemaakte databank. Dit maakt het mogelijk om de beleidsdomeinen in EUROMOD uit te breiden met dimensies zoals vermogensbelasting, die recent veel aandacht krijgen, zowel onder academici als in het publieke debat.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verzoening van de ecologische en sociale doelen in de transitie naar een koolstofarme maatschappij (SUSPENS).
Abstract
Zowel op Belgisch als op Europees niveau wordt de overgang naar een koolstofarme samenleving beschouwd als een belangrijk beleidsvraagstuk. In dit project situeren we ons in het kader van duurzame ontwikkeling om bij te dragen aan het debat over de wijze waarop de overgang naar een koolstofarme samenleving kan worden bereikt samen met de verzoening van ecologische en sociale doelstellingen. Zoals blijkt uit studies voor andere landen, creëren de traditionele beleidsinstrumenten vaak trade-offs tussen de verschillende doelen van duurzame ontwikkeling. De aanpak van deze trade-offs - evenals hun vertaling in de ongelijkheid tussen sociaal-economische groepen - vereist een grondige kennis van het verband tussen inkomen, consumptie en uitstoot van broeikasgassen op het niveau van de huishoudens. Daarom onderzoeken we in dit project de onderlinge verbanden en ongelijkheden die werken op huishoudniveau. We onderzoeken hoe het beleid sociale en ecologische doelstellingen kan verzoenen in de transitie naar een koolstofarme samenleving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Goedemé Tim
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een empirisch onderzoek naar de betaalbaarheid en wenselijkheid van hervormingen in de toekomstige Vlaamse kinderbijslag: uitwerken en simuleren van mogelijke en haalbare scenario's.
Abstract
De doelstelling van het onderzoeksproject is tweeledig: 1) het uitwerken, valideren en evalueren van hervormingsvoorstellen van de kinderbijslag op Vlaams niveau; en 2) het in kaart brengen van de uitkomsten en knelpunten van het implementeren van een inkomenstoets (gerelateerd aan de gezinsgrootte) in de kinderbijslag op Vlaams niveau.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Lancker Wim
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
(Sociale verschillen in) arbeidsmarktpositie en arbeidsmarkttrajecten van (ex-) kankerpatiënten in België: een grootschalige, longitudinale analyse gebaseerd op administratieve databestanden.
Abstract
Dit onderzoeksproject heeft twee doelstellingen. Ten eerste beschrijven we de arbeidsmarktpositie van kankerpatiënten in België bij de diagnose, de arbeidsmarkttrajecten na de diagnose, en het gebruik van maatregelen om de arbeidsreïntegratie te bevorderen. We besteden speciale aandacht aan eventuele verschillen volgens de sociale status (beroep, inkomen, opleiding) van de (ex-) patiënten. Ten tweede ontwikkelen we een verklarend model voor werkhervatting na kanker: we gaan op zoek naar factoren die de kans op (her-) tewerkstelling na kanker beïnvloeden, met bijzondere aandacht voor mogelijke verschillen naargelang de sociale status van de patiënt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Promotor: Goedemé Tim
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Lefevere Eva
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Uitvoeren van simulaties die toelaten de impact te meten van bepaalde wijzigingen in de personenbelasting.
Abstract
Dit project behelst i) het uitvoeren van simulaties die toelaten de impact te meten van bepaalde wijzigingen in de personenbelasting; ii) het mee-redigeren van een voorontwerp van wet tot wijziging van het wetboek inkomstenbelastingen, op basis van de beleidsmatige en technische oriëntaties die door de Minister, na overleg met de ad hoc werkgroep en de administratie, zullen worden weerhouden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Peeters Bruno
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Tool-inactiviteitsvallen.
Abstract
Dit project beoogde in de eerste plaats het uitwerken van een instrument voor de ex ante inschatting van de financiële effecten in een particuliere situatie van een transitie van uitkeringsafhankelijkheid naar een werksituatie. Daarvoor werd verder gebouwd op het verrichte werk in het kader van het IWT-project FLEMOSI (FLEmish MOdels of SImulation). Naast dit eerder technisch doel had dit project een veeleer inhoudelijk doel: een inventaris maken van vaststellingen inzake inactiviteitsvallen voor arbeidsongeschikten op basis van de cases die tijdens de ontwikkeling van de tool worden uitgetest, om op basis daarvan voorstellen te kunnen ontwikkelen omtrent aanpassingen aan reglementeringen. Een eerste belangrijke vaststelling is dat de financiële opbrengst van een transitie van een zuivere uitkeringssituatie naar werk in de periode januari 2009 en juni 2012 in de meeste gesimuleerde gevallen is afgenomen; het risico op een inkomensval is met andere woorden toegenomen. In de beschouwde periode werden een aantal maatregelen genomen die tot doel hadden inactiviteitsvallen te bestrijden – zoals de introductie van de fiscale werkbonus voor werknemers met een laag loon, of, meer specifiek voor personen met een ZIV-uitkering, de aanpassing van de inkomensschijven en percentages voor de vrijstelling van beroepsinkomens in het kader van toegelaten arbeid – maar hun effect werd in vele gevallen teniet gedaan door de verhoging van de uitkeringsbedragen. Zowel de sociale zekerheidsuitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit als de inkomensvervangende tegemoetkomingen voor personen met een handicap zijn in reële termen beduidend toegenomen tussen 2009 en 2012, en dit dankzij het systeem van welvaartsaanpassingen voor sociale uitkeringen dat sinds 2005 van kracht is. Uitzonderingen op het algemene beeld van stijgende inkomensvallen zijn situaties waarbij personen met een ZIV-uitkering de overstap maken van inactiviteit naar een kleine deeltijdse job, met gedeeltelijk behoud van uitkering en personen met een integratietegemoetkoming die een voltijdse of deeltijdse job opnemen. Een tweede belangrijke vaststelling is echter dat, niettegenstaande de vastgestelde verschuivingen, de belangrijkste conclusies uit een eerder CSB-rapport over de inactiviteitsvallen overeind blijven (zie Bogaerts et al, 2009). In de meeste van de gesimuleerde situaties blijft de financiële meeropbrengst van werken substantieel. In vele gevallen zorgt de transitie van niet-werk naar werk ervoor dat het gezinsinkomen van onder de armoederisicodrempel tot boven deze drempel wordt getild (alhoewel niet altijd). Niettemin blijft de relatieve meeropbrengst van werken in een aantal situaties bijzonder laag. Dit geldt – net zoals in 2009 – met name voor alleenstaanden en tweeverdieners met kinderen die een ZIV-uitkering ontvangen en opnieuw de arbeidsmarkt willen betreden. Daarnaast zijn er twee specifieke situaties die gepaard gaan met een inkomensval. Ten eerste hebben de simulaties aangetoond dat personen die vanuit een relatief goed betaalde job in de ziekte- of invaliditeitsverzekering belanden, maar daarna tegen een laag loon opnieuw aan de slag gaan, geconfronteerd kunnen worden met een duidelijk inkomensverlies. Hetzelfde geldt voor personen die een deeltijdse job in het kader van toegelaten arbeid, dus met gedeeltelijk behoud van een ZIV-uitkering, willen inruilen voor een voltijdse betrekking, waarbij meestal geen cumulatie tussen uitkering en arbeidsinkomen mogelijk is.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Mechelen Natascha
- Co-promotor: Bogaerts Kristel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het meten en mobiliseren van vermogen voor een samenhangende, inclusieve en eerlijke samenleving (CRESUS).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Decancq Koen
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Microsimulatiemodel voor de analyse van eigendomsbelasting in de EU.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gemeenschappelijke patronen van inkomen en ongelijkheid in rijkdom, oorzaken en gevolgen.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds NBB. UA levert aan NBB de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kansen op de arbeidsmarkt van tweede-generatie immigranten in België.
Abstract
In dit project onderzoeken we de arbeidsmarktpositie van tweede generatie migrant aan de hand van survey en administratieve data. We willen ook de determinanten identificeren van deze uitkomsten, en aldus nuttige inzichten verschaffen aan beleidsmakers. Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds NBB.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Corluy Vincent
- Co-promotor: Marx Ive
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
EUROMODupdate2 - Microsimulatie tool.
Abstract
Dit project betreft de update van de Belgische component in het model EUROMOD. Het gaat om de volgende taken: 1) update van de input database gebaseerd op EU-SILC 2) bouwen van de beleidssystemen in EUROMOD 3) validering en opname in EUROMOD 4) LandenrapportOnderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werkgelegenheid en armoede in een veranderende samenleving (EMPOV).
Abstract
Dit onderzoeksproject analyseert de relatie tussen demografische ontwikkelingen, de arbeidsmarkt en resultaten van sociale inclusie. Het onderzoek focust op de demografische groepen die moeilijk werk vinden, en dus geconfronteerd worden met een verhoogd risico op armoede.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Marx Ive
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Groeiende effecten van ongelijkheid (GINI).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FLEMOSI: Een instrument voor ex ante evaluatie van sociaal-economisch beleid in Vlaanderen.
Abstract
In het FLEMOSI ("FLEmish MOdels of SImulation") project werken vijf internationale partners nauw samen om geavanceerde simulatiemodellen te bouwen. We starten vanuit het Europese EUROMOD-model en breiden dit model uit met specifieke Vlaamse competenties. Deze modellen worden gebruikt om de effecten van beleidswijzigingen in kaart te brengen, voordat ze omgezet worden in de praktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Cantillon Bea
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De arbeidsmarktpositie en -mobiliteit van migranten, en de baat van de welvaartsstaat.
Abstract
Dit onderzoeksproject situeert zich op dit snijpunt met de volgende tweeledige vraagstelling. 1) Wat zijn de determinanten van de kloof tussen immigranten en autochtonen inzake arbeidsmarktpositie en ¿mobiliteit? 2) In welke mate kan immigratie een bijdrage leveren tot het financiële draagvlak voor de sociale zekerheid in het algemeen en voor België in het bijzonder, gegeven de arbeidsmarktpositie en ¿transities van immigranten?Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Pre-industriële sociale structuur en verandering. Ongelijkheid, polarisatie en levensstandaard in de Zuidelijke Nederlanden (ca. 1650-1850).
Abstract
De opzet van het onderzoek is om door middel van een lange-termijnsstudie (ca. 1600-1850) een beter inzicht te krijgen in de veranderingen en de evolutie van sociaal-economische ongelijkheid en polarisatie aan de vooravond en het begin van de industriële revolutie. Het is een poging om eerst en vooral de evolutie van ongelijkheid, polarisatie en veranderingen in sociaal-economische verhoudingen te meten gedurende deze periode.Onderzoeker(s)
- Promotor: Blondé Bruno
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Mandaathouder: Ryckbosch Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Microsimulatiemodel voor de modellering van de impact van beleidsmaatregelen (EUROMOD).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werkende armen in Vlaanderen, een vergeten groep?
Abstract
Onderzoeksvragen: -conceptualisering van de 'werkende arme' en de multi-dimensionale meting -problematiek van de werkende aremn in Vlaanderen: omvang en profiel -beleidsmaatregelen: wat leert de buitenlandse ervaring en beleidsalternatieven gesimuleerdOnderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sociaal-economische ongelijkheid herbekeken. Een onderzoek op de lange termijn en in een comparatief kader: Vlaanderen en Brabant, 15de-18de eeuw.
Abstract
Enerzijds heeft dit onderzoek tot doel onze kennis over economische en sociale ontwikkeling te vergroten. Zo hopen we een breder (historisch) perspectief te kunnen verschaffen aan de in de sociologie en economie steeds terugkerende vragen rond inkomens- en welvaartsongelijkheid en hoe deze adequaat kunnen gemeten worden (Lambert, 2001; Champernowne & Cowell, 1998; Milanovic, 2005). Aangezien de huidige methodes in het historisch onderzoek een aantal belangrijke tekortkomingen vertonen (Blondé, 2004), zal in de eerste fase van het onderzoek voornamelijk op basis van secundaire bronnen een grondige ijking van het methodologisch instrumentarium voor de meting van sociaal-economische ongelijkheid in de vroeg-moderne periode betracht worden. Anderzijds zal ook voor het eerst getracht worden om een beter inzicht te verkrijgen in de lange-termijnevolutie van de Vlaamse en Brabantse maatschappelijke structuren in de vroegmoderne periode. Zowel sociale, politieke, als cultuurhistorische studies lijden immers onder een gebrek aan sociale ijking.Onderzoeker(s)
- Promotor: Blondé Bruno
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
- Mandaathouder: Ryckbosch Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid MIMOSIS & Euromod: MIMOD.
Abstract
In het kader van twee AGORA-projecten (AG/01/086 "Microsimulatiemodel Sociale Zekerheid" en AG/01/116 "Valorisatie van de microsimulatie van de Sociale Bescherming") werd een rekenmodel (MIMOSIS) ontwikkeld waarmee de verdelings- en budgettaire implicaties van hervormingen in de sociale zekerheid berekend kunnen worden op basis van administratieve gegevens. De essentie van het model bestaat in een gedetailleerde codering van de regelgeving in de sociale zekerheid en het toepassen ervan op een representatief staal van de Belgische bevolking. Het MIMOSIS-model werd geïntegreerd in de werking van de FOD Sociale Zekerheid en gebruikt voor de ondersteuning van de beleidsmakers bij het formuleren van beleidswijzigingen. Om het gebruik van het MIMOSIS-model te optimaliseren dient te worden nagegaan in welke mate het model zou kunnen gebruikt worden voor internationaal-vergelijkende simulaties. Het 'European Tax/benefit Model' (EUROMOD) verschaft hiervoor een belangrijk vergelijkingspunt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Economisch en sociaal profiel van personen in onwettig verblijf, voor en na de regularisatieoperatie ingesteld door de wet van 22 december 1999.
Abstract
Hoofdobject van het onderzoeksproject is een zicht te krijgen op maatschappelijke en sociaal-economische positie van geregulariseerde migranten, op het traject dat mensen sedert hun migratie hebben doorlopen - inclusief gedurende de periode van illegaliteit. Tegelijkertijd zal er gepeild worden naar de impact van initiatieven om de bestaanszekerheid en integratie van deze groepen te bewerkstelligen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Estimates about the distribution of household income and poverty in Belgium for the year 1995.
Abstract
De OESO stelt om de vijf jaar een internationale vergelijking op inzake armoede en inkomensverdeling in de OESO-landen. De noodzakelijke cijfers voor België werden berekend door het CSB op basis van ECHP (1995 en 2000) en EU-SILC (2005).Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Open grenzen voor een leefbare welvaartsstaat? Een onderzoek naar de interactie-effecten tussen migratie en de welvaartsstaat.
Abstract
De centrale vraag van ons onderzoek is: in welke mate kunnen migranten een bijdrage leveren tot het financieel draagvlak voor de sociale zekerheid en het economisch draagvlak voor de welvaartsstaat in het algemeen, met name dan in België? In welke mate kan migratie bijgevolg een oplossing vormen voor de economische en budgettaire knelpunten die zullen ontstaan door de vergrijzing? We bestuderen deze vraag met behulp van intergenerationele berekeningen, door het opstellen van een sociaal-economisch profiel van migranten, en door een raming van hun afhankelijkheid van welvaartsuitkeringen en van hun bijdragen aan de sociale zekerheid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Marx Ive
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impact of government services on income distribution.
Abstract
Dit project bestaat uit het finaliseren van een rapport over de impact van overheidsdiensten op de inkomensverdeling, voortbouwend op een bestaande draft-versie en in samenwerking met OECD-medewerkers. Dit betekent dat alternatieve methodes worden gehanteerd om de kosten van deze diensten toe te wijzen aan individuen met verschillende kenmerken. Analyses gebeuren op micro-gegevens van ECHP (European Community Household Panel) en eventueel andere databanken van niet-Europese landen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Accurate Income Measurement for the Assessment of Public Policies (AIM-AP).
Abstract
Dit Europees onderzoeksprogramma is gericht op de verbetering van de vergelijkbaarheid en de toepassingsmogelijkheden van instrumenten, methoden en data voor inkomensmeting en voor de analyse van beleidseffecten op armoede en inkomensverdeling. Het CSB is betrokken bij het eerste deel van programma, dat gericht is op een een analyse van de verdeling van non-cash inkomens en de toepassing van een ruimere inkomensdefinitie. Het gaat om voordelen in natura die mensen halen uit publieke voorzieningen voor onderwijs en gezonheidszorg, als ook om voordelen die voortvloeien uit het bezit van een eigen woning. De resultaten van dit project worden gebruikt om het Europese tax-benefit model EUROMOD verder uit te breiden. Dit model wordt momenteel gebruikt voor analyse en evaluatie van beleid inzake uitkeringen en belastingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sociaal-economische ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden, 15de-18de eeuw. Een interdisciplinair onderzoek naar de meting en interpretatie van maatschappelijke ongelijkheden in preïndustriële samenlevingen.
Abstract
Het thans beschikbare onderzoek naar sociale ongelijkheid in de Zuidelijke Nederlanden, 15de-18de eeuw wordt gekenmerkt door een gebrekkige methodologie en door de afwezigheid van een comparatief en lange-termijn-perspectief. De hoofddoelstelling van dit onderzoeksproject bestaat a) in het aanpassen en toepassen van het meetinstrumentarium voor sociale ongelijkheid in het historisch onderzoek; b) een herevaluatie van de bestaande historiografie over sociale ongelijkheid in het licht van deze vernieuwde onderzoeksaanpak.Onderzoeker(s)
- Promotor: Blondé Bruno
- Co-promotor: Stabel Peter
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijke ondersteuning verdelingseffecten van een alternatieve financiering van de sociale zekerheid.
Abstract
Het Planbureau heeft reeds grondige analyses doorgevoerd van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Daarbij ligt de klemtoon op de effecten op tewerkstelling en output aan de hand van het model HERMES. De aard van de gebruikte methodologie laat daarbij niet toe ook de verdelingsimpact van de bijdrageverminderingen van de sociale zekerheid en de alternatieve financieringsvoorstellen in te schatten. Met de simulatiemodellen ASTER, MISISM, en de prototype-versie van MIMOSIS is dit -althans gedeeltelijk -wel mogelijk, aangezien men de effecten kan berekenen voor elk individu en/of gezin van een representatief staal van de Belgische bevolking. Het lijkt dan ook opportuun, in aanvulling van de vermelde simulaties van het planbureau, in dit project simulaties te laten uitvoeren in verband met de verdelingseffecten van alternatieve scenario's voor de financiering van de sociale zekerheid: 1. Een verlaging van de sociale zekerheidsbijdragen voor werkgevers en werknemers, gesimuleerd via MISIM; 2. Een compenserende verhoging van de indirecte belastingen volgens drie scenario's. Daartoe moet ASTER geactualiseerd worden tot de indirecte belastingwetgeving van 2005, en liefst ook lopen op een recentere budgetenquête. Mits toelating van het NIS is dat mogelijk voor de enquête van 2001, misschien zelfs voor deze van 2002. Dit is een arbeidsintensief werk dat later zal renderen wanneer we een koppeling maken tussen ASTER en MIMOSIS; 3. Een koppeling van de verdelingseffecten van deze twee maatregelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Economische verandering, levenskwaliteit en sociale cohesie (EQUALSOC).
Abstract
Equalsoc is een netwerk gefinancierd door de Europese Commissie onder het 6de Kaderprogramma. Het netwerk bestaat uit 13 Europese onderzoekscentra waarvan de Commissie heeft geoordeeld heeft dat ze bijzonder niveau van academische expertise op vlak van sociale ongelijkheid en cohesie hebben opgebouwd. Het netwerk wil vergelijkend onderzoek stimuleren op vlakken zoals tewerkstelling en arbeidsmarkt, inkomensverdeling en mobiliteit, onderwijs en sociale mobiliteit, gezin en sociale netwerken, culturele differentiatie en sociaal kapitaal.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
- Co-promotor: Ghysels Joris
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Valorisatie van de microsimulatie van de sociale bescherming.
Abstract
In het project AG/01/086 werd in opdracht van FOD Sociale Zekerheid door drie universitaire equipes een microsimulatiemodel ontwikkeld waarmee beleidshervormingen in de sfeer van de sociale zekerheid gesimuleerd kunnen worden op geanonimiseerde maar individuele gegevens. Dit model laat in principe toe een zeer gedetailleerd beeld te schetsen van de verdelingsimpact van maatregelen in 6 beleidsdomeinen: de sociale zekerheidsbijdragen, de werkloosheidsvergoedingen, de ziekte en invaliditeitsuitkeringen, de gezinsbijslagen, de pensioenen en de personenbelasting. Het vernieuwende (voor Belgie) en distinctieve karakter van dit model Iigt in het onderliggende databestand dat opgebouwd werd uit administratieve gegevens. De levering van de aangevraagde administratieve gegevens gebeurde in verschillende fazen. [-lierdoor was het onmogelijk om binnen de looptijd van bet project AG/01/086 alle modules met hetzelfde niveau van detail uit te werken. Vooral de module rond pensioenen bleef hierdoor onderontwikkeld. Doelstelling 1 van bet nieuwe project bestaat er in bet model up te daten, uit te breiden en te verfijnen met bijkomende gegevens, Na deze uitbreiding kan bet model gebruikt worden om de verwachtingen met betrekking tot de financiele houdbaarheid van bet sociaal zekerheidssysteem te toetsen. Bij de verdere uitbouw van bet microsimulatiemodel zal bijzondere aandacht besteed worden aan de mogelijkheid beleidsondersteunende informatie te verschaffen met betrekking tot de maatregelen opgenomen in bet wetsontwerp van 13 juli 2005 'houdende een structureel aanpassingsmecbanisme aan de welvaart van plafonds en inkomensdrempels alsook de sociale uitkeringen. (KvV Doc5l 1948/001). Doelstelling 2 van bet nieuwe project bestaat er in om bet model te situeren in een Europees/internationaal perspectief. Meer bepaald zal een overzicht gemaakt worden van andere microsimulatiemodellen met betrekking tot sociale bescberming in de Europese Unie en zal aangegeven worden hoe bet model kan gebruikt worden om bet l3elgische Nationale Actie Plan ter bevordering van de Sociale Insluiting (NAP/SI) te beoordelen en aldus bij te dragen tot bet Sociale lnsluitingsProces binnen de EU. Doelstelling 3 van bet project bestaat uit bet modelleren van gedragsreacties. Er zal aandacht besteed worden aan bet modelleren van de pensioneringsbeslissing en van beslissingen om al dan niet te participeren in de arbeidsmarkt. Bij bet modelleren van de pensioneringsbeslissing zal getracht worden om de verschillende mogelijke uitstapregelingen, die resulteren in een uitstap uit de arbeidsmarkt voorafgaand aan de opruststelling, zoals werkloosheid, tijdskrediet, invalid iteit, te onderscheiden. Doelstelling 4 van bet project bestaat uit bet beschrijven van een procedure die moet toegepast worden bij een update van bet model, wanneer meer recente administratieve gegevens beschikbaar worden. Doelstelling 5 van bet project, tenslotte, bestaat er in om onderricht te verstrekken aan de potentiele gebruikers van bet model.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Uitbreiding en voortzetting van de begeleidende activiteiten in het kader van EU-SILC (European Union Statistics on Income and Living Conditions).
Abstract
Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directe Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2004 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sociaal federalisme in België en in Europa.
Abstract
Het onderzoek zal handelen over de vraag naar het meest optimale territoriale niveau waarop sociale herverdeling via sociale zekerheid en fiscaliteit moet georganiseerd worden, in België, in andere federale staten en in Europa. Deze vraagstelling zal op empirische wijze worden benaderd middels een internationaal en intertemporeel vergelijkend onderzoek naar de werking, de determinanten en de uitkomsten (in termen van sociale doelmatigheid) van verschillende territoriale omschrijvingen van sociale herverdeling. Er zal gebruik gemaakt worden van sociaal-economische survey gegevens en ambtelijke statistieken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: De Lathouwer Lieve
- Co-promotor: Marx Ive
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Assistentie bij de imputatie van de European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC-enquête)-uitvoerende fase.
Abstract
Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directe Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2003 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Assistentie bij de imputatie van de European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC-enquête)-voorbereidende fase.
Abstract
Het is de bedoeling om, in samenwerking met de betrokken personen binnen de Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, de op het CSB ontwikkelde modellen aan te passen aan SILC 2003 en bij de genoemde directie de nodige methodes te introduceren voor de imputatie van non-response op inkomensvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Van den Bosch Karel
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de levensomstandigheden van eenoudergezinnen in België.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Cantillon Bea
- Co-promotor: Verbist Gerlinde
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject